direct naar inhoud van Regels
Plan: Kuivezand 2a Oud Gastel
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1655.BPW6006-B001

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Wijzigingsplan

de geometrisch bepaalde plan objecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1655.BPW6006-B001 met de bijbehorende regels;

1.2 Plan

het wijzigingsplan 'Kuivezand 2a Oud Gastel'

Naast bovenstaande begrippen blijven de regels behorende bij artikel 1 van het moederplan: bestemmingsplan ' 'Buitengebied Halderberge- West' van de gemeente Halderberge', zoals door de gemeenteraad van Halderberge vastgesteld op 28-09-2000, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2 Wijze van meten

Hiervoor blijven de regels behorende bij artikel 2 van het moederplan: bestemmingsplan ' 'Buitengebied Halderberge- West' van de gemeente Halderberge', zoals door de gemeenteraad van Halderberge vastgesteld op 28-09-2000, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3 Verhouding tussen de bestemmingen

Hiervoor blijven de regels behorende bij artikel 3 van het moederplan: bestemmingsplan ' 'Buitengebied Halderberge- West' van de gemeente Halderberge', zoals door de gemeenteraad van Halderberge vastgesteld op 28-09-2000, van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 4 Van toepassing verklaring

Op dit wijzigingsplan zijn de regels van het bestemmingsplan ' 'Buitengebied Halderberge- West' van de gemeente Halderberge', zoals door de gemeenteraad van Halderberge vastgesteld op 28-09-2000, van overeenkomstige toepassing, waarbij geldt dat:

  • Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', is de medebestemming 'agrarische bedrijfsdoeleinden (artikel 14) overeenkomstig van toepassing is;
  • Ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij', geldt dat het een agrarisch bedrijf betreft met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen.

Aan de regels in artikel 5.1 wordt het volgende toegevoegd:

e. Al dan niet in afwijking van het bepaalde in dit artikel geldt ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone (11)' dat ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten de bouwhoogte van een bouwwerk niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte die wordt verkregen door lineaire interpolatie van:

  • ter plaatse van de aanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - 11' van 101,4 m en 110,54 m boven NAP;

in verband met het beschermingsgebied van in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen.

f. landschappelijke inpassing ter plaatse van de aanduiding 'landschappelijke inpassing', waarbij geldt dat gebruik van het perceel conform de bestemmingsomschrijving is toegestaan, mits de landschappelijke inpassing, voor zover begrepen in dit plan voor het perceel Kuivezand 2a Oud Gastel, maximaal 12 maanden na het in gebruik hebben van de nieuwe bebouwing aangelegd en vervolgens aldus in stand wordt gehouden;

  • Onder landschappelijke inpassing wordt in deze planregels verstaan het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in Bijlage 1.

Artikel 5 Waarde - Archeologie

Aan het wijzigingsplan wordt in het kader van een goede ruimtelijk ordening de volgende regels toegevoegd ter bescherming van de archeologische verwachtingswaarden.

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse aanwezige hoge archeologische

verwachtingswaarden.

5.2 Bouwregels

Op de gronden is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van:

  • a. bouwwerken die voor onderzoek noodzakelijk zijn, of;
  • b. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid, of;
  • c. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 0,40 m en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst, of;
  • d. een bouwwerk met een oppervlakte tot ten hoogste 500 m2, of;
  • e. bouwen binnen reeds bestaande bouwvlakken.
5.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 5.2 met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels.
  • b. een omgevingsvergunning als bedoeld onder a wordt verleend, indien:
    • 1. op basis van onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
    • 2. op basis van onderzoek is aangetoond dat archeologische waarden op de betrokken locatie niet aanwezig zijn.
  • c. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a wordt voorts verleend, indien mede op basis van onderzoek is aangetoond dat mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden gericht op:
    • 1. het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. het doen van opgravingen;
    • 3. het laten begeleiden van de bodemverstorende activiteit door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uitte voeren of te laten uitvoeren:

  • a. grondwerkzaamheden dieper dan 0,40 m, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • b. het verlagen van het waterpeil;
  • c. het rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
  • d. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

5.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. mede op basis van onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
  • b. mede op basis van onderzoek is aangetoond dat archeologische waarden op de betrokken locatie niet aanwezig zijn;
    • 1. de werken een oppervlakte hebben tot ten hoogste 500 m2 of smaller zijn dan 1,5 m of;
    • 2. aangetoond kan worden dat in het verleden de gronden zodanig zijn geroerd dat in de laag dieper dan 0,40 m geen archeologische waarden onevenredig geschaad kunnen worden, of;
  • c. zonder graafwerkzaamheden dieper dan 0,40 m kunnen worden uitgevoerd, of;
  • d. er reeds een omgevingsvergunning of ontgrondingvergunning is verleend, of;
  • e. de werken reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan, of;
  • f. de werken behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden, of;
  • g. de werken ten dienste van onderzoek worden uitgevoerd, of;
  • h. ter plaatse van het bouwvlak plaatsvinden.

5.4.3 Toelaatbaarheid

Voor zover mede op basis van onderzoek bepaalde is dat de in lid 5.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend, indien aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden worden verbonden:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden, of;
  • b. de verplichting tot het doen van opgravingen, of;
  • c. de verplichting de uitvoering van de bodemverstorende activiteiten te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.

5.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van onderzoek is aangetoond dat:

  • a. op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  • b. wel aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veilig gesteld.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Op dit wijzigingsplan zijn de regels behorende bij de artikelen 19, 20, 21, 22, 23 en 24 van het bestemmingsplan ' 'Buitengebied Halderberge- West' van de gemeente Halderberge', zoals door de gemeenteraad van Halderberge vastgesteld op 28-09-2000, van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Op dit wijzigingsplan zijn de regels behorende bij de artikelen 18 en 25 van het bestemmingsplan ''Buitengebied Halderberge- West' van de gemeente Halderberge', zoals door de gemeenteraad van Halderberge vastgesteld op 28-09-2000, van overeenkomstige toepassing, waarbij in afwijking van artikel 25 geldt:

Deze regels worden aangehaald als 'Regels van het wijzigingsplan 'Kuivezand 2a Oud Gastel''.