Plan: | Buitengebied 1998, herziening 57, Oude Lievelderweg 2 Lievelde |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1586.BPBUI036-VG01 |
Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben op 29 juni 2005 het Streekplan Gelderland 2005 vastgesteld. De nieuwe Wet ruimtelijke ordening kent geen streekplannen meer, maar een structuurvisie, met een zelfbindende werking. Dat wil zeggen dat ze geen juridische status hebben en geen rechtstreekse doorwerking naar gemeentelijke plannen. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het Streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. Op de streekplankaart is Gelderland onderverdeeld in een 'groenblauw' raamwerk, een 'rood' raamwerk en een multifunctioneel gebied. Het plangebied is gelegen in het multifunctioneel gebied en daarbinnen specifiek aangewezen als multifunctioneel platteland. In het provinciaal planologisch beleid wordt op deze gebieden geen expliciete provinciale sturing gericht.
In het Reconstructieplan Achterhoek en Liemers is het perceel Oude Lievelderweg 2 te Lievelde gelegen binnen het verwevingsgebied. Het perceel ligt buiten de gebieden die specifiek aangewezen zijn als ontwikkelingslocaties voor de landbouw. Binnen verwevingsgebieden worden kansen geboden aan verschillende functies om naast elkaar te bestaan. In het Reconstructieplan Achterhoek en Liemers wordt verwezen naar het Streekplan Gelderland 2005 waarin de functieverandering is verwoord en waarin rekening wordt gehouden met de in het Reconstructieplan genoemde denklijnen. Een functiewijziging van agrarisch naar wonen op dit perceel, in de nabijheid van de bebouwde kom Lievelde en andere burgerwoningen, ligt voor de hand, temeer daar de functiewijziging de toekomstige ontwikkelingen van andere agrarisch bedrijven niet belemmerd. Te meer gezien het feit dat het perceel gelegen is binnen het verwevingsgebied.
Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) met de daarbij behorende Invoeringswet in werking getreden. Hierbij is een nieuw stelsel van verantwoordelijkheidsverdeling tussen Rijk, provincies en gemeenten ontstaan. Belangrijke uitgangspunten van de Wro zijn het duidelijke onderscheid tussen beleid, normstelling en uitvoering en het beginsel dat normstelling plaatsvindt door het meest geschikte overheidsorgaan. Normstelling op een hoger niveau vindt plaats indien een beleidsonderdeel niet op doelmatige of doeltreffende wijze door een lager overheidsorgaan kan worden behartigd, gezien de aard van de betrokken taak of de schaal waarop een aangelegenheid moet worden geregeld. Voor de formulering van het provinciale ruimtelijke beleid is de provinciale structuurvisie ingevolge artikel 2.2 Wro voor het streekplan in de plaats gekomen. Het streekplan Gelderland 2005 heeft op grond van het overgangsrecht de status gekregen van structuurvisie ingevolge artikel 2.2 lid 1 van de Wro. Daarnaast kunnen, indien provinciale of nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken, bij of krachtens provinciale verordening respectievelijk bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld omtrent de inhoud en toelichting van bestemmingsplannen. Op 25 november 2008 is door de provincie besloten voor een aantal onderwerpen, conform de Wro-agenda, de voorbereiding van de ruimtelijke verordening ter hand te nemen. Daarnaast is ook het Rijk bezig algemene regels neer te leggen in het "Ontwerp Besluit algemene regels ruimtelijke ordening" (hierna te noemen Amvb). In deze Amvb worden zowel rechtstreeks, richting de gemeentebesturen, werkende algemene regels neergelegd (algemene regels ter zake van bestemmingsplannen) als ook algemene regels die door de provincie in de verordening neergelegd dienen te worden (algemene regels te stellen door provincies). Op grond hiervan zijn naast de reeds uit de Wro-agenda voortvloeiende onderwerpen nog enkele andere onderwerpen in de verordening opgenomen, te weten: verstedelijking (wonen en werken) buiten bestaand bebouwd gebied, hergebruik van bebouwing in het buitengebied en nationale landschappen. Onder de Wro heeft de provincie geen bemoeienis meer met lokale belangen. Gemeenten worden nu vrij gelaten de lokale aspecten naar eigen inzicht te regelen. In het verleden diende ieder bestemmingsplan door GS te worden goedgekeurd. Onder de Wro is het instrument van de goedkeuring komen te vervallen en heeft dit plaats gemaakt voor algemene regels. Gemeenten dienen deze algemene regels weliswaar in hun bestemmingsplannen te verwerken, maar behouden enige vrijheid in de wijze waarop zij dit doen. Deze algemene regels betreffen alleen onderwerpen met een duidelijk provinciaal c.q. nationaal belang.
Bij besluit van 15 december 2010 heeft Provinciale Staten van Gelderland de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld.
4.3.3.1 Relatie plangebied
Ingevolge de provinciale verordening valt het plan onder hoofdstuk 2 Verstedelijking, artikel 2, paragraaf 2.3, onder b. Hierin is aangegeven dat nieuwe bebouwing ten behoeve van wonen en werken mogelijk wordt gemaakt indien, in geval van functieverandering naar een niet-agrarische functie, mits sprake is van de vervanging van bestaande bebouwing door nieuwe bebouwing welke leidt tot een substantiƫle vermindering van het bebouwde oppervlak en in de toelichting bij een bestemmingsplan wordt aangegeven op welke manier nieuwe bebouwing landschappelijk wordt ingepast.
In onderhavig geval worden alle agrarische gebouwen gesloopt en vervangen door een woning met bijgebouw waarbij sprake is van vermindering van het bebouwde oppervlak op het perceel. Daarnaast vindt er landschappelijk inpassing plaats op een manier zoals omschreven in paragraaf 6.1 van de toelichting van dit bestemmingsplan.
De gemeenteraad van Oost Gelre heeft op 27 april 2006 besloten de regionale beleidsnotitie 'Functies zoeken plaatsen zoeken functies' met bijbehorend erratum van 8 maart 2006 vast te stellen. Tevens is het Dagelijks bestuur van de regio Achterhoek verzocht om het provinciaal bestuur van Gelderland te verzoeken het Streekplan Gelderland 2005 voor wat betreft de Achterhoek conform aan te passen. Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland hebben op 19 december 2006 een positief besluit hieromtrent genomen, waardoor deze beleidsnotitie gezien moet worden als een nadere uitwerking van het streekplan.