Plan: | De Amerongse Berg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1581.bpAMRamerongseberg-va01 |
In december 2009 is het Nationaal Waterplan vastgesteld. Dit plan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2009 - 2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water. Ook worden de maatregelen genoemd die hiervoor worden genomen. Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van de Waterwet die met ingang van 22 december 2009 van kracht is. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. Het plangebied ligt in het gebied 'Hoog Nederland'. Hoog Nederland omvat grofweg de zandgronden van Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg. De belangrijkste wateropgaven voor dit gebied zijn watertekort, grondwater, wateroverlast en grondwaterkwaliteit.
Het Waterplan 2010-2015 van de provincie Utrecht omvat het beleid voor waterveiligheid, waterbeheer en gebruik en beleving van water in de provincie voor de periode van 2010 tot 2015. Met dit plan voldoet de provincie aan de verplichting van de Waterwet om voor een periode van zes jaar een regionaal waterplan op te stellen. Het vervangt het Waterhuishoudingsplan 2005-2010, dat hiermee vervalt. Met de nieuwe Waterwet is het Waterplan, voor wat betreft de ruimtelijke aspecten, structuurvisie als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De provincie Utrecht heeft taken op het gebied van waterveiligheid, waterbeheer en gebruik en beleving van het water. In het beleid wordt uitgegaan van de kernwaarden duurzaamheid, kwaliteit en samenwerking. In het Waterplan is het beleid vastgelegd. Bij het Waterplan hoort het Deelplan Kaderrichtlijn Water (KRW), met daarin de provinciale kaders voor de kwaliteit van oppervlaktewater en de maatregelen die de provincie zelf neemt ten aanzien van het grondwater. Het plangebied heeft op basis van het Waterplan de functie 'natuur'. De inrichting en het beheer in deze gebieden zijn primair gericht op natuur. De bij deze functie horende doelstellingen zijn de volgende:
Waterschap Vallei & Eem heeft de zorg voor het water in het gebied dat ligt tussen de Utrechtse Heuvelrug in het westen, de zuidelijke Randmeren in het noorden, de Veluwe in het oosten en de Nederrijn in het zuiden. Het waterschap geeft zijn taken vorm in drie programma's: Veilige dijken, Voldoende en schoon water en Zuivering afvalwater. Deze drie programma's worden in het Waterbeheersplan beschreven, voor de planperiode 2010-2015. Het programma 'Veilige dijken' betekent dat het waterschap zijn beheersgebied beschermt tegen overstroming vanuit het buitenwater, in dit geval de Nederrijn en de Randmeren. Het programma 'Voldoende en schoon water' gaat over de waterhuishouding, dat wil zeggen: over de wijze waarop het waterschap omgaat met het zichtbare oppervlaktewater en de nog veel grotere hoeveelheid onzichtbaar grondwater in het beheersgebied. Het doel is dat water beschikbaar is waar nodig, dat het van goede kwaliteit is en dat er geen overlast van ondervonden wordt. Het programma 'Zuivering afvalwater' houdt in dat het waterschap gebruikt en verontreinigd water en hemelwater dat in rioleringen wordt verzameld, adequaat zuivert voordat het op het oppervlaktewater wordt geloosd. Op die manier wordt ervoor gezorgd dat de kwaliteit van dat oppervlaktewater zo min mogelijk wordt beïnvloed. Het programma 'Zuivering afvalwater' levert daarmee een essentiële bijdrage aan het programma 'Voldoende en schoon water'.
Het opnemen van een waterparagraaf met watertoets in ruimtelijke plannen is wettelijk verplicht geworden in verband met de mogelijke gevolgen van deze plannen voor de waterhuishouding. De watertoets omvat het vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in voormelde plannen.
Voor het oppervlaktewaterkwantiteit- en kwaliteitsbeheer van het onderhavige plangebied is het Waterschap Vallei & Eem verantwoordelijk. In het kader van de watertoets heeft vooroverleg plaatsgevonden met de waterbeheerder. De resultaten van de relevante aspecten zijn onderstaand weergegeven.
Riolering en afvalwaterketen
Aangezien er op het voormalige kampeerterrein een veel groter aantal standplaatsen aanwezig was dan het aantal recreatiewoningen dat nu wordt gebouwd, heeft het initiatief geen toename van het afvalwater tot gevolg. Het perceel is aangesloten op een drukriolering. Voorkomen dient te worden dat schoon hemelwater wordt afgevoerd via het riool (vasthouden-bergen-infiltreren-afvoeren).
Wateroverlast
Het plan realiseert een vergroting van het aanwezige oppervlaktewater in de vorm van de aanleg van een waterpartij. Overtollig hemelwater kan hierin geborgen worden.
Volksgezondheid
Zie wateroverlast. Er wordt een waterpartij aangelegd.
Primaire waterkering/Rioolwaterzuivering
Op tweehonderd meter afstand van het plangebied bevindt zich de primaire waterkering “de Slaperdijk” en op zeshonderd meter afstand ligt een rioolwaterzuivering. Deze hebben beide geen invloed op de waterschapsbelangen.
Relevante hydrologische aspecten
Het infiltreren van hemelwater is een goede manier om het hemelwater op te vangen en vertraagd af te voeren. Het gebruik van uitlogende materialen, zoals lood, koper en zink voor de daken, dakgoten en afvoerleidingen is niet toegestaan.
Om het hemelwater van de daken schoon te houden is het wenselijk de opstallen te voorzien van goten. Dit geldt alleen voor opstallen die omringd zijn door terreinverharding (bestrating). Wanneer het hemelwater van de daken eerst op het terrein valt wordt het vermengd met eventueel aanwezige vervuiling. Door gebruik te maken van dakgoten blijft het hemelwater schoon en kan het zonder aanvullende zuivering worden geïnfiltreerd.
Het voorliggende initiatief voorziet in de bouw van maximaal 95 recreatiewoningen. Het hemelwater zal via de goten, het erf en naastliggende sloot infiltreren in de bodem. De toegepaste bouwmaterialen bestaan uit niet-uitlogende materialen zoals naadloos aluminium. Huishoudelijk afvalwater wordt geloosd op het ter plaatse aanwezige gemeentelijke riool.