direct naar inhoud van Artikel 16 Verkeer - Railverkeer
Plan: Westpolder/Bolwerk 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0104-VAST

Artikel 16 Verkeer - Railverkeer

16.1 Bestemmingsomschrijving
16.1.1 Algemeen

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor;

  • a. een raillijn met bijbehorende sporen, bovenleiding, wissels en overige constructies;
  • b. kunstwerken, zoals dijklichamen, viaducten en tunnels;
  • c. veiligheids-, onderhouds-, communicatie- en bereikbaarheidsvoorzieningen;
  • d. (overdekte) fietsenstallingen;
  • e. voorzieningen ter voorkoming of beperking van watervervuiling;
  • f. geluidsafschermende voorzieningen;
  • g. voorzieningen van algemeen nut;
  • h. kruisende wegen en water;
  • i. bermen, groenvoorzieningen en water;
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. speelplaatsen en speelvoorzieningen;
  • l. in- en uitritten;
  • m. straatmeubilair.
16.1.2 Specifiek

Ter plaatse van de aanduiding

  • a. 'specifieke vorm van verkeer - halte ov' zijn de gronden tevens bestemd voor haltevoorzieningen, zoals wachtruimtes voor passagiers, voorzieningengebouw voor personeel en voorzieningen ten behoeve van de bereikbaarheid van die haltevoorzieningen en kaartverkoop;
  • b. 'specifieke vorm van verkeer - ongelijkvloerse kruising' zijn de gronden tevens bestemd voor een ongelijkvloerse kruising, zoals een brug.
16.2 Bouwregels

Op of in de in lid 16.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de in lid 16.1 genoemde doeleinden, en met inachtneming van de onderstaande regels:

  • a. de bouwhoogte van de draagconstructie voor de bovenleiding mag niet meer bedragen dan 10 m, gemeten vanaf bovenkant spoor;
  • b. de gebouwen, ten behoeve van het railverkeer en bijbehorende haltevoorziening, op de gronden bedoeld in lid 16.1.2 (aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - halte ov'), mogen uitsluitend worden gebouwd binnen de aangegeven bouwvlakken;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen en andere bouwwerken, op de gronden bedoeld in lid 16.1.2 (aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - halte ov'), ten behoeve van het railverkeer en bijbehorende haltevoorziening mag niet meer bedragen dan 10 m, gemeten vanaf bovenkant spoor;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ongelijkvloerse kruising' tevens bouwwerken ten behoeve van een ongelijkvloerse kruising, zoals een brug of een viaduct waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 10 m;
  • e. de bouwhoogte van een gebouwde fietsenstalling mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • f. de oppervlakte van gebouwde nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 25 m²;
  • g. de bouwhoogte van gebouwde nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 3 m, gemeten vanaf bovenkant spoor;
  • h. voor overige andere bouwwerken ten behoeve van de spoorlijn zoals verkeersgeleiding en portalen waarbij de hoogte gemeten vanaf de bovenkant spoorstaaf, niet meer dan 10 m mag bedragen;
  • i. de bouwhoogte van overige bouwwerken mag maximaal 3 m bedragen.
16.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:

  • a. de bouw van nutsvoorzieningen (o.a. trafohuisjes) ten behoeve van de verkeersgeleiding/beveiliging met een bouwhoogte van maximaal 3 m en gezamenlijke grondoppervlakte van maximaal 50 m2;
  • b. de bouw van haltevoorzieningen buiten het bouwvlak met een bouwhoogte van maximaal 3 m en oppervlakte van maximaal 50 m2;
  • c. de bouw van andere bouwwerken waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m.