Plan: | Breda International Airport |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1655.BP6030-C001 |
Bij toepassing van deze regels worden de volgende begripsomschrijvingen gehanteerd:
het bestemmingsplan Breda International Airport met identificatienummer NL.IMRO.1655.BP6030-C001 van de gemeente Halderberge;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroeger menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen;
verwachte aanwezige waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroeger menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen;
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
in uitoefening van een bedrijf;
object zoals omschreven in het 'Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer';
bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft gekregen;
het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende vergunning;
voorzieningen, die horen bij de betreffende bedrijfsvoering op gronden (o.a. weg- en waterbouwkundige voorzieningen) en/of bouwvlakken (o.a. opslag en energievoorziening);
gebruiksfunctie voor het samenkomen van personen en het verstrekken van consumpties voor het gebruik ter plaatse in bijvoorbeeld vergaderaccommodaties en congres-accommodaties;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de totale overdekte vloeroppervlakte van een bedrijfsvestiging met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige ruimten;
een stallingsplaats voor een of meer auto's onder een vrijstaand dak;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, alsmede anders dan voor verbruik ter plaatse;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder in ieder geval begrepen (niet-) zakelijke, medische en maatschappelijke dienstverlening;
energie die gewonnen wordt uit natuurlijke bronnen, waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffecten optreden bij winning en omzetting en die in grote hoeveelheden beschikbaar is, zoals zon, wind, water, biomassa, aard- en omgevingswarmte; op te delen in:
een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak met bijbehorende voorzieningen, zoals bedoeld in artikel 2.24 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Halderberge;
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebouw met een onderwijs- of gezondheidszorgfunctie als bedoeld in artikel 1.1 van het Bouwbesluit 2012;
bedrijven en/of inrichtingen welke zijn genoemd in artikel 41 Wet geluidhinder en artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Wet Milieubeheer;
cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is (Bevi);
reconstructie, wederopbouw, opnieuw bouwen;
gebruik van een bestaande agrarische bouwlocatie (bouwvlak) ofwel een bestaande niet-agrarische bouwlocatie (niet-agrarisch bedrijf of wonen) voor de nieuwvestiging of verplaatsing van een bedrijf;
het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf en/of ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie voor (bedrijfsgebonden) bijeenkomsten, een en ander gepaard gaande met de bijbehorende dienstverlening. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden in de volgende bedrijfsvormen:
een functie waarvoor het hoofdgebouw en/of gronden als zodanig mag worden gebruikt;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, met daarbijbehorende (zelfstandige) vergaderruimten;
object zoals omschreven in het 'Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer';
vliegverkeer in de lucht en de daarbij behorende diensten en infrastructuur;
functies en diensten die gebonden zijn aan de luchtvaart;
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 en 2.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
functie waarvoor maximaal 30% van het bvo van de bebouwing in een bouwvlak als zodanig mag worden gebruikt;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
de grens van een bouwperceel;
risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
overheidsdiensten en of organisaties, dan wel bedrijven welke door de overheden gefinancierd worden en of waarvan de overheid aandeelhouder is;
een specifiek voor het spotten van vliegtuigen aangelegde en ingerichte plaats tenminste bestaande uit een verhoging in het landschap of een gebouwde voorziening;
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;
een weg op een vliegveld waarover vliegtuigen kunnen taxiën tussen start- of landingsbaan en stallingsplaats;
gebied in de omgeving van de start- en landingsbanen (Runway End Safety Area; Extensie Runway End Safety Area) waarbinnen op grond van artikel 13 van het Besluit burgerluchthavens, zich geen obstakels mogen bevinden welke hinder en/of gevaar kunnen opleveren voor de luchtvaart in verband met het te vroeg van de grond geraken (undershoot) of het doorschieten (overrun) bij het uitvoeren van een operatie met een luchtvaartuig;
voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop;
gebied waar waterwinning plaatsvindt ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening door onttrekking van grondwater;
een werkzaamheid of constructie, geen gebouw of bouwwerk zijnde.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tot de bebouwing en de as van de weg;
de kortste afstand van het verticale vlak in de perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige gebouwen tezamen.
het deel van het bouwblok uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, inclusief ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren of de verticale projectie hiervan) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, gemeten op de begane grondvloer, geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de in deze regels gegeven bepalingen omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op goot- en kroonlijsten, schoorstenen, gasafvoer- en ontluchtingskanalen, antennes, balkons, galerijen, noodtrappen, luifels, liftkokers, afvoerpijpen van hemelwater, gevellijsten, pilasters, plinten stoeptreden, kozijnen, dorpels, constructies en bouwwerken voor duurzame energieopwekking en dergelijke bouwwerken.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Binnen deze bestemming is het gebruik van de gronden voor functies, genoemd in lid 3.1 toegestaan, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels:
Het is niet toegestaan de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor:
Het bevoegd gezag is bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.3.1:
Het bevoegd gezag verleent de in lid 3.4.1 genoemde afwijkingen indien:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 4 meter, met uitzondering van de hoogte van een reclamemast. Voor de hoogte van de reclamemast is het bepaalde in artikel 15.2 van toepassing.
Voor het bouwen van schuilgelegenheden geldt dat:
Het is verboden de schuilgelegenheden te gebruiken voor andere doeleinden dan hobbymatig gebruik van de aanliggende gronden. Het gebruik van de schuilgelegenheden voor bewoning, overnachtingen en voor bedrijfsmatig gebruik is verboden.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden in het algemeen de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Verkeer - Luchthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een gasleiding en de daarbij bijbehorende belemmeringenstrook.
Op of in de lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bedoelde leiding worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Het bevoegd gezag is bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 8.2, indien het belang van de leiding niet wordt geschaad.
Alvorens omtrent het verlenen van een afwijking ten behoeve van de secundaire bestemmingen te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de leiding niet wordt geschaad.
Het is verboden op de tot 'Leiding - Gas' bestemde grond, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van bevoegd gezag, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het onder 8.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 8.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de gasleiding ontstaat of kan ontstaan.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld onder 8.4.1 wordt het advies ingewonnen van de leidingbeheerder.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een waterleiding en de daarbij bijbehorende belemmeringenstrook.
Op of in de lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bedoelde leiding worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn niet toegestaan.
Het bevoegd gezag is bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 9.2, indien het belang van de leiding niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens omtrent het verlenen van een afwijking ten behoeve van de secundaire bestemmingen te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de leiding niet onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden op de tot 'Leiding - Water' bestemde grond, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van bevoegd gezag, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het onder 9.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 9.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de waterleiding ontstaat of kan ontstaan.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld onder 9.4.1 wordt het advies ingewonnen van de leidingbeheerder.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse aanwezige middelhoge archeologische verwachtingswaarden.
De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.
Op de gronden is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 10.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Voor zover mede op basis van onderzoek bepaalde is dat de in lid 10.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend, indien aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden worden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van onderzoek is aangetoond dat:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse aanwezige middelhoge archeologische verwachtingswaarden.
De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.
Op de gronden is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 11.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Voor zover mede op basis van onderzoek bepaalde is dat de in lid 11.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend, indien aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden worden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van onderzoek is aangetoond dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 13.2 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken op andere locaties dan onder een gebouw, mits:
Ten behoeve van de opwekking van duurzame energie mogen, binnen het stedelijk gebied, constructies worden aangebracht en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Op de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - luchtvaartverkeer 1', betreffende de gronden binnen de 70 dB(A)Lden-contour vanwege luchtverkeer, mag ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht.
Op de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - luchtvaartverkeer 2', betreffende de gronden binnen de 56 dB(A)Lden-contour vanwege luchtverkeer, mag ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht, met uitzondering van geluidsgevoelige bebouwing die zal dienen ter vervanging van op die plaats reeds aanwezige woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen, die op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone daarbinnen reeds aanwezig zijn, respectievelijk op dat tijdstip al een hogere geluidsbelasting ondervinden, mits de vervanging niet leidt tot:
Op de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - luchtvaartverkeer 3', betreffende de gronden binnen de 48 dB(A)Lden-contour vanwege luchtverkeer, mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht, met uitzondering van:
Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding ‘luchtvaartverkeerzone (met nummer)’ dat ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten de bouwhoogte van een bouwwerk niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte die wordt verkregen door lineaire interpolatie, gemeten vanaf de hoogte van het afgewerkte maaiveld ter plaatse van het hart van de landingsbaan:
in verband met het beschermingsgebied van in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen.
De voor 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van de grondwaterkwaliteit ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening.
In afwijking van het bepaalde in artikel 13.2 mag de verticale diepte van een bouwwerk niet meer dan 3 m onder maaiveld bedragen.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.3.2 voor het bouwen van een bouwwerk met een verticale diepte van meer dan 3 m onder maaiveld, met dien verstande dat:
Het is verboden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 15.3.4 onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden welke:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 15.3.4 onder a wint het bevoegd gezag advies in bij Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de bescherming van de kwaliteit van het grondwater vanwege de openbare drinkwatervoorziening niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - externe veiligheid vliegveld Breda International Airport 1' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat binnen de 10-5 risicocontour van het plaatsgebonden risico, als gevolg van de luchtvaartactiviteiten van Breda International Airport.
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - externe veiligheid vliegveld Breda International Airport 2' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat tussen de 10-6 risicocontour en de 10-5 risicocontour van het plaatsgebonden risico, als gevolg van de luchtvaartactiviteiten van Breda International Airport. .
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' mag geen bebouwing worden opgericht.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 15.5.1 ten behoeve van het oprichten van bebouwing op de gronden gelegen binnen de 'vrijwaringszone - weg' overeenkomstig het bepaalde in de onderliggende bestemming, mits geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van het wegverkeer.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 15.5.2 wint het bevoegd gezag advies in bij de wegbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwwerken een aantasting kan ontstaan van de belangen van het wegverkeer.
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - beperking veehouderij' zijn, behalve voor de aldaar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van natuur en woonconcentraties door het stellen van regels met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden van de grondgebonden veehouderij en de intensieve veehouderij.
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - natuurnetwerk brabant' zijn, behalve voor de aldaar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, beheer, herstel of de duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden (Natuur Netwerk Brabant).
Het is verboden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - natuurnetwerk brabant' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 15.7.2 onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden welke:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van Artikel 8 vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig bij omgevingsvergunning afwijken van lid 18.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 18.1 met maximaal 10%.
Lid 18.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 18.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 18.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 18.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Breda International Airport.