Plan: | Marveld en omgeving, Groenlo |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1586.BPMEO1400-VA02 |
het bestemmingsplan Marveld en omgeving, Groenlo met identificatienummer NL.IMRO.1586.BPMEO1400-VA02 van de gemeente Oost Gelre;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het uitsluitend door de bewoner(s) van een woning verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van - geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen - bedrijvigheid, die in een woning en/of bijbehorende bouwwerken worden of wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is. Detailhandel, uitgezonderd verkoop via internet en voor zover behorend bij het aan huis verbonden bedrijf, wordt niet onder het aan huis verbonden bedrijf verstaan;
een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, ontwerptechnisch, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep, dat uitsluitend door de bewoner(s) in een woning en/of bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is. Detailhandel, uitgezonderd verkoop via internet en voor zover behorend bij het aan huis verbonden beroep, wordt niet onder het aan huis verbonden beroep verstaan;
een deel van een woning, of een woonunit die qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning, waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is gehuisvest;
de (beleids)archeoloog of een andere door het college van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
terrein dat op basis van de Monumentenwet 1988 is aangewezen als beschermd archeologisch monument;
onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 Monumentenwet en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
een gebied met een daaraan toegekende hoge, middelmatige of lage archeologische verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied te verwachten overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
een gebied met een daaraan toegekende archeologische waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
de som van de oppervlakten van alle op een perceel of terrein gelegen gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, 1 m boven peil en buitenwerks gemeten;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel dan wel bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd met gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, produceren, bewerken/herstellen, installeren en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop en/of levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
het door middel van een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon beheren of exploiteren van recreatiewoningen, chalets en kampeermiddelen, waarbij geldt dat daar permanent wisselende recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
legaal aanwezig ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een gebouw, inclusief bijbehorende bouwwerken, bestaande uit een lichte constructie en lichte materialen, niet zijnde een kampeermiddel, dat naar aard en inrichting is bedoeld voor recreatief dag- en/of nachtverblijf en de maximale oppervlakte, inclusief bijgebouwen, niet meer dan 55 m² mag bedragen;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig verlenen van op publiek gerichte diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;
extensieve vorm van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen, vissen, picknicken en paardrijden, inclusief naar de aard en omvang daartoe behorende voorzieningen, zoals picknicktafels en informatieborden, waarbij de recreatievorm geen specifiek beslag legt op de ruimte;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf of instelling zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 4 '', waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of mee te nemen waren worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;
tenten, tentwagens, toercaravans en kampeerauto's of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief verblijf;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige c.q. financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening – niet zijnde detailhandel – al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie;
een plan dat aangeeft op welke wijze de inpassing van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen in het desbetreffende gebied plaatsvindt; tot deze inpassing behoren de situering van opstallen en de inrichting van het perceel, waaronder de erfbeplanting ten opzichte van het landschap; het gaat om bestaande en gewenste karakteristieken en kwaliteiten van het landschap;
het bieden van zorg aan een ieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband, meer dan 8 uur per week en langer dan 6 maanden;
de som van de oppervlakten van de tot een gebouw behorende binnenruimten, gemeten op vloerniveau, tussen de begrenzende opgaande scheidingsconstructies van de afzonderlijke ruimten, een en ander conform NEN 2580:2007 (zie bijlage 1 );
de levering van elektriciteit, gas, water en warmte. De verzorging van telecommunicatie. De afvoer en verwerking van afvalstoffen;
detailhandel die qua oppervlakte en qua functie ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit van een niet-detailhandelsbedrijf of -voorziening;
het in verband met een andere hoofdactiviteit op een perceel verstrekken van eten en drinken tegen betaling voor gebruik ter plaatse in die mate dat duidelijk herkenbaar is dat die hoofdactiviteit de kernactiviteit is die op het perceel plaatsvindt en het verstrekken van dat eten en drinken alleen plaatsvindt als beperkt en ondergeschikt onderdeel van en voortvloeiende uit de hoofdactiviteit;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak, ondersteund door palen of kolommen, eventueel gedeeltelijk omsloten door wanden die niet tot de constructie behoren;
gemiddelde hoogte van aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte terrein;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
elk recreatief verblijf, zijnde een gebouw, geen chalet of kampeermiddel zijnde, inclusief bijbehorende bouwwerken;
een lijn, die de verbinding aangeeft tussen twee of meer afzonderlijk begrensde bouwvlakken of bestemmingsvlakken, inclusief de daaraan toegekende aanduidingen waardoor er voor de toepassing van deze regels sprake is van één bestemmingsvlak;
elk voor rijdende voertuigen bestemd weggedeelte met uitzondering van de fietspaden;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
bij de openbare weg behorende bouwwerken;
de som van de oppervlakten van de voor bewoning bestemde vertrekken van een woning, waaronder mede moeten worden verstaan keukens, slaapvertrekken, gangen, toiletten, bad- en doucheruimten en vlieringen welke gebruikt worden als berging, alsmede inpandige of aangebouwde bergingen die op grond van het bestemmingsplan verbouwd mogen worden tot woonruimte, binnenwerks gemeten;
de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw, of indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan beide zijden niet zijn gebouwd in de bouwperceelsgrens, alsmede hoofdgebouwen die aan één zijde zijn gebouwd in de bouwperceelgrens en die door middel van een bijgebouw zijn geschakeld aan een ander hoofdgebouw;
een werk, al dan niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan;
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin gelegen bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
waar in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen wordt geduid op die regelingen, zoals zij luidden op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand tussen de zijdelingse bouwperceelgrenzen en enig punt van de op dat bouwperceel voorkomende bouwwerken;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingslijn, met dien verstande, dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en verhardingen.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Op of in deze gronden is het bouwen van gebouwen niet toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Op of in deze gronden is het bouwen van gebouwen niet toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Recreatie - Centrale voorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan, tenzij de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'. Het aantal bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag niet meer bedragen dan 1.
In de bedrijfswoning is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan, met dien verstande dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en 100% van de vloeroppervlakte van de bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt met een gezamenlijk maximum van 50 m². De activiteit mag niet leiden tot belemmeringen voor de omliggende functies en geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer. Ten behoeve van de activiteit wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
- de (overdekte) tennishal, waarvoor geldt dat de maximale goothoogte 10 m bedraagt;
- de voorzieningen ten behoeve van beheer en douche- en toiletgebouwen, waarvoor geldt dat de maximale goothoogte 4m bedraagt;
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - beheersvoorziening' anders dan voor voorzieningen ten behoeve van beheer en wonen ten behoeve van het bedrijf, inclusief de uitoefening van een aan huis verbonden beroep.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
mits geen onevenredige aantasting ontstaat van:
De voor 'Recreatie - Chalets' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van de chalets ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - te grote chalets' als verblijfsrecreatieve voorziening met een grotere omvang dan 55 m2 na 31 december 2022, of zoveel eerder als de te grote chalets, die op het moment van ter inzage van het plan aanwezig zijn, feitelijk verwijderd zijn.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - te grote chalets' de aanduiding geheel te laten vervallen na 31 december 2022 of zoveel eerder als de te grote chalets, die op het moment van ter inzage van het plan aanwezig zijn, feitelijk zijn verwijderd of verkleind.
De voor 'Recreatie - Hotel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van het hotel met bijbehorende voorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Recreatie - Kampeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van voorzieningen ten behoeve van beheer en douche- en toiletgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 9.2.2 sub c en d voor het bouwen van recreatiewoningen met een grotere omvang dan 75 m² en 300 m³, onder de voorwaarden dat wordt aangetoond dat er vanuit de toeristische markt aantoonbaar behoefte bestaat aan het realiseren van recreatiewoningen met grotere maatvoering op de betreffende locatie. In dat geval kan een grotere maatvoering worden toegestaan.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van gronden voor chalets.
De voor 'Sport - Centrale voorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Ondergronds bouwen is toegestaan.
De voor 'Sport - Pitch en Putt' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Gebouwen zijn binnen de bestemming niet toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Sport - Tennisbaan' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Gebouwen zijn binnen de bestemming niet toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende verhardingen.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en straatmeubilair gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers, met inachtneming van de keur van het waterschap.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Het bouwen van gebouwen is niet toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van rioolleidingen.
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten behoeve van het leidingbeheer, met dien verstande dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 15.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende onderliggende bestemmingen, mits daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende leiding en ter zake vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden op de in lid 15.1 bedoelde gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 15.4.1 is niet van toepassing:
De in 15.4.1 genoemde werken en werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien en voorzover geen onevenredige aantasting van de belangen van de leidingen en/of energievoorziening ontstaat of kan ontstaan.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde in 16.2.1 onder a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit inventariserend archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 16.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de in 16.4.1 genoemde omgevingsvergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door:
de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 2' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde in 17.2.1 onder a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit inventariserend archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 17.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de in 17.4.1 genoemde omgevingsvergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het verbod tot bouwen met overschrijding van de bouwgrenzen is niet van toepassing op:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.1 voor het overschrijden van bouwgrenzen met, voor zover niet nader aangegeven, ten hoogste 2,00 m, indien het betreft:
Onder verboden gebruik met het bestemmingsplan wordt in ieder geval beschouwd een gebruik als:
Het bepaalde in lid 20.1 is niet van toepassing op (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - groene ontwikkelingszone' zijn de gronden tevens bestemd voor versterking van de samenhang tussen inliggende en aangrenzende natuurgebieden alsmede het voorkomen van significante effecten op de kernkwaliteiten.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden op de in 21.1 bedoelde gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 21.1.1 is niet van toepassing:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 21.1.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. De overblijvende negatieve effecten op de kernkwaliteiten van het gebied, de oppervlakte van de groene ontwikkelingszone en de samenhang dienen tevens gelijkwaardig te worden gecompenseerd.
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - kwetsbaar object' mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, op of in deze zone begrepen gronden geen nieuwe kwetsbare objecten worden gerealiseerd;
Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'Veiligheidszone - kwetsbaar object' wijzigen indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - beperkt kwetsbaar object' mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, op of in deze zone begrepen gronden geen nieuwe beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd;
Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'Veiligheidszone - beperkt kwetsbaar object' wijzigen indien:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de regels van het plan voor:
Omgevingsvergunningen als bedoeld in lid 22.1 kunnen slechts verleend worden indien zich daartegen geen dringende redenen verzetten en indien het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig wordt aangetast.
de maatvoering in Artikel 9 Recreatie - Verblijfsrecreatie, lid 9.2.2 van overeenkomstige toepassing is, tenzij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 9.2.4.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Marveld en omgeving, Groenlo.