Plan: | Bedrijventerreinen Berkelse Poort, Rodenrijs en Spoorhaven |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1621.BP0101-VAST |
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de (potentieel) aanwezige archeologische waarden.
Op de in lid 15.1 bedoelde gronden is uitsluitend bebouwing toegestaan voor zover geen bouwwerkzaamheden, niet zijnde heiwerkzaamheden, dienen te worden verricht die dieper reiken dan 0,3 m beneden het maaiveld en die een grondoppervlakte bestrijken die groter is dan 500 m2 en tevens wordt voldaan aan de bepalingen van de onderliggende bestemming(en).
Bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2, voor de bouw van bouwwerken ten behoeve van de onderliggende bestemming(en).
De genoemde afwijkingen met een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:
a. door de bouwwerken geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan de archeologische (verwachtings)waarden van het gebied of een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft dat, onverminderd het elders in het plan bepaalde, een afwijking in alle redelijkheid niet kan worden geweigerd;
b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende archeologisch deskundige;
c. voldaan wordt aan de bepalingen van de onderliggende bestemming(en).
In afwijking van het bepaalde onder a en b kan de afwijking bij een omgevingsvergunning worden verleend indien voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de bouwaanvraag reeds een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 15.4 is verleend en voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde onder c.
Het is verboden op of boven de in lid 15.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 15.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in lid 15.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien op basis van een schriftelijk advies van een archeologisch deskundige, gebleken is dat de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot onevenredige aantasting van de archeologische waarden.
Voor zover de in lid 15.4.1 genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal kan in afwijking van het bepaalde in 15.4.3 de omgevingsvergunning worden verleend indien aan de omgevingsvergunning de volgende nadere voorwaarden worden verbonden:
Bevoegd gezag kan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de in lid 15.1 bedoelde dubbelbestemming wijzigen door de bestemmingsvlakken aan te passen, toe te voegen of te verwijderen, indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat er (geen) sprake (meer) is van te beschermen archeologische waarde(n).
Alvorens toepassing te geven aan het bepaalde in lid 15.5.1 wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige.