Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Hensbroek - Wogmeer 2B
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1598.BPLG2000herz0014-oh01

Artikel 3 Agrarisch (A)

De op de plankaart voor agrarisch gebied aangewezen gronden zijn bestemd voor de exploitatie van het volwaardige dan wel het startende agrarisch bedrijf.
    

3.1 Bestemmingsdoeleinden

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1.  schuurkassen, kasschuren en bollentrekkassen;
  2. overige bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van een agrarisch bedrijf;
  3. een bedrijfswoning;
  4. aanbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
  1. cultuurgrond;
  2. wegen en paden;
  3. water;
  4. nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels

3.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:     
  1. de gebouwen, waaronder overkappingen, zullen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  2. per gebied mogen binnen een bouwvlak uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van het ter plaatse gevestigde agrarische bedrijf worden gebouwd;
  3. de oppervlakte van kassen ten behoeve van teeltondersteunend glas bij vollegrondstuinbouw en bollenteelt zal, per bouwvlak, ten hoogste 2000 m² bedragen;
  4. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van een veredelingstak als ondergeschikt onderdeel van de bedrijfsvoering zal, per agrarisch bedrijf, ten hoogste 250 m² bedragen;
  5. per agrarisch bedrijf mag één bedrijfswoning worden gebouwd;
  6. een bedrijfswoning zal uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning";
  7. de goothoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  8. debouwhoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 10,00 m bedragen;
  9. de dakhelling van een bedrijfswoning zal ten minste 45º bedragen;
  10.  de dakhelling van een bedrijfswoning zal ten hoogste 60º bedragen;
  11. de goothoogte van bedrijfsgebouwen zal ten hoogste 7,00 m bedragen;
  12. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen zal ten hoogste 12,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van de in sublid c bedoelde kassen ten hoogste 6,00 m bedragen.

3.2.2 Aanbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning

Voor het bouwen van aanbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
  1. aanbouwen en bijgebouwen zullen ten minste 0,50 m achter (het verlengde van) de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning worden gebouwd;
  2. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen en bijgebouwen zal, per bedrijfswoning, ten hoogste 80 m² bedragen; 
  3. in afwijking van het bepaalde onder a en b mogen bovendien hobbykasjes worden gebouwd, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van hobbykasjes per bedrijfswoning ten hoogste 12 m² zal bedragen;
  4. de goothoogte van aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen zal ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste verdiepingsvloer van de bedrijfswoning waaraan wordt gebouwd, vermeerderd met 0,25 m;
  5. de bouwhoogte van aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen zal ten hoogste 6,50 m bedragen;
  6. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  7. de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
  8. aanbouwen en bijgebouwen mogen worden voorzien van een plat dak dan wel van een kap, met dien verstande dat ingeval van een kap de dakhelling gelijk zal zijn aan de dakhelling van de bedrijfswoning waaraan of waarbij wordt gebouwd.

3.2.3 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  1. silo's, platen en bassins zullen binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van waterbassins zal ten hoogste 4,00 m bedragen;
  3. de bouwhoogte van palen en masten zal ten hoogste 7,00 m bedragen;
  4. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de gebouwen ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  5. de bouwhoogte van silo's, met uitzondering van sleufsilo's, zal ten hoogste 15,00 m bedragen; 
  6. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

3.3 Specifieke gebruiksregels

 Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
  1. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan de verkoop van eigen en streekeigen producten, met dien verstande dat de gezamenlijke bruto vloeroppervlakte ten hoogste 50 m² mag bedragen;
  2. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
  3. het gebruik van de gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken zodanig dat:
    1. de oppervlakte van de paardenbak meer dan 1000 m² bedraagt;
    2. de verlichting niet objectgericht is;.
    3. de verlichting schijnt buiten de bouwperceelgrens;
    4. de verlichting brandt tussen 21:00 uur en zonsopgang;
  4. het gebruik van bedrijfsgebouwen en bijgebouwen voor bewoning.