Plan: | Bedrijventerreinen Oost Gelre, wijziging Staat van Bedrijfsactiviteiten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1586.WPBEDRIJVEN304-VG01 |
Het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Oost Gelre reparatie en herziening Lindebrook' (vastgesteld op 15 december 2020) is met ingang van 29 januari 2021 geheel onherroepelijk in werking getreden. In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het college in staat stelt om met een zogeheten wijzigingsplan de 'Staat van bedrijfsactiviteiten' behorende bij het bestemmingsplan aan te passen. Dit om een nieuwvestiging van ongewenste bedrijfsactiviteiten op de bedrijventerreinen te voorkomen. Hierbij valt te denken aan agrarische bedrijven, maar bijvoorbeeld ook een kinderdagverblijf of een dansschool. Voorliggend wijzigingsplan geeft een invulling aan de wijzigingsbevoegdheid.
Het plangebied van het voorliggende wijzigingsplan wordt gevormd door het plangebied van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Oost Gelre reparatie en herziening Lindebrook' (vastgesteld op 15 december 2020) en omvat een aanzienlijk deel van de bedrijventerreinen binnen de gemeente Oost Gelre.
Ter plaatse van de voorliggende wijziging van het bestemmingsplan gelden momenteel de volgende bestemmingsplannen:
Naam bestemmingsplan | IMRO-identificatienummer | Datum vaststelling raad |
Bedrijventerreinen Oost Gelre | NL.IMRO.1586.BPBEDRIJVEN300-VA02 | 9 juli 2013 |
Facetbestemmingsplan parkeren | NL.IMRO.1586.BPPAR1800-VG01 | 5 juni 2018 |
Bedrijventerreinen Oost Gelre reparatie en herziening Lindebrook | NL.IMRO.1586.BPBEDRIJVEN304-VG01 | 15 december 2020 |
Parapluplan Archeologie | NL.IMRO.1586.BPARCH-VG01 | 22 februari 2022 |
Het voorliggende wijzigingsplan is daarbij gebaseerd op de wijzigingsbevoegdheid zoals deze in artikel 24 onder d van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Oost Gelre reparatie en herziening Lindebrook is opgenomen. Daardoor is het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Oost Gelre reparatie en herziening Lindebrook het moederplan van het voorliggende wijzigingsplan.
Op het moment van opstellen van het voorliggende wijzigingsplan is de bedrijvenlijst geldig van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Oost Gelre reparatie en herziening Lindebrook, dat is vastgesteld op 15 december 2020. Deze komt overeen met de lijst van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Oost Gelre, vastgesteld op 9 juli 2013. Van deze lijst is gebleken dat deze voorziet in bedrijfsactiviteiten die niet wenselijk zijn op een bedrijventerrein. Mogelijk is bij het bestemmingsplan destijds een algemene lijst met alle voorkomende bedrijfsactiviteiten gevoegd in plaats van een lijst die specifiek ziet op bedrijventerreinen. Als gevolg daarvan is het mogelijk om op de bedrijventerreinen ook ongewenste bedrijven te vestigen, mits deze voldoen aan de ter plaatse maximaal toegestane milieucategorie. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan kassen, maar ook aan banken, verhuurbedrijven, scholen, ziekenhuizen, sportscholen en gymnastiekzalen. Bedrijfsactiviteiten waarvan het nog maar de vraag is of ze (al dan niet beleidsmatig) wenselijk zijn op een bedrijventerrein. Het is wenselijk om de bedrijvenlijst dan ook te beperken tot die activiteiten die (beleidsmatig) wenselijk zijn op de bedrijventerreinen. In het voorliggende wijzigingsplan is een nieuwe Staat van Bedrijfsactiviteiten toegevoegd waarmee de Staat van Bedrijfsactiviteiten uit het voorgaande plan komt te vervallen. De overige regels blijven onverkort van kracht.
Er zijn mogelijk al een aantal bedrijfsactiviteiten in het plangebied aanwezig die niet langer zijn toegestaan op basis van de gewijzigde Staat van Bedrijfsactiviteiten. Die bedrijfsactiviteiten worden daardoor onder het zogeheten overgangsrecht geplaatst; een regeling in bestemmingsplannen die erin voorziet dat oude situaties, die ten tijde van een vorige bestemmingsplan al op legale wijze bestonden, maar die in strijd zijn met het daarop volgende bestemmingsplan, mogen blijven bestaan. Deze regeling biedt bescherming aan gevestigde belangen of verkregen rechten bij de invoering van nieuwe bestemmingsregels. Het moet daarbij expliciet wel gaan om legaal gebruik onder, in dit geval het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Oost Gelre reparatie en herziening Lindebrook.
Voor het gebied geldt een groot aantal juridische kaders en beleidskaders. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste voor deze herziening samengevat.
De provincie heeft haar visie op de omgeving vertaald in de 'Omgevingsvisie Gelderland'. Deze is vastgesteld op 19 december 2018. Op die datum is tevens de Omgevingsverordening Gelderland vastgesteld. De Omgevingsverordening is echter op 15 december 2021 geactualiseerd. Het voorliggende wijzigingsplan ziet echter op het op zodanige wijze aanpassen van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dat op de bedrijventerreinen in Oost Gelre ook alleen ruimte is voor bedrijfsactiviteiten die daar thuis horen. Kort gezegd worden de gebruiksmogelijkheden beperkt door 'bedrijfsterreinvreemde' activiteiten uit de bedrijvenlijst te halen. Daarbij is geen sprake van het toevoegen van nieuwe zelfstandige bedrijfsactiviteiten die nu in het bestemmingsplan niet zouden zijn toegestaan. Daarom is er dan ook geen sprake van strijd met provinciaal beleid.
Conclusie
De Omgevingsvisie en -verordening Gelderland vormen geen belemmering voor de voorgenomen planontwikkeling.
In het geldende bestemmingsplan, Bedrijventerreinen Oost Gelre reparatie en herziening Lindebrook, is in artikel 24 bij de Algemene Wijzigingsregels opgenomen dat het college overeenkomstig het bepaalde in art. 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd is het plan te wijzigen ten behoeve van het verwijderen van bedrijfsactiviteiten uit de als Bijlage 1 bij dat bestemmingsplan opgenomen bedrijfsactiviteiten. Het voorliggende wijzigingsplan bevat een Staat van Bedrijfsactiviteiten als bijlage waarin bedrijfsactiviteiten zijn verwijderd ten opzichte van de geldende Staat van Bedrijfsactiviteiten.
Het bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, regels en een verbeelding. De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken, overeenkomstig het gestelde in de SVBP2012 behorende bij de Regeling standaarden ruimtelijke ordening. Daarnaast zijn de verplichte bepalingen uit het Besluit ruimtelijke ordening, te weten de anti-dubbeltelregel en het overgangsrecht, opgenomen.
Voor het opstellen van wijzigingsplannen zijn verder geen standaarden of modelafspraken voorhanden. Met de gekozen opzet wordt getracht belanghebbenden een duidelijk inzicht te geven van de wijziging ten opzichte van het geldende planologische regime ter plaatse van het plangebied en wat het totale juridisch planologische regime zal zijn na inwerkingtreding van deze herziening.
Benadrukt wordt dat er inhoudelijk gezien uitsluitend regels worden aangevuld/toegevoegd ten aanzien van de toegestane Staat van bedrijfsactiviteiten. Voor het overige blijft het geldende regime van kracht.
De verbeelding bestaat uit de plangrens met daarbinnen uitsluitend de gronden die binnen het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Oost Gelre reparatie en herziening Lindebrook' zijn gelegen. De gronden die niet zijn gelegen in dat reparatieplan voorzien niet in de benodigde wijzigingsbevoegdheid voor het aanpassen van de Staat van bedrijfsactiviteiten. De geldende bestemmingen en aanduidingen blijven qua ligging en omvang hetzelfde.
Zoals in paragraaf 5.1 reeds gesteld, zijn de regels onderverdeeld in vier hoofdstukken, te weten:
Hoofdstuk 1: Inleidende regels
In dit hoofdstuk zijn de begrippen opgenomen. Dit zijn de begrippen: plan, bestemmingsplan en moederplan. Het begrip moederplan legt uit welk bestemmingsplan die van kracht is in het plangebied wordt gewijzigd. Dit begrip komt terug in het artikel over de reikwijdte van het plan.
Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels
In hoofdstuk 2 is de reikwijdte van het plan geregeld. Dit plan betreft een herziening van de regels in de 'oorspronkelijke bestemmingsplannen'. De regels zijn aangepast door in de regels te bepalen dat de Staat vn Bedrijfsactiviteiten welke als bijlage 1 bij de regels van het voorliggend wijzigingsplan wordt gevoegd, in de plaats treedt van de bijlage 1 bij de regels van het moederplan 'Bedrijventerreinen Oost Gelre reparatie en herziening Lindebrook'. Voor het overige blijven de regels van het
Hoofdstuk 3: Algemene regels
In dit hoofdstuk is de anti-dubbeltelregel opgenomen conform het Bro.
Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels
Dit hoofdstuk bevat het overgangsrecht conform het Bro en in de slotregel is aangegeven onder welke benaming de regels kunnen worden aangehaald.
Overleg
Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening dient bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te worden gevoerd met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
Het ontwerpwijzigingsplan vloeit direct voort uit de in het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Oost Gelre reparatie en herziening Lindebrook opgenomen wijzigingsbevoegdheid. Tegen dat bestemmingsplan is geen beroep ingesteld. Evenmin is van Provincie of Rijk een reactieve aanwijzing uitgebracht tegen het plan. Er zijn dan ook geen rijks- en/of provinciale belangen die rechtstreeks door dit wijzigingsplan worden geschaad. Een vooroverleg is dan ook niet noodzakelijk. Wel wordt een ontwerp-wijzigingsplan aan de overlegpartners toegezonden.
Zienswijzen
Op 15 december 2020 heeft de bekendmaking van een concreet beleidsvoornemen plaatsgevonden waarin de voorliggende wijziging al is aangekondigd. Daarmee is vanaf dat moment al voorzienbaarheid gecreëerd voor de (toekomstige) eigenaren van bedrijven.
Het ontwerp wijzigingsplan wordt op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening gedurende zes weken ter inzage gelegd. Het ontwerp wijzigingsplan heeft ter inzage gelegen van 29 december 2023 tot en met 8 februari 2024. Er is 1 zienswijze ingediend. De zienswijze en beantwoording is bijgevoegd als bijlage
Het wijzigingsplan 'Bedrijventerreinen Oost Gelre, wijziging staat van bedrijfsactiviteiten' maakt geen ontwikkelingen met financiële consequenties mogelijk. Het plan leidt niet tot kosten en kan derhalve als economisch uitvoerbaar worden beschouwd. Het is dan ook niet noodzakelijk een exploitatieplan op te stellen.