Plan: | Gemeentekantoor en Cultuurhuis |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1581.bpDOOgemeentekantr-oh01 |
De realisatie van het gemeentekantoor brengt een parkeerbehoefte met zich mee. De realisatie van het gemeentekantoor moet voorzien in zijn eigen parkeerbehoefte. In het gemeentelijk verkeers- en vervoerplan zijn parkeernormen opgenomen die gehanteerd moeten worden bij ruimtelijke ontwikkelingen.
Autoparkeren
Het gemeentekantoor en het cultuurhuis zullen een eenheid gaan vormen. Dit geldt ook voor het parkeerareaal. Het is wenselijk om een parkeerbalans op te stellen voor beide gebouwen.
Binnen de gemeentelijke parkeernormen (die gelijk zijn aan de parkeernormen van het CROW - ASVV 2004) gelden er drie gebieden, te weten: "centrum", "schil/overloopgebied" en "rest bebouwde kom". Hoe dichter een locatie bij het centrum is gesitueerd hoe lager de parkeernorm. Bij het opstellen van de parkeernormen is ervan uitgegaan dat in het centrum meer sprake is van gecombineerde activiteiten, waardoor een parkeervak voor meerdere doelen wordt gebruikt. Ook is over het algemeen de parkeerduur korter waardoor een parkeerplaats meerdere keren per dag wordt bezet door een ander voertuig.
Hoewel het gemeentekantoor dicht tegen het centrum van Doorn aanligt, behoort het net niet tot het feitelijke (winkel)centrum. Er is echter geen duidelijke grens van het centrum van Doorn beschreven. Om deze reden is er een parkeerbalans opgesteld voor beide categorieën. Voor alle functies is de meest bijpassende CROW-omschrijving gekozen en is daarvoor de minimale parkeernorm bepaald. De baliefuncties van de gemeente (ingespeeld is in de ontwikkeling naar een frontoffice in het Cultuurhuis), de bank en Welnúh zijn ingedeeld onder de categorie "kantoren met baliefunctie". De muziekschool is ingedeeld in "cultureel centrum", de bibliotheek en de oudheidkamer in de categorie "museum/bibliotheek. De kantoren van de gemeente die gevestigd worden in het nieuwe gemeentekantoor zijn ingedeeld in de categorie "kantoren zonder baliefunctie". Dit gedeelte zal namelijk geen publiektrekkende functie hebben.
De effecten van het (nog) in te voeren mobiliteitsmanagement (vervoersmanagement en telewerken) zijn niet meegenomen in onderstaande berekening van de feitelijke parkeerbehoefte.
In het GVVP (Gemeentelijk Verkeer en VervoerPlan) is aangegeven dat in gebieden met diverse functies een parkeerbalans opgesteld moet worden en dat daarbij rekening gehouden moet worden met dubbelgebruik van parkeerfuncties. In het GVVP zijn hiervoor aanwezigheidspercentages opgenomen. Op basis van bovenstaande kan de feitelijke parkeerbehoefte van het gemeentekantoor inclusief bestaande cultuurhuis en Koningshof berekend worden.
Gezien de ligging van het cultuurhuis en het gemeentekantoor moet het aantal parkeerplaatsen gelegen zijn tussen de 172 en 187 parkeerplaatsen.
Het huidige plan voorziet in een parkeergarage en in parkeerplaatsen op maaiveld. In de parkeergarage zijn in de huidige situatie 79 parkeervakken. Bij de bouw van het gemeentekantoor wordt deze garage uitgebreid met 74 parkeerplaatsen tot een totaal van 153 parkeerplaatsen. Op maaiveld, ten westen van het gemeentekantoor, worden 20 parkeerplaatsen gecreëerd en maximaal 4 gehandicaptenparkeerplaatsen ter hoogte van de Kapelweg/Schoollaan.
De totale parkeercapaciteit na het gereedkomen van de nieuwbouw is daarom minimaal 175 tot maximaal 177.
Hiermee wordt voldaan aan de parkeernormen voor het centrum. Daarbij moet rekening worden gehouden dat de gemeentelijke organisatie besluiten heeft genomen om vervoersmanagement in te voeren waarbij actief wordt ingezet om de automobiliteit onder de medewerkers te verminderen. De doelstelling is dat door het personeel van de gemeente er 20% minder gebruik wordt gemaakt van de auto.
Voor rouw- en trouwdiensten bij de Kerk of uitvaartcentrum Tap geldt dat een parkeerregime geldt tussen de gemeente en de Kerk waardoor parkeren op het Kerkplein is toegestaan.
Fietsparkeren
De fietsenstalling voor het personeel moet aan de eisen van fietsparkeur voldoen. Een kwalitatief hoogwaardige fietsenstalling (geïntegreerd met het ontwerp van het gebouw, sociaal veilig en goed toegankelijk) met goede omkleedruimtes moet aanwezig zijn.
In het bouwbesluit zijn normen opgesteld voor het oppervlak voor fietsparkeercapaciteit in utilitaire gebouwen. Het aantal stallingmogelijkheden voor personeel moet minimaal voldoen aan deze normen. Door het aanbrengen van goede voorzieningen toont de gemeente als werkgever aan dat zij het belangrijk vindt dat het personeel zo veel mogelijk op de fiets komt. Dit is niet alleen milieuvriendelijk maar ook nog eens goed voor de gezondheid van de werknemers. De capaciteit van het fietsparkeren en de kwaliteit hiervan voldoet aan alle eisen. Ook is rekening gehouden met het in te voeren vervoersmanagement waarin het vervoer per (elektrische) fiets wordt gestimuleerd. Voor de fietser komt er een speciale, sociaal veilige fietsentoegang. Er is extra douchegelegenheid nabij de ondergrondse fietsenberging; de berging heeft een capaciteit van 150 (elektrische) fietsen met oplaadpunten. 130 plaatsen in de nieuwbouw en 20 ten behoeve van Cultuurhuisgebruikers.