3.2 Provinciaal beleid
Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening 2010
De Structuurvisie Noord-Holland 2040 is vastgesteld op 21 juni 2010. De beleidskeuzes uit de structuurvisie zijn verankerd in de Provinciale Verordening. In de verordening is vastgelegd welke ruimtelijke waarden in bestemmingsplan beschermd moeten worden en op welke locaties uitbreiding van stedelijke functies (bijvoorbeeld wonen of bedrijventerrein) is toegestaan.
In de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) zijn direct bindende juridische regels opgenomen om het provinciaal beleid uit de Structuurvisie te waarborgen. Gezien de kleinschaligheid van de ontwikkeling, wordt alleen ingegaan op de verordening.
Conclusie provinciaal beleid
Het plangebied valt in het gebied voor ‘grootschalige landbouw, droogmakerijenlandschap en weidevogel gebieden'. Binnen de provinciale ruimtelijke verordening wordt verbreding van met niet-agrarische functies toegestaan. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd om nadere regels te stellen aan de aard en omvang van de toe te laten niet-agrarische functies. De toevoeging van een centrum voor kinderopvang kan worden opgenomen wanneer:
- de voorziening de bedrijfsvoering en ontwikkelings mogelijkheden voor omringende agrarische bedrijven en de woonfunctie van omringende woningen niet wordt beperkt;
- de nieuwe functie geen onevenredige verkeersaantrekkende werking heeft en dat er sprake is van een acceptabele verkeerssituatie;
- de extra benodigde parkeerplaatsen op eigen bouwperceel worden gerealiseerd.
Gezien de aard van de plannen kan worden gesteld dat deze niet in conflict zijn met de doelstellingen zoals deze zijn opgesteld voor deze functiewijziging op dit deel van het agrarische bouwperceel. Verder zijn er in het plangebied geen provinciale belangen van toepassing.