Plan: | Het Rosarium |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1581.bpDOOrosarium-va01 |
In de Structuurvisie en Provinciale ruimtelijke verordening (voorheen streekplan 2005-2015), geeft de provincie Utrecht inzicht in de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de provincie op de middellange termijn (tot 2015). De provincie zet in op beheerste groei en zorgvuldig ruimtegebruik. Rond steden en dorpen zijn daarom rode contouren gelegd. Het plangebied ligt weliswaar buiten de rode contour van Doorn, maar het betreft een bestaande locatie.
Doorn ligt op de flank van de Utrechtse Heuvelrug. De kern wordt omgeven door waardevol en kwetsbaar bosgebied. De koers voor het landschap is voortbouwen op de bestaande kwaliteit. De kern zelf maakt geen deel uit van de provinciale landschappelijke hoofdstructuur.
Het creatief benutten van inbreiding en herstructurering biedt, naar de overtuiging van de provincie, voldoende mogelijkheden voor stedelijke vernieuwing. Aandacht voor de kwalitatieve aspecten en leefbaarheid is bij invulling van deze locaties essentieel.
Bij nieuwe ontwikkelingen hanteert de provincie de lagenbenadering. De onderste laag (bodem, water, cultuurhistorie) is leidend, deze onderste laag vormt de basis voor nieuwe ontwikkelingen. De tweede laag, de infrastructuur ofwel de bereikbaarheid, is mede bepalend voor nieuwe ontwikkelingen. De derde laag, de gebruikslaag, wordt afgestemd op de andere twee lagen.
Op 28 april 2009 hebben Gedeputeerde Staten van Utrecht het Ontwerp van de provinciale ruimtelijke verordening vastgesteld. Het Ontwerp van de verordening is gebaseerd op artikel 4.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening. Doel van de verordening is om provinciale belangen op het gebied van de ruimtelijke ordening te laten doorwerken naar het gemeentelijk niveau. Hierbij kan worden gedacht aan de EHS en de rode contouren. De verordening bevat daartoe bepalingen die bij het opstellen van gemeentelijke bestemmingsplannen en beheersverordeningen in acht moeten worden genomen. De verordening heeft alleen betrekking op nieuwe plannen en besluiten. Dit betekent dat geldende bestemmingsplannen niet onder de werking van de verordening vallen. De verordening bevat géén bepalingen die de burger rechtstreeks binden. Normen uit de verordening moeten eerst vertaald worden in een gemeentelijk planologisch besluit. De verordening is op 21 september 2009 door Provinciale Staten vastgesteld.
Het bosgebied ten zuiden van de Dorpsstraat valt binnen de Groene contour zoals vastgelegd in het provinciaal beleid. Het betreft de gebieden in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden, enkele grootschalige recreatiegebieden en bossen die onder de Boswet vallen. Het Rosarium is aangeduid als een 'niet volledig bebouwd' terrein in de nabijheid van bestaande natuur.
Afbeelding 4: EHS in relatie tot het plangebied.
Binnen de groene contour geldt het 'nee, tenzij'-regime. Volgens het provinciale beleid betekent dit niet dat bestaande functies binnen de EHS helemaal 'op slot' gaan, maar geldt daarvoor wel een strenger beoordelingsregime dan daarbuiten. Behoud en de ontwikkeling van een samenhangend stelsel van natuur- en landschapswaarden staan voorop. Daarom wordt ook naar de geschiedenis van de rode functies gekeken. Er moet rekening mee worden gehouden dat deze niet kunnen blijven groeien en telkens opnieuw uitbreidingsruimte krijgen. Specifiek wordt gekeken naar gevolgen voor:
Het gaat dan om een locatiespecifiek onderzoek om zowel de actuele als de potentiële kenmerken en waarden van de locatie in beeld te brengen, binnen de context van de omgeving.
Nieuwe plannen, projecten of handelingen binnen en in de nabijheid van de Groene contour zijn niet toegestaan indien deze de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant aantasten, tenzij er geen reële alternatieven zijn én er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Het onderzoek naar de gevolgen gebeurd aan de hand van ecologisch onderzoek. Alleen bij uitbreidingen van geringe omvang (in absolute zin) kan dat onderzoek achterwege blijven. Onder beperkte omvang wordt voor bedrijfsgebouwen aanvaardbaar geacht: uitbreidingen tot 100m² en niet meer dan 15% van de bestaande oppervlakte. De beperkte uitbreidingen moeten wel zodanig zijn gesitueerd en vormgegeven dat de EHS geen schade wordt berokkend, dat wil zeggen: zo dicht mogelijk tegen bestaande bebouwing en binnen reeds als 'verstoord' aan te merken terrein.
Gevolgen voor visie en planopzet
Het onderhavige bestemmingsplan gaat uit van de lagenbenadering en de gedachte dat de herontwikkeling van de bebouwing op het perceel bij kan dragen aan het herstellen van de cultuurhistorisch waardevolle zichtas van het Huis Doorn. Het plan dient bovendien te voldoen aan de criteria die gelden voor de EHS (zie de conclusies en aanbevelingen in paragraaf 4.6).