Plan: | Herziening bestemmingsplan Buitengebied |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1651.BP01Buitengebied-0301 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Herziening bestemmingsplan Buitengebied met identificatienummer NL.IMRO.1651.BP01Buitengebied-0301 van de gemeente Eemsmond;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een agrarische bedrijfsvoering, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf, op de wijze van een melkrundveehouderijbedrijf, een melkgeitenhouderijbedrijf, een schapenhouderijbedrijf, een akkerbouwbedrijf, een vollegronds tuinbouwbedrijf, een productiegericht paardenhouderijbedrijf, en naar de aard daarmee gelijk te stellen agrarische bedrijven;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een agrarisch bedrijf in de vorm van het telen of kweken van dieren en gewassen, op de wijze van een paddenstoelenkwekerij, een wormen- en/of madenkwekerij, een vis- schaaldier- en schelpdierkwekerij, een witlofkwekerij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen met (nagenoeg) geen gebruik van daglicht;
agrarische bedrijfsvoering, zelfstandig of als neventak, gericht op het geheel of nagenoeg geheel in gebouwen houden van varkens, pluimvee, vleeskalveren en pelsdieren, met uitzondering van het biologisch houden van dieren overeenkomstig de Landbouwkwaliteitswet;
een agrarische bedrijfsvoering op de wijze van een intensief veehouderijbedrijf of een intensief kwekerijbedrijf.
een gebruiksgerichte paardenhouderij waar het rijden met paarden primair gericht is op de ruiter/amazone al dan niet in combinatie met een produktiegerichte activiteiten zoals het voortbrengen, africhten en trainen en verhandelen van paarden, waaronder niet begrepen manege-activiteiten.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de grenzen van een bouwperceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst;
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de rand van de wegberm aan de zijde van de weg;
vanaf het middelpunt van de as van de wieken tot aan het aansluitende afgewerkte terrein, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein gemeten wordt vanaf het niveau van het afgewerkte terrein dat direct aansluit op de dichtstbijzijnde weg in de zin van de Wegenverkeerswet 1994;
de afstand tussen de uiterste punt van een wiek en de naaf.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Agrarisch - Dijkenlandschap' zijn de regels van artikel 3 van het bestemmingsplan Buitengebied Eemsmond 2010 van toepassing, met inbegrip van de hieronder aangegeven wijzigingen van die regels.
Onderstaande wijzigingen zijn van toepassing op alle percelen met de bestemming 'Agrarisch - Dijkenlandschap' in het bestemmingsplan Buitengebied Eemsmond 2010.
(herstel van een foutieve benaming van de aanduidingen)
In artikellid 3.1. komt onderdeel h te vervallen en wordt vervangen door het volgende onderdeel h.
h. een windturbine, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - windturbine - 1", "specifieke vorm van bedrijf - windturbine - 2" of "specifieke vorm van bedrijf - windturbine - 3";
(herstel van een foutieve benaming van de aanduidingen)
In artikellid 3.2. komt sublid 3.2.2. onder a te vervallen en wordt vervangen door het volgende sublid 3.2.2. onder a.
(afwijkingsbevoegdheid wordt vervangen door een wijzigingsbevoegdheid)
In artikel 3.3. vervalt sublid 3.3.3
(Toevoeging aan de regels op grond van de nieuwe Provinciale Verordening)
In artikel 3.3. wordt sublid 3.3.9 vervangen en vervalt sublid 3.3.10
3.3.9. Opslag mest en veevoer aansluitend op bouwvlak
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.1. onder a. dan wel van het bepaalde in lid 3.2.3. onder a in die zin dat opslag van mest en veevoer, in de vorm van mestsilo's, mestbassins, mestzakken, kuilvoerplaten en sleufsilo's, buiten het bouwvlak mag worden gebouwd dan wel aangelegd, mits:
(Toevoeging binnen de regeling voor intensieve veehouderijen)
Aan artikel 3.4. wordt het volgende onderdeel o toegevoegd.
o. het gebruik van gronden en gebouwen voor andere diersoorten en meer dieren dan per adres is vastgelegd in bijlage 4.
(Toevoeging aan de regels op grond van de nieuwe Provinciale Verordening)
In artikel 3.5. wordt het sublid 3.5.3. vervangen:
3.5.3. Mestopslag en opslag veevoer
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.4 onder c in die zin dat gronden en bouwwerken buiten het bouwperceel worden gebruikt voor het opslaan van mest en/of landbouwproducten;
(Wijziging in de regels op grond van de nieuwe Provinciale Verordening)
In artikellid 3.7. onder sublid 3.7.1. wordt aan d het volgende toegevoegd: 'zoals die voor de regio Noord nader uitgewerkt is in de Nota Agrarische Bouwblokken en landschap;'
In artikellid 3.7. onder sublid 3.7.1. wordt e geschrapt en vervangen door:
e. de uitbreiding van de bedrijfskavel vergezeld gaat van een erfinrichtingsplan, gebaseerd op een verkregen advies van Stichting Libau, en een lichtplan dat rekening houdt met het landschapstype en het voorkomen van nachtelijke lichtuitstraling;
In artikellid 3.7. onder sublid 3.7.1. worden de nieuwe criteria i, j en k toegevoegd, waarbij de bestaande i en j worden doorgeletterd naar l en m:
i. de wenselijkheid om voor de bedrijfsvoering niet meer in gebruik zijnde opstallen, met uitzondering van monumentale of karakteristieke gebouwen, op de bedrijfskavel c.q. de (te) verlaten bedrijfskavel te saneren;
j. de nakoming van de overeengekomen omvang, situering en verschijningsvorm van de agrarische bedrijfsbebouwing, zoals vervat in het erfinrichtingsplan wordt geborgd door in een wijzigingsplan (een) regel(s) op te nemen die ertoe strek(t)(ken) dat de agrarische bedrijfsbebouwing overeenkomstig het erfinrichtingsplan worden gebouwd;
k. de nakoming van de voorwaarden aan de landschappelijke inpassing van de agrarische bedrijfsbebouwing en/of opslagvoorzieningen, geen bouwwerken zijnde, zoals vervat in het erfinrichtingsplan, wordt geborgd door in het wijzigingsplan een gebruiksregel op te nemen die ertoe strekt dat het betrokken bouwwerk en/of voorziening uitsluitend mag worden opgericht of aangelegd indien de erfbeplanting vóór een nader te bepalen datum ná het verlenen van de omgevingsvergunning overeenkomstig bij het wijzigingsplan gevoegde beplantingsplan wordt aangelegd en vervolgens in stand wordt gehouden.
(Wijziging als gevolg van de vernietiging van de regel in de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State)
In artikellid 3.7. wordt sublid 3.7.9. (vernietigd) vervangen door:
3.7.9. Wijzigen bouwperceel naar wonen zonder compensatie
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Agrarisch - Dijkenlandschap' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen - 1' of 'Wonen - Voormalige boerderijen' ten behoeve van een functieverandering van een bouwperceel, mits:
1. rekening wordt gehouden met de bescherming van de ruimtelijk relevante kenmerken van de vrijgekomen en vrijkomende bebouwing door beeldbepalende bouwvormen als landschappelijk waardevolle verschijningsvorm te handhaven;
2. het vergroten van de gebouwen niet is toegestaan;
3. het oprichten van nieuwe gebouwen niet is toegestaan;
(Wijziging als gevolg van een juridische omissie en de gewijzigde Provinciale Verordening)
In artikellid 3.7. komt in sublid 3.7.13 de tekst onder b. te vervallen en wordt vervangen door de volgende tekst:
b. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 6 van het bestemmingsplan Buitengebied 2010 van overeenkomstige toepassing zijn, met dien verstande dat:
1. uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, dan wel bedrijven in categorie 3, indien de activiteit daarvan wat betreft aard en schaal gelijk is te stellen aan categorie 2;
2. rekening wordt gehouden met de bescherming van de ruimtelijk relevante kenmerken van de vrijgekomen en vrijkomende bebouwing door beeldbepalende bouwvormen als landschappelijk waardevolle verschijningsvorm te handhaven;
3. het vergroten van de gebouwen niet is toegestaan;
4. het oprichten van nieuwe gebouwen niet is toegestaan;
Aan artikellid 3.7.13 wordt toegevoegd lid j.
j. een zelfstandige woonfunctie is slechts toegestaan op een perceel waar reeds een bedrijfswoning aanwezig was.
(Toevoeging aan de regels voor een gebruikswijziging)
In artikellid 3.7. wordt het volgende nieuwe sublid 3.7.16. toegevoegd:
3.7.16. Wijzigen bouwperceel naar loonbedrijven
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Agrarisch - Dijkenlandschap wordt gewijzigd in de bestemming 'Bedrijf - Agrarisch loonbedrijf' ten behoeve van een functieverandering van een bouwperceel, mits:
1. uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, dan wel bedrijven in categorie 3, indien de activiteit daarvan wat betreft aard en schaal gelijk is te stellen aan categorie 2;
2. rekening wordt gehouden met de bescherming van de ruimtelijk relevante kenmerken van de vrijgekomen en vrijkomende bebouwing door beeldbepalende bouwvormen als landschappelijk waardevolle verschijningsvorm te handhaven;
3. het vergroten van de gebouwen niet is toegestaan;
4. het oprichten van nieuwe gebouwen niet is toegestaan;
(Toevoeging aan de regels ten behoeve van ontwikkelingsmogelijkheden niet-grondgebonden agrarische bedrijfsactiviteiten)
In artikellid 3.7. wordt het volgende nieuwe sublid 3.7.17. toegevoegd:
3.7.17. Wijziging staloppervlakte en dieraantallen in bijlage 4
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat ten behoeve van een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering de staloppervlakte en, voor zover nodig, de dieraantallen, zoals geregeld in de bouwregels en per bedrijf vastgelegd in bijlage 4, wordt aangepast, mits:
In artikellid 3.7. wordt het volgende nieuwe sublid 3.7.18. toegevoegd:
3.7.18. Wijzing diersoort en/of dieraantallen in bijlage 4
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat ten behoeve van een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering de diersoorten/aantallen, zoals genoemd per bedrijf in bijlage 4, als gevolg van gewijzigde bedrijfsomstandigheden worden gewijzigd, mits:
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Agrarisch - Wierdenlandschap' zijn de regels van artikel 4 van het bestemmingsplan Buitengebied Eemsmond 2010 van toepassing, met inbegrip van de hieronder aangegeven wijzigingen van die regels.
Onderstaande wijzigingen zijn van toepassing op alle percelen met de bestemming 'Agrarisch - Wierdenlandschap' in het bestemmingsplan Buitengebied Eemsmond 2010.
(Toevoegen van een aanduiding op perceel Paaptilsterweg 5 te Uithuizermeeden)
In artikellid 4.1. wordt aan het onderdeel b de volgende tekst toegevoegd.
al dan niet in combinatie met:
(Aanpassing als gevolg van uitspraak Raad van State)
In artikellid 4.1. komt onderdeel g. te vervallen (vernietigd door de Raad van State) en wordt vervangen door het volgende onderdeel g.
g. een ijsbaan, ter plaatse van de aanduiding "ijsbaan";
(herstel van een foutieve benaming van de aanduidingen)
In artikellid 4.1. komt onderdeel i. te vervallen en wordt vervangen door het volgende onderdeel i.
i. een windturbine, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - windturbine - 1";
(herstel van een foutieve benaming van de aanduidingen)
In artikellid 4.2. komt sublid 4.2.2. onder a te vervallen en wordt vervangen door het volgende sublid 4.2.2. onder a.
(afwijkingsbevoegdheid wordt vervangen door een wijzigingsbevoegdheid)
In artikel 4.3. vervalt sublid 4.3.3
(Toevoeging aan de regels op grond van de nieuwe Provinciale Verordening)
In artikel 4.3. wordt sublid 4.3.9 vervangen en vervalt sublid 4.3.10
4.3.9. Opslag mest en veevoer aansluitend op bouwvlak
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1. onder a. dan wel van het bepaalde in lid 3.2.3. onder a in die zin dat opslag van mest en veevoer, in de vorm van mestsilo's, mestbassins, mestzakken, kuilvoerplaten en sleufsilo's, buiten het bouwvlak mag worden gebouwd dan wel aangelegd, mits:
(Toevoeging binnen de regeling voor intensieve veehouderijen)
Aan artikel 4.4. wordt het volgende onderdeel o toegevoegd.
o. het gebruik van gronden en gebouwen voor andere diersoorten en meer dieren dan per adres is vastgelegd in bijlage 4.
(Toevoeging aan de regels op grond van de nieuwe Provinciale Verordening)
In artikel 4.5. wordt het sublid 4.5.3. vervangen:
4.5.3. Mestopslag en opslag veevoer
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.4 onder c in die zin dat gronden en bouwwerken buiten het bouwperceel worden gebruikt voor het opslaan van mest en/of landbouwproducten;
(Wijziging in de regels op grond van de nieuwe Provinciale Verordening)
In artikellid 4.7. onder sublid 4.7.1. wordt aan d het volgende toegevoegd: 'zoals die voor de regio Noord nader uitgewerkt is in de Nota Agrarische Bouwblokken en landschap;'
In artikellid 4.7. onder sublid 4.7.1. wordt e geschrapt en vervangen door:
e. de uitbreiding van de bedrijfskavel vergezeld gaat van een erfinrichtingsplan, gebaseerd op een verkregen advies van Stichting Libau, en een lichtplan dat rekening houdt met het landschapstype en het voorkomen van nachtelijke lichtuitstraling;
In artikellid 4.7. onder sublid 4.7.1. worden de nieuwe criteria i, j en k toegevoegd, waarbij de bestaande i en j worden doorgeletterd naar l en m:
i. de wenselijkheid om voor de bedrijfsvoering niet meer in gebruik zijnde opstallen met uitzondering van monumentale of karakteristieke gebouwen op de bedrijfskavel c.q. de (te) verlaten bedrijfskavel te saneren;
j. de nakoming van de overeengekomen omvang, situering en verschijningsvorm van de agrarische bedrijfsbebouwing, zoals vervat in het erfinrichtingsplan wordt geborgd door in een wijzigingsplan (een) regel(s) op te nemen die ertoe strek(t)(ken) dat de agrarische bedrijfsbebouwing overeenkomstig het erfinrichtingsplan worden gebouwd;
k. de nakoming van de voorwaarden aan de landschappelijke inpassing van de agrarische bedrijfsbebouwing en/of opslagvoorzieningen, geen bouwwerken zijnde, zoals vervat in het erfinrichtingsplan, wordt geborgd door in het wijzigingsplan een gebruiksregel op te nemen die ertoe strekt dat het betrokken bouwwerk en/of voorziening uitsluitend mag worden opgericht of aangelegd indien de erfbeplanting vóór een nader te bepalen datum ná het verlenen van de omgevingsvergunning overeenkomstig bij het wijzigingsplan gevoegde beplantingsplan wordt aangelegd en vervolgens in stand wordt gehouden.
(Wijziging als gevolg van de vernietiging van de regel in de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State)
In artikellid 4.7. wordt sublid 4.7.9. (vernietigd) vervangen door:
4.7.9. Wijzigen bouwperceel naar wonen zonder compensatie
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Agrarisch - Wierdenlandschap' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen - 1' of 'Wonen - Voormalige boerderijen' ten behoeve van een functieverandering van een bouwperceel, mits:
(Wijziging als gevolg van een juridische omissie en de gewijzigde Provinciale Verordening)
In artikellid 4.7. komt in sublid 4.7.12 de tekst onder b. te vervallen en wordt vervangen door de volgende tekst:
b. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 6 van het bestemmingsplan Buitengebied 2010 van overeenkomstige toepassing zijn, met dien verstande dat:
1. uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, dan wel bedrijven in categorie 3, indien de activiteit daarvan wat betreft aard en schaal gelijk is te stellen aan categorie 2;
2. rekening wordt gehouden met de bescherming van de ruimtelijk relevante kenmerken van de vrijgekomen en vrijkomende bebouwing door beeldbepalende bouwvormen als landschappelijk waardevolle verschijningsvorm te handhaven;
3. het vergroten van de gebouwen niet is toegestaan;
4. het oprichten van nieuwe gebouwen niet is toegestaan;
Aan artikellid 4.7.12 wordt toegevoegd lid j.
j. een zelfstandige woonfunctie is slechts toegestaan op een perceel waar reeds een bedrijfswoning aanwezig was.
(Toevoeging aan de regels voor een gebruikswijziging)
In artikellid 4.7. wordt het volgende nieuwe sublid 4.7.14. toegevoegd:
4.7.14. Wijzigen bouwperceel naar loonbedrijven
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Agrarisch - Wierdenlandschap wordt gewijzigd in de bestemming 'Bedrijf - Agrarisch loonbedrijf' ten behoeve van een functieverandering van een bouwperceel, mits:
(Toevoeging aan de regels ten behoeve van ontwikkelingsmogelijkheden niet-grondgebonden agrarische bedrijfsactiviteiten)
In artikellid 4.7. wordt het volgende nieuwe sublid 4.7.15. toegevoegd:
4.7.15. Wijziging staloppervlakte en dieraantallen in bijlage 4
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat ten behoeve van een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering de staloppervlakte, zoals geregeld in de bouwregels en per bedrijf vastgelegd in bijlage 4, wordt aangepast, mits:
In artikellid 4.7. wordt het volgende nieuwe sublid 4.7.16. toegevoegd:
4.7.16. Wijzing diersoort in bijlage 4
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat ten behoeve van een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering de diersoorten/aantallen, zoals genoemd per bedrijf in bijlage 4, als gevolg van gewijzigde bedrijfsomstandigheden worden gewijzigd, mits:
Onderstaande wijziging is van toepassing op alle percelen met de bestemming 'Bedrijf - 1' in het bestemmingsplan Buitengebied Eemsmond 2010.
De bestaande aanhef van 5.5.1. komt te vervallen en wordt vervangen door de volgende aanhef:
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 5.4. en toestaan dat, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijven die zijn in genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, dan wel bedrijven in categorie 3 worden gevestigd, indien de activiteit daarvan wat betreft aard en schaal gelijk is te stellen aan categorie 2, mits:
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Bedrijf -2' zijn de regels van artikel 6 van het bestemmingsplan Buitengebied Eemsmond 2010 van toepassing, met inbegrip van de hieronder aangegeven wijzigingen van die regels.
Onderstaande wijziging is van toepassing op het perceel waarop de aanduiding betrekking heeft met de bestemming 'Bedrijf -2' in het bestemmingsplan Buitengebied Eemsmond 2010.
(Toevoegen van een aanduiding op perceel Oosternielandsterweg 4)
Aan artikellid 6.1. wordt in sublid a na nummer 9 de volgende bedrijvigheid toegevoegd.
10. een afvalinzameldepot, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - afvalinzameldepot";
Onderstaande wijziging is van toepassing op alle percelen met de bestemming 'Bedrijf - 2' in het bestemmingsplan Buitengebied Eemsmond 2010.
De bestaande aanhef van 6.5.1. komt te vervallen en wordt vervangen door de volgende aanhef:
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.4. en toestaan dat, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijven die zijn in genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, dan wel bedrijven in categorie 3 worden gevestigd, indien de activiteit daarvan wat betreft aard en schaal gelijk is te stellen aan categorie 2, mits:
Onderstaande wijzigingen zijn van toepassing op de percelen binnen de bestemming 'Bedrijf - Delfstof-/energiewinning (Artikel 11)' met de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - windturbine - 2” in het bestemmingsplan Buitengebied Eemsmond 2010.
(Toevoegen van een regeling voor een bestaande windturbine die in het bestemmingsplan Buitengebied Eemsmond 2010 was vergeten)
Aan de bestemmingsomschrijving wordt sublid b toegevoegd. De bestaande subleden b tot en met g verletteren daardoor naar c tot en met h.
b. een windturbine, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - windturbine - 2”;
In de Bouwregels worden een sublid 11.2.2. toegevoegd, waarbij het bestaande sublid 11.2.2. wordt vernummerd naar 11.2.3.
Voor het bouwen van windturbines gelden de volgende regels:
Onderstaande wijzigingen zijn van toepassing op de percelen binnen de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening (Artikel 13)' met de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - windturbine - 2” in het bestemmingsplan Buitengebied Eemsmond 2010.
(Toevoegen van een regeling voor een bestaande windturbine die in het bestemmingsplan Buitengebied Eemsmond 2010 was vergeten)
Aan de bestemmingsomschrijving wordt sublid b toegevoegd. De bestaande subleden b tot en met f verletteren daardoor naar c tot en met g.
b. een windturbine, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - windturbine - 2”;
In de Bouwregels worden een sublid 13.2.2. toegevoegd, waarbij het bestaande sublid 13.2.2. wordt vernummerd naar 13.2.3.
Voor het bouwen van windturbines gelden de volgende regels:
(Deze bestemming is nieuw toegevoegd voor een sluis met gemaal aan de Helwerdermaar nabij Westerhornseweg te Usquert)
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Deze regels zijn van toepassing voor de gronden binnen deze herziening die opnieuw zijn voorzien van de archeologische bestemming.
De voor 'Waarde - Archeologie 1 (artikel 48)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden van de gronden.
Voor het bouwen van bouwwerken is een vergunning van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed noodzakelijk. Een aanvraag daartoe dient bij de gemeente Eemsmond te worden ingediend.
Voor het aanleggen van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, is een vergunning van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed noodzakelijk. Een aanvraag daartoe dient bij de gemeente Eemsmond te worden ingediend.
Deze regels zijn van toepassing voor de gronden binnen deze herziening die opnieuw zijn voorzien van de archeologische bestemming.
De voor 'Waarde - Archeologie 2 (Artikel 49)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, waarbij de bodem dieper dan 0,40 m -Mv wordt geroerd, tenzij het betreft:
De gebouwen die bestaan ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan zijn hiervan uitgezonderd.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 49.2.1., mits:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de ontheffing voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 49.4.1. is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
De genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de aanlegvergunning voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2 (Artikel 49)' wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Deze regels zijn van toepassing voor de gronden binnen deze herziening die opnieuw zijn voorzien van de archeologische bestemming.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, waarbij de bodem dieper dan 0,40 m -Mv wordt geroerd, met uitzondering van:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 50.2.1., mits:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de ontheffing voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 50.4.1. is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
De genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de aanlegvergunning voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3 (Artikel 50)' wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Deze regels zijn van toepassing voor de gronden binnen deze herziening die opnieuw zijn voorzien van de archeologische bestemming.
De voor 'Waarde - Archeologie 4 (Artikel 51)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd waarbij de bodem dieper dan 0,45 m -Mv wordt geroerd, met uitzondering van:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 51.2.1., mits:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de ontheffing voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 51.4.1. is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
De genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de aanlegvergunning voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4 (Artikel 51)' wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Onderstaande wijzigingen zijn van toepassing op de percelen binnen de bestemming 'Water' met de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - windturbine - 1” in het bestemmingsplan Buitengebied Eemsmond 2010.
(Toevoegen van een regeling voor een bestaande windturbine die in het bestemmingsplan Buitengebied Eemsmond 2010 was vergeten)
Aan de bestemmingsomschrijving wordt sublid c toegevoegd. De bestaande subleden c tot en met g verletteren daardoor naar d tot en met h.
c. een windturbine, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - windturbine - 1”;
In de Bouwregels worden een sublid 40.2.2. toegevoegd, waarbij het bestaande sublid 40.2.2. wordt vernummerd naar 40.2.3.
Voor het bouwen van windturbines gelden de volgende regels:
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Wonen - Voormalige boerderijen' zijn de regels van artikel 45 van het bestemmingsplan Buitengebied Eemsmond 2010 van toepassing.
Onderstaande wijzigingen zijn van toepassing op alle percelen met de bestemming 'Wonen - Voormalige boerderijen' in het bestemmingsplan Buitengebied Eemsmond 2010.
(Aanpassing aan de nieuwe Provinciale Verordening)
In de wijzigingsbevoegdheid komt de wijziging van 45.6.2. te vervallen en wordt vervangen door de volgende wijziging.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Wonen - Voormalige boerderijen' wordt gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch - Dijkenlandschap' of 'Agrarisch - Wierdenlandschap', met inbegrip van het aanbrengen van een bouwperceel en het daarbinnen gelegen bouwvlak, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:
(Aan de regels is een aanduidingsomschrijving toegevoegd, die in de agrarische bestemmingen was opgenomen.)
De voor 'Overig - Windturbinepark (57.3)' aangeduide gronden zijn mede bestemd voor windturbines.
Het sublid 57.3.1. wordt vernummerd naar 57.3.2.
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:
Regels deel uitmakende van het
bestemmingsplan Herziening bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Eemsmond.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van ......