Dwarsweg 69, Overberg

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid. waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.2 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.3 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.4 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.5 plan

het wijzigingsplan Dwarsweg 69, Overberg met identificatienummer NL.IMRO.1581.OVBDwarsweg69- van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;

1.6 moederplan

het bestemmingsplan 'Buitengebied Overberg, Maarn, Maarsbergen, Amerongen' met identificatienummer NL.IMRO.1581.bpUHRommabuitengeb-va04, zoals vastgesteld op 3 juli 2019 door de gemeenteraad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;

1.7 wijzigingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

Artikel 2 Wijze van meten

Op het wijzigingsplan zijn de regels ten aanzien van de Wijze van meten behorende bij het moederplan onverminderd van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch met waarden

Op deze bestemming zijn de regels uit artikel 4 behorende bij het moederplan onverminderd van toepassing.

Artikel 4 Wonen - B1 Vrijstaand

Op deze bestemming zijn de regels uit artikel 16 behorende bij het moederplan onverminderd van toepassing, met dien verstande dat de regels als volgt worden gewijzigd:

• a. aan artikel 16 wordt lid 4.2 sub e toegevoegd, dat als volgt luidt: Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - voorwaardelijke verplichting 1' geldt dat het gebruik van een nieuw te bouwen woning volgens de bestemming(en) alleen is toegestaan als:
  • 1. volledige sloop van de gebouwen aangeduid met 691, 69-2, 69-3, 69-4, 69-5 en 69-6 zoals opgenomen in Bijlage 1 heeft plaatsgevonden;
  • 2. voorafgaand aan de herinrichtingswerkzaamheden nader bodemonderzoek wordt verricht naar de geconstateerde verontreiniging ter plaatse van de voormalige wasplaats, zoals aangeduid op onderstaande afbeelding, en opvolging is gegeven aan de eventueel hieruit door het bevoegd gezag opgelegde voortvloeiende maatregelen.

Afbeelding 1: locatie voormalige wasplaats is rood omcirkeld en aangeduid met boring 2

• 1. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw - bg' een bijbehorend bouwwerk is opgericht met - naar de weg toe - ten minste 1 gesloten wand en een bouwhoogte van 5m;
• 2. de inrichtingsmaatregelen zoals beschreven in het inrichtingsplan dat als Bijlage 2 deel uitmaakt van de planregels binnen 2 jaar na het gereedkomen van de nieuw te bouwen woning zijn uitgevoerd en in stand worden gehouden. De inrichtingsmaatregelen bestaan uit:
  • behoud van één gezamenlijke ontsluitingsweg ten behoeve van de woningen;
  • behoud van de houtwal langs de westelijke perceelsgrens;
  • aanplant van een nieuwe boomgaard ten oosten van de bestaande woning met ten minste 9 hoogstam fruitbomen (plantmaat ten minste 150cm);
• 3. bij de aanvraag een natuurversterkingsplan is overgelegd waaruit blijkt dat is voorzien in de uitvoering van de volgende maatregelen en dat deze in stand zullen worden gehouden:
  • 2 kerkuilenkasten;
  • 4 steenuilenkasten/-pijpen;
  • 4 huismussenkasten;
  • 8 vleermuizenkasten;
  • 8 vogelnestkasten.

Indien niet aan deze voorwaardelijke verplichtingen wordt voldaan, is het als zodanig gebruiken van de betreffende gronden in strijd met deze bestemming.

• b. aan artikel 16 wordt lid 2.3 sub f toegevoegd, dat als volgt luidt: Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' mag in afwijking van lid d onder 1 het bijgebouw vóór de voorgevel worden gesitueerd.

Artikel 5 Waarde - Archeologie 3

Op deze bestemming zijn de regels uit artikel 24 behorende bij het moederplan onverminderd van toepassing.

Artikel 6 Waarde - Archeologie 4

Op deze bestemming zijn de regels uit artikel 25 behorende bij het moederplan onverminderd van toepassing.

Artikel 7 Waarde - Ecologie

Op deze bestemming zijn de regels uit artikel 27 behorende bij het moederplan onverminderd van toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Op het wijzigingsplan zijn de Algemene regels behorende bij het moederplan onverminderd van toepassing.

Artikel 8 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 9 Overgangsrecht

9.1 Bouwen

• a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
  • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
• b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%;
• c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

9.2 Gebruik

• a. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
• b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
• c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
• d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan 'Dwarsweg 69, Overberg' van de gemeente Utrechtse Heuvelrug.