direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Partiële herziening planregels Airparc Seppe
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1655.BP6013-C001

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De herziening "Partiële herziening planregels Airparc Seppe" is tot stand gekomen na ontdekking van een onregelmatigheid in het reeds vastgestelde bestemmingsplan voor Airparc Seppe. De onregelmatigheid heeft betrekking op de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten.

Het bestemmingsplan Airparc Seppe heeft tot doel de ontwikkelingen op het zuidelijk deel van het Breda International Airport (de nieuwbouw) mogelijk te maken. De nieuwbouw voorziet in de ontwikkeling van bedrijventerrein waardoor fysiek de scheiding tussen de zakelijke en recreatieve markt op het vliegveld gemaakt kan worden. Op dit deel van het vliegveld wordt vestigingsruimte geboden aan luchtvaartgerelateerde en luchtvaartgebonden bedrijven. Dat betekent dat een pallet aan functies gericht op de beroepsmatige luchtvaart ondergebracht kunnen worden.

Deze herziening repareert de discrepantie in de planregels uit het bestemmingsplan Airparc Seppe zonder de aard van het plan te veranderen.

1.2 Ligging plangebied

Onderhavige herziening beslaat het gehele plangebied van het bestemmingsplan Airparc Seppe. Er worden geen wijzigingen in het plangebied aangebracht.

afbeelding "i_NL.IMRO.1655.BP6013-C001_0001.png"

Hoofdstuk 2 Aanpassingen in het plan

In artikel 3 van het bestemmingsplan Airparc Seppe zijn de bouw- en gebruiksregels opgenomen voor de bedrijfsmatige ontwikkeling van het zuidelijk deel van vliegveld Seppe. Artikel 3.1 beschrijft de toelaatbare functies. Bepaald is dat de gronden zijn bestemd voor:

  • a. luchtvaartgebonden bedrijvigheid, waaronder begrepen:
    • 1. onderhouds-, service- en reparatiebedrijven;
    • 2. research- en onderzoeksbedrijven;
    • 3. handelsondernemingen gericht op vliegtuigonderdelen en aanverwante artikelen;
    • 4. opleidings- en trainingsinstituten/faciliteiten;
    • 5. dienstverlening gericht op de luchtvaart;

alsmede voor:

  • b. ondergeschikte bezoekers- en ontvangstruimten;
  • c. ondergeschikte kantoorruimten;
  • d. ondergeschikte detailhandel en horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  • e. water-, groen-, parkeer- en verkeersvoorzieningen;
  • f. overige bijbehorende voorzieningen.

In artikel 3.3 zijn aan de toelaatbaarheid specifieke regels gesteld. Onder 3.3.1 is bepaald dat "De in lid 3.1 genoemde functies zijn toegestaan voorzover zij behoren tot categorie 1, 2 en 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten".

Deze bepaling stelt dat de activiteiten die zich vestigen op Airparc Seppe moeten voorkomen op de Staat van bedrijfsactiviteiten binnen de milieucategorie 1, 2 én 3. Deze redactie is om twee redenen niet correct:

  • A. Een groot aantal van de bedrijfsactiviteiten die genoemd zijn in artikel 3.1 komen niet voor in de bedoelde Staat van Bedrijfsactiviteiten en zijn, ondanks dat ze genoemd zijn in artikel 3.1, daardoor niet toegestaan op grond van de bepaling onder 3.3.1.;
  • B. Bedrijven die zich vestigen op Airparc Seppe zullen geen bedrijfsactiviteiten beoefenen die tegelijkertijd vallen binnen de drie genoemde milieucategorieën. Er is sprake van een nevenschikking in plaats van een onderschikking.

Het is nooit de bedoeling geweest bij het vaststellen van het bestemmingsplan om op deze manier bedrijven en bedrijfsactiviteiten te selecteren. De discrepantie wordt met deze herziening verholpen.

Sinds de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Airparc Seppe is een aantal bedrijven reeds gevestigd op het vliegveld. De Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt aangevuld met de activiteiten die passen bij deze bedrijfsvoeringen.

Hoofdstuk 3 Economische uitvoerbaarheid

Onderhavige herziening voorziet niet in de mogelijkheid tot nieuwe bouwplannen die op grond van artikel 6.12 lid 1 Wet ruimtelijke ordening in aanmerking moeten komen voor een exploitatieplan. Er zijn geen economische gevolgen. De uitvoerbaarheid is gegarandeerd.

Hoofdstuk 4 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

In het kader van de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan wordt het bestemmingsplan maatschappelijk beoordeeld.

4.1 Inspraakprocedure

Er is gekozen om geen voorontwerp-bestemmingsplan ter inzage te leggen, aangezien de wijzigingen geen gevolgen hebben voor de aard van het plan. De belanghebbenden worden met deze herziening niet in hun belangen geschaad. Het plan wordt wel tervisie gelegd ingevolge artikel 3.8 lid 1 Wet ruimtelijke ordening met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

4.2 Overleg ingevolge ex artikel 3.1.1. Bro

Tegelijk met het ter inzage leggen is de herziening, in het kader van artikel 3.1.1 lid 1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro), ter overleg aangeboden bij de provincie Noord-Brabant. De reactie van de provincie wordt in de herziening opgenomen bij de vaststelling.