Plan: | Middenlaan 1 te Doorn |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1581.bpDOOmiddenlaan1-va02 |
In de Structuurvisie geeft de provincie Utrecht inzicht in de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de provincie op de middellange termijn (tot 2015). De provincie zet in op beheerste groei en zorgvuldig ruimtegebruik. Rond steden en dorpen zijn daarom rode contouren gelegd. Het plangebied ligt binnen de rode contour van Doorn (zie afbeelding).
Afbeelding 2: Plangebied binnen de rode contour.
Doorn ligt op de flank van de Utrechtse Heuvelrug. De kern wordt omgeven door waardevol en kwetsbaar bosgebied. De koers voor het landschap is voortbouwen op de bestaande kwaliteit. De kern zelf maakt geen deel uit van de provinciale landschappelijke hoofdstructuur.
Het creatief benutten van inbreiding en herstructurering biedt, naar de overtuiging van de provincie, voldoende mogelijkheden voor stedelijke vernieuwing. Aandacht voor de kwalitatieve aspecten en leefbaarheid is bij invulling van deze locaties essentieel. Het is gewenst dat gemeenten in samenwerking met marktpartijen uitvoerbare bouwplannen realiseren.
Bij nieuwe ontwikkelingen hanteert de provincie de lagenbenadering. De onderste laag (bodem,
water, cultuurhistorie) is leidend, deze onderste laag vormt de basis voor nieuwe ontwikkelingen. De tweede laag, de infrastructuur ofwel de bereikbaarheid, is mede bepalend voor nieuwe ontwikkelingen. De derde laag, de gebruikslaag, wordt afgestemd op de andere twee lagen.
Op 21 september 2009 hebben Provinciale Staten van Utrecht de provinciale ruimtelijke verordening vastgesteld. De verordening is gebaseerd op artikel 4.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening. Doel van de verordening is om provinciale belangen op het gebied van de ruimtelijke ordening te laten doorwerken naar het gemeentelijk niveau. Hierbij kan worden gedacht aan de EHS en de rode contouren. De verordening bevat daartoe bepalingen die bij het opstellen van gemeentelijke bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen, in acht moeten worden genomen. De verordening heeft alleen betrekking op nieuwe plannen en besluiten. Dit betekent dat geldende bestemmingsplannen niet onder de werking van de verordening vallen. De verordening bevat géén bepalingen die de burger rechtstreeks binden. Normen uit de verordening moeten eerst vertaald worden in een gemeentelijk planologisch besluit.
Gevolgen voor visie en planopzet
Het onderhavige bestemmingsplan gaat uit van inbreiding en zorgvuldig ruimtegebruik. Door het ontwikkelen van woningbouw op deze locatie wordt gebruik gemaakt van restcapaciteit binnen de rode contour en wordt bovendien aangesloten op de in de omgeving voorkomende functies en bouwstijlen.
In 2002 is de provincie Utrecht een project gestart waardoor de landhuizen en buitenplaatsen opgeknapt en meer zichtbaar zijn geworden. Ook zijn de recreatiemogelijkheden verbeterd en uitgebreid. Dit is tot stand gekomen door samenwerking met veel partijen die samen het gedachtegoed over dit prachtige gebied hebben ontwikkeld en toegepast.
Het gedachtegoed van de Stichtse Lustwarande beschrijft een toekomstbeeld tot aan 2030. Het is gemaakt om de cultuurhistorische waarde, het landschap, de natuur en de recreatieve waarde van de Stichtse Lustwarande te beschermen en waar mogelijk te herstellen of te versterken. Het is vooral van belang voor nieuwe initiatieven die zich voordoen voor slopen, bouwen en ontwikkelen. Het idee daarbij is dat het goed is dat iets nieuws ontwikkeld wordt mits het voldoet aan de principes van de Stichtse Lustwarande. Het is de bedoeling dat gemeenten dit gedachtegoed vertalen in de bestemmingsplannen om zo het gebied te beschermen van te hoge druk vanuit bouwlocaties en ruimtelijke ontwikkelingen.
Het gedachtegoed is ontwikkeld voor gemeenten, terreineigenaren, particulieren en ondernemers om vanuit dit beeld nieuwbouw en herbouw te ontwikkelen, waardoor de kenmerken van het gebied overeind blijven.
In hoofdlijnen is het gedachtegoed als volgt samen te vatten:
Gevolgen voor visie en planopzet
De specifieke kwaliteiten van de Stichtse Lustwarande dienen te worden vertaald in beeldkwaliteitsplannen en welstandsnota's. Met de inrichting van de naar de weg gekeerde zijde van het plangebied wordt rekening gehouden met de specifieke kenmerken van de Stichtse Lustwarande. Dat wil zeggen dat langs de provinciale weg een open ruimte wordt gecreëerd en dat er zichtlijnen naar het achterliggende gebied worden opgenomen die haaks op de provinciale weg liggen.
De provincie Utrecht, het Utrechts Landschap en de zes betrokken gemeenten hebben gezamenlijk het initiatief genomen tot het laten opstellen van een beeldkwaliteitsplan. Het beeldkwaliteitsplan is tot stand gekomen op basis van ambtelijke en bestuurlijke inbreng van genoemde betrokkenen.
Het beeldkwaliteitsplan dient als richtsnoer bij planontwikkeling langs de weg en bij reconstructie van de weg. Gebruikmaken van dit plan biedt belangrijke voordelen:
In de toekomst zal de N225 een duurzaam veilig en herkenbaar snoer zijn, als onderdeel van de grandeur van de Stichtse Lustwarande. Sleutelbegrippen zijn: soberheid, terughoudendheid, duurzaamheid en aandacht voor cruciale details.
Gevolgen voor visie en planopzet
Het beeldkwaliteitsplan is vertaald in de gemeentelijke Welstandsnota. Daarnaast is in het kader van het project Stichtse Lustwarande subsidie gevraagd voor een passende inrichting van het naar de weg gekeerde deel van het perceel. Het gaat daarbij om het openhouden van het voorterrein, het realiseren van zichtassen haaks op de Dorpsstraat, het kwalitatief beplanten en het aanbrengen van een passend hekwerk. Op deze wijze kan worden voldaan aan het wensbeeld.