direct naar inhoud van 3.8 Milieuzonering
Plan: Woonwijken Groenlo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1586.BPGRO500-VA05

3.8 Milieuzonering

In het plangebied wordt zowel gewoond als gewerkt. Het voorkomen van beide functies naast elkaar kan in enkele gevallen problemen geven. Daarom wordt voor de beoordeling van de toelaatbaarheid van bedrijvigheid in de nabijheid van woningen gebruikgemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering (geheel herziene uitgave 2007). In deze uitgave is een bedrijvenlijst opgenomen, die informatie geeft over de milieukenmerken van typen bedrijven. Vervolgens wordt in de lijst op basis van een aantal factoren (waaronder geluid, gevaar en verkeer) een indicatie gegeven van de richtafstanden tussen bedrijfstypen en het omgevingstype waarmee gemeenten bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening kunnen houden. Deze afstand is gebaseerd op de grootste indicatieve afstand. De lijst is algemeen geaccepteerd als uitgangspunt bij het opstellen van bestemmingsplannen. Er worden twee omgevingstypen onderscheiden, namelijk 'rustige woonwijk' en 'gemengd gebied'.


Een 'rustige woonwijk' is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies voor. Langs de randen is weinig verstoring door verkeer. Een 'gemengd gebied' is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven.
In deze gebieden is de vestiging van milieuhinderlijke bedrijven ongewenst.


De richtafstanden uit de VNG-publicatie ten opzichte van een rustige woonwijk kunnen, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsstap worden verlaagd indien sprake is van het omgevingstype gemengd gebied. Het gaat bij de omgevingstypen bij de verschillende hindercategorieën om de afstanden die in de navolgende tabel worden vermeld.

Categorie   Richtafstand (in meters) tot omgevingstype  
  Rustige woonwijk   Gemengd gebied  
1   10   0  
2   30   10  
3.1   50   30  
3.2   100   50  
4.1   200   100  
4.2   300   200  


Voor de uit te werken bestemmingen is onderzoek verricht, onder meer in het kader van geur. De uitvoerbaarheid is aangetoond.


Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

  • Binnen de bedrijfsbestemmingen worden bedrijven uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten (2007) toegelaten, waarbij de milieuregelgeving moet toezien op een passende relatie met de (woon-)omgeving.
  • Bestaande bedrijven die niet zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten worden specifiek bestemd.
  • Er wordt een afwijkingsbevoegdheid voor niet genoemde bedrijvigheid opgenomen.