Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Hensbroek - Wogmeer 2B
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1598.BPLG2000herz0014-oh01

Artikel 1 Begrippen

In deze voorschriften wordt verstaan onder:
Plan:
het bestemmingsplan "Hensbroek - Wogmeer 2B ", van de gemeente Koggenland
Bestemmingsplan:
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1598.BPLG2000herz0014-oh01 , met bijbehorende regels.
Aanbouw :
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch (bouwkundig en functioneel) opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
Aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
Afhankelijke woonruimte:
een aanbouw of bijgebouw die/dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin uit een oogpunt van mantelzorg een gedeelte van de huishouding is gehuisvest;
Agrarisch bedrijf :
Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
Agrarisch bouwvlak :
Een aaneengesloten stuk grond waarop geconcentreerde bebouwing ten behoeve van één agrarisch bedrijf is toegestaan;
Bebouwing:
Één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
Bedrijfsgebouw:
Een gebouw, niet zijnde een kas, dat dient voor het uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten;
Bedrijfswoning:
Een woning in of bij een terrein, die slecht bedoeld is voor het huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens wiens huisvesting daar, gelet op het ter plaatse gevestigde bedrijf, noodzakelijk moet worden geacht;
Bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
Bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Bijgebouw:
een, al dan niet vrijstaand, gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan en ten dienste staat van een op het zelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, waarmee het niet in directe verbinding staat, zoals een garage, hobbyruimte, berging en huisdierenverblijf;
Bestaand gebouw:
Een gebouw, dat op de eerste dag van de ter inzage legging van het ontwerp van dit plan bestaat, dan wel in uitvoering is of mag worden opgericht krachtens een bouwvergunning die voor dat tijdstip is aangevraagd;
Bestaand gebruik:
Het gebruik van gronden of gebouwen dat op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan staat;
Bestaande bedrijfswoning:
Een woning die op de eerste dag van de ter inzage legging van het ontwerp van dit plan bestaat dan wel in uitvoering is of mag worden gebouwd krachtens een bouwvergunning die vóór dat tijdstip is aangevraagd;
Boog- of gaaskas:
een verplaatsbaar bouwwerk bekleed met een licht- en luchtdoorlatend materiaal ten behoeve van het telen van gewassen, welke uitsluitend op eenvoudige wijze aan de grond verankerd mag zijn;
Bouwen:
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van het bouwwerk;
Bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
Bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
Bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
Bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
Bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
Detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, zulks met uitzondering van horecaactiviteiten;
Gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten
Glastuinbouwbedrijf:
een agrarisch bedrijf dat gericht is op et voortbrengen van producten door het - overwegend in kassen - telen van gewassen;
Hoofdgebouw:
Een gebouw dat op een perceel door zijn constructie, situering of afmetingen als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
Kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
Kap:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw met een zekere helling;
Kas:
een gebouw, niet zijnde een tunnelkas dan wel een naar de aard daarmee vergelijkbaar bouwwerk, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander licht doorlatend materiaal, dienend tot het kweken van groente, vruchten, bloemen of planten;
Kasschuur:
een kas met geheel gesloten wanden;
Mantelzorg:
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband in de vorm van inwoning en/of afhankelijke woonruimte;
Nutsvoorzieningen:
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
Onzelfstandige woonruimte:
een woonruimte die niet is voorzien van een toilet of keuken of bad- en douchegelegenheid;
Overkapping:
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
Paardenbak:
buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining;
Peil:
het peil overeenkomstig de bouwverordening dan wel indien geen peil overeenkomstig de bouwverordening is vast te stellen, de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld;
Prostitutie:
het zich tegen vergoeding beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander;
Relatie:
een figuur dat twee afzonderlijk weergegeven bestemmingsvlakken met elkaar verbindt, zodanig dat voor toepassing van de regels sprake is van één bestemmingsvlak;
Schuurkas:
een gebouw met een licht doorlatend dak;
Seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval wordt verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
Silo:
een bouwwerk ten behoeve van opslagdoeleinden;
Startend agrarisch bedrijf:
een agrarisch bedrijf met werkgelegenheid voor tenminste een halve arbeidskracht met een aannemelijk perspectief op doorgroei naar volwaardigheid;
Verbeelding:
De kaart met bijbehorende verklaring,waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven;
Veredelingstak:
een intensieve veehouderij als ondergeschikt onderdeel van een agrarisch bedrijf.
Volwaardig agrarisch bedrijf:
een agrarisch bedrijf met volledige werkgelegenheid voor ten minste één arbeidskracht waarbij de continuïteit op langere termijn is gewaarborgd;
Woning:
Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden;