Plan: | De Gracht Groenlo |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1586.BPGRO012-VG05 |
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, uitbouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Het uitbreiden van een woning, gelegen op aangrenzende gronden met de bestemming 'Wonen', aan de voorzijde met een uitbouw door middel van overschrijding van de voorgevel is, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' zoals bedoeld in de bestemming 'Wonen', toegestaan onder voorwaarden dat:
a. de bouwhoogte van de uitbouw maximaal 3 m bedragen mag, maar niet hoger dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw mag zijn;
b. de breedte van de uitbouw maximaal 40% mag bedragen van de breedte van de oorspronkelijke voorgevel van de woning;
c. de diepte van de uitbouw maximaal 40% mag bedragen van de diepte van de aanwezige ruimte tussen de voorgevel en de aan de weg gelegen bouwperceelgrens, met een maximum van 1,5 m.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in dit artikel bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot:
De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 5.2.3 sub b voor de bouw van een overkapping, zijnde een bouwwerk, geen gebouw zijnde, onder de volgende voorwaarden:
a. de overkapping ten minste 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel van woning ligt;
b. de oppervlakte van een overkapping mag maximaal 20 m² bedragen;
c. de bouwhoogte van een overkapping mag maximaal 0,25 m boven 3 m bedragen, maar mag, ingeval zij is aangebouwd aan een hoofdgebouw, niet hoger zijn dan de eerste bouwlaag van dat hoofdgebouw;
d. de bestemming 'Tuin' mag voor niet meer dan 50% worden bebouwd.
Omgevingsvergunning als bedoeld in sub 5.4.1 kan slechts worden verleend, mits:
a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.