direct naar inhoud van 5.4 Natuurwaarden
Plan: De Amerongse Berg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1581.bpAMRamerongseberg-va01

5.4 Natuurwaarden

Verschillende soorten planten en dieren en hun leefgebieden worden beschermd in de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. Een ruimtelijke ontwikkeling is alleen mogelijk als duidelijk is dat geen van de beschermde dieren worden verontrust, dat de nesten, holen of andere verblijfplaatsen niet worden vernield, beschadigd of verstoord en dat planten niet worden verwijderd van hun groeiplaats.

De locatie zelf is niet gelegen in of bij speciale beschermingszones als bedoeld in de Natuurbeschermingswet of Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. De gronden waar de herontwikkeling plaatsvindt zijn niet opgenomen in de ecologische hoofdstructuur maar grenzen daar wel direct aan. Het bosgebied oostelijk van het plangebied en de aangrenzende houtwallen op de zuidelijke en westelijke perceelgrens zijn in het EHS opgenomen als 'bestaande natuur'. Enkele aangrenzende percelen zijn aangeduid als 'nieuwe natuur'. In de directe omgeving zijn een aantal landgoederen gelegen.

Ten behoeve van het initiatief is in juli 2008 opdracht gegeven tot het uitvoeren van een ecologisch onderzoek met een volledige bomeninventarisatie. De resultaten van het onderzoek worden onderstaand verwoord. Het rapport is als bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen.

Het plangebied zelf heeft weinig natuurwaarde, maar ligt in een omgeving waarin enkele streng beschermde soorten voorkomen. De belangrijkste hiervan zijn Groene specht, Kneu, Boerenzwaluw, Das, Boommarter, diverse vleermuissoorten, Ringslang, Hazelworm en Kamsalamander.

De vegetatie van het aangrenzend bos is op de meeste plekken volledig en representatief ontwikkeld. De vegetatie van de houtwallen aan de rand van het plangebied is verstoord en herbergt slechts zeer lokaal representatieve soorten als Eikvaren, Adelaarsvaren en Wintereik.

Het plangebied is ook onderdeel van het natuur(ontwikkelings)gebied Nieuw Amerongen, welke een verbinding vormt tussen het grote en (regionaal en nationaal) belangrijke natuurgebied van de Utrechtse Heuvelrug en het Meeuwenkampje. Hierbinnen heeft het geen speciale ecologische betekenis.

afbeelding "i_NL.IMRO.1581.bpAMRamerongseberg-va01_0004.png"

Conclusie

De ombouw van camping de Bokkensprong naar het buitengoed de Amerongse berg heeft geen ingrijpende ecologische gevolgen. Er zullen bij de werkzaamheden geen algemene verbodsbepalingen (artikel 9 t.m.12) van de Flora- en faunawet worden overtreden. Als randvoorwaarde voor bovenstaande conclusie geldt wel dat er een aantal maatregelen genomen moeten worden die de schade mitigeren (=verzachten) en compenseren. Deze worden hieronder op een rijtje gezet.

Boswet/kapvergunning

Indien de meldings- en herplantplicht in acht worden genomen vormen de Boswet en de Gemeentelijke Kapvergunning geen belemmering voor het plan.

Natuurbeleid

Het plangebied raakt de EHS en is daar zelfs in de randen onderdeel van. Door de natuurkwaliteit van deze randen te verbeteren en de externe werking van het plan te verzachten voldoet het plan aan het 'nee, tenzij'-beginsel.

Randvoorwaarden

Zoals hierboven gesteld moet het plan aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze worden hieronder opgesomd:

  • Alle resterende stronken, takken en ander organisch materiaal worden afgevoerd;
  • De hoeveelheid te kappen bomen wordt zo laag mogelijk gehouden. Bij keuzes hierover (welke boom wel en welke niet) krijgen vitale en inheemse bomen voorrang;
  • De nog te kappen bomen worden gemeld bij de Dienst Regelingen van het Ministerie LNV in Den Haag. Tevens wordt een kapvergunning aangevraagd bij de gemeente Utrechtse Heuvelrug;
  • Het vellen van de betreffende bomen vindt buiten het broedseizoen plaats;
  • Bij de herplant worden uitsluitend inheemse soorten gebruikt, passend op de betreffende standplaats;
  • De houtwallen worden aangevuld met bomen en struiken, die eveneens op de betreffende standplaats thuishoren;
  • De centrale zone wordt ingericht ten behoeve van de ontwikkeling van natte natuur;
  • Voor de aanleg en het onderhoud van de nieuwe beplanting en de natuurzone wordt een natuurbeheerplan opgesteld. Dit natuurbeheerplan is onderdeel van de aanlegvergunning;
  • Het plangebied wordt alleen via de Dwarsweg ontsloten (ook voor wandelaars);
  • Infiltratie van hemelwater afkomstig van daken en wegen vindt ter plekke plaats (niet naar de natuurzone);
  • De buitenverlichting is zo minimaal mogelijk. De lampen staan op korte palen en/of zijn naar boven afgeschermd. De maximaal toegestane hoeveelheid verlichting wordt opgenomen in de voorschriften/milieuvergunning.

De randvoorwaarden zullen worden verwerkt in het definitief ontwerp voor de inrichting van het park. Bij het definitief ontwerp zal ook het natuurbeheerplan zijn gevoegd. Beide zullen aan de gemeente ter goedkeuring worden voorgelegd.