Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028
De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 (PRS) is op 4 februari 2013 vastgesteld door Provinciale Staten. In de PRS beschrijft de provincie Utrecht haar ruimtelijk beleid voor de periode tot 2018. De provincie Utrecht geeft aan welke doelstellingen zij van provinciaal belang achten, welk beleid bij deze doelstellingen hoort en hoe zij uitvoering geven aan dit beleid. De doelstellingen zijn in een drietal hoofdbelangen samengevat:
- duurzame leefomgeving;
- vitale dorpen en steden;
- landelijk gebied met kwaliteit.
Elk hoofdbelang is een verzameling van enkele provinciale belangen. In het totaal zijn er circa 15 provinciale belangen. Deels wordt uitvoering gegeven aan het beleid via de Provinciale Ruimtelijke Verordening welke tegelijk met de PRS is vastgesteld.
Planspecifiek
In de Provinciale ruimtelijke structuurvisie zijn provinciale belangen vastgelegd. De belangen van toepassing voor de planlocatie laten zich vatten binnen alle drie de hoofdbelangen.
Infiltratiegebied Utrechtse Heuvelrug (hoofdbelang duurzame leefomgeving)
Het plangebied is gesitueerd in het infiltratiegebied Utrechtse Heuvelrug. De Utrechtse Heuvelrug is voor de provincie Utrecht een belangrijk gebied voor de aanvulling van grondwater. Ruimtelijke ontwikkelingen mogen daarom geen bedreiging vormen voor de grondwaterkwaliteit. Indien nodig moeten maatregelen genomen worden om dit te voorkomen. Hoewel voorliggend plan is opgesteld voor een gebruikswijziging van een kleinschalige bedrijvenlocatie worden geen wezenlijke andere functies dan in het vigerende bestemmingsplan mogelijk gemaakt. De stalling van auto's, vrachtwagens en ander transport- en bergingsmaterieel zal voornamelijk binnen de bestaande en beoogde bebouwing plaatsvinden. Onderhoud aan de wagens vindt niet tot nauwelijks plaats op de beoogde bedrijfslocatie. Gevolgen voor de grondwaterkwaliteit worden derhalve niet verwacht.
Cultuurhistorie
Binnen de provincie zijn enkele cultuurhistorische hoofdstructuren (CHS) aangewezen. Het plangebied valt binnen de CHS - archeologie en de CHS - Historische buitenplaatszone. In hoofdstuk 4 is aandacht besteed aan de (mogelijke) archeologische waarden in het plangebied. In verband met de ligging aan de rand van de Stichtse Lustwarande is het plangebied aangewezen als historische buitenplaatszone.
De Stichtse Lustwarande is een brede buitenplaatszone op de zuidflank van de Heuvelrug, tussen Utrecht en Amerongen. De Stichtse Lustwarande kent een afwisseling van open (weiden, overplaatsen) en gesloten (parken, bossen) delen. Kenmerkend zijn de ontworpen zichtrelaties (zichtlijnen of panorama's) vanaf de weg op de hoofdhuizen en vanuit de hoofdhuizen op het omliggende park, de overplaats en het landschap. Structurerende onderdelen van deze zichtrelaties zijn bosschages, uitzichtpunten en gewelfde gazons, evenals voor de landschapsparken en buitenplaatsen kenmerkende slingerende lanen, waterpartijen en tuinelementen. Het voorliggende plangebied maakt geen onderdeel uit van een buitenplaats of landschapspark, voorts wordt het plangebied ook niet gekenmerkt door de aanwezigheid van eventuele zichtlijnen, beschermingswaardige landschapselementen of andere tuinelementen. Het plangebied is sinds vele jaren in gebruik als bedrijfslocatie. De voorgestelde beperkte wijziging van gebruik en het sloop-nieuwbouwvoornemen hebben geen betrekking op de waarden van de Stichtse Lustwarande.
Voorts streeft de Structuurvisie een optimaal en duurzaam gebruik van de ondergrond na. Functies moeten zoveel mogelijk worden gepland op een geschikte bodem. Als na integrale afweging een functie wordt ontwikkeld die risico's oplevert, dan vraagt de provincie de benodigde voorzorgsmaatregelen te nemen om problemen te voorkomen. In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op het aspect bodem.
Algemene beleidslijn verstedelijking (hoofdbelang Vitale dorpen en steden)
Al geruime tijd maakt de provincie gebruik van rode contouren als begrenzing van het stedelijk gebied. Omdat verstedelijking binnen de rode contour dient plaats te vinden is dit een belangrijk instrument: het draagt bij aan het handhaven van de kwaliteit van het landelijk gebied en ondersteunt het realiseren van de binnenstedelijke ambities. Het plangebied is geheel gesitueerd in landelijk gebied. Voorliggend wijzigingsplan gaat echter uit van bestaande bouwrechten (bestaande aantal meters aan gebouwen en bouwvlak uit vigerend bestemmingsplan). Daarmee is er van verstedelijking geen sprake.
Door de beoogde uitplaatsing van Hoogenraad komt er in de kern van Leersum de huidige locatie vrij. De huidige locatie in Leersum zal omkleuren naar woningen. Daarmee draagt de voorliggende ontwikkeling bij aan het provinciale belang 'optimaal gebruik van de binnenstedelijke ruimte'.
Aardkundige waarden
Voorts is het plangebied aangewezen vanwege de mogelijk aanwezige aardkundige waarden. Aardkundige waarden zijn die onderdelen van het landschap die iets vertellen over de natuurlijke ontstaanswijze van het gebied. De ontwikkeling voorziet niet in een noemenswaardige verstoring van deze waarden.
Ecologische Hoofdstructuur
Het gehele plangebied is gesitueerd in de ecologische hoofdstructuur. Anders dan met een nieuw bestemmingsplan gaat voorliggend plan uit van bestaande rechten. In het provinciale beleid is ten aanzien van bestaande rechten een zogenaamde eerbiedigende werking opgenomen, dat wil zeggen dat het de bestaande rechten respecteert. De bedrijfsuitplaatsing kan echter niet tot gevolg hebben dat de natuurwaarden van de gronden rondom het plangebied schade ondervinden. Schadelijke effecten van de nieuwe bedrijfsvoering dienen derhalve voorkomen of gecompenseerd te worden. In hoofdstuk
toelichting hoofdstuk 4 is nader ingegaan op het aspect ecologie
Landschap Utrechtse Heuvelrug (hoofdbelang Landelijk gebied met kwaliteit)
Elk Utrechts landschap heeft zijn eigen kwaliteiten die mede richting geven aan de daarin gelegen en omliggende functies en hun ontwikkelingsmogelijkheden. Daarom beschermt de provincie de kernkwaliteiten van de verschillende landschappen. In de kwaliteitsgids Utrechtse Landschappen staan de kernkwaliteiten van de verschillende landschappen.
Hierin is het volgende opgenomen met betrekking tot de Utrechtse Heuvelrug. De Utrechtse Heuvelrug wordt bepaald door het doorlopende reliëf en manifesteert zich als een eenheid. Het landschap onderscheidt zich sterk van de omliggende vlakkere, meer open landschappen. Er is veel bos op de Utrechtse Heuvelrug, dat wordt afgewisseld met heide, vennen en stuifzand. Open plekken zijn daarbij gerelateerd aan het bos en niet aan de wegen. Het gebiedskatern van de kwaliteitsgids noemt voor de Utrechtse Heuvelrug drie kernkwaliteiten:
- robuuste eenheid | de Utrechtse Heuvelrug is het op een na grootste bosgebied van Nederland, robuust en aaneengesloten. De afwisseling van bos met open heidevelden, stuifzanden, landgoederen met lanen en kleine akkercomplexen zorgt voor een intiem landschap met grote mogelijkheden voor recreatie.
- reliëfbeleving | de Heuvelrug kent een rijke variatie in reliëfvormen. Van grote hoogteverschillen op korte afstand tot uitgebreid microreliëf. Het reliëf zorgt voor vergezichten en oriëntatiepunten, in het gebied en in de wijde omgeving. Tevens uit het reliëf zich in het landgebruik.
- extreme historische gelaagdheid | het gebied kent een rijke historie met grote veranderingen door de tijd heen. Als een van de oudste bewoonde gebieden van de provincie herbergt het gebied een schat aan cultuurhistorie, met een rijke agrarische en militaire geschiedenis en vele landgoederen, buitenplaatsen, gezondheidsinstellingen en recreatieve functies. Steeds weer zijn er sporen gewist en nieuwe bijgekomen.
De ambities voor de Utrechtse Heuvelrug zijn uitgewerkt middels het gebiedskatern en de bijhorende ambitiekaart. Een uitsnede uit de ambitiekaart is hiernavolgend opgenomen. Daaruit volgt dat het plangebied is gesitueerd aan de voet van de Heuvelrug. Gelegen aan de zuidzijde van de Heuvelrug kent het gebied een flauwe helling. Als gevolg van deze flauwe helling zijn in het gebied diverse hoogteverschillen waarneembaar.
Uitsnede ambitiekaart (plangebied in wit kader)
Het plangebied is op de rand van het aandachtsgebied Doorn - Maarsbergen gelegen. Dit aandachtsgebied is een grote concentratie van recreatieve terreinen. Daarnaast wordt de eenheid van de Heuvelrug hier doorsneden door de snelweg en het spoor.. Elk element op zich is een probleem voor de Utrechtse Heuvelrug als kerngebied in het ecologische netwerk van de provincie Utrecht. Door te zoeken naar een goede zonering van drukke en rustige gebieden kan een kwaliteitsverbetering worden bereikt. Voor de beleving van het bosgebied in dit deel van de Utrechtse Heuvelrug is een goede verdeling en inpassing van de wegen en recreatieve locaties noodzakelijk. Er dreigt nu versnippering van het bos. Door de zonering in rustige en drukke gebieden kan ook het karakter van het bostapijt van de Utrechtse Heuvelrug worden versterkt. Het provinciaal landschap vraagt om:
- zonering van drukke en rustige gebieden voor een goed ecologisch functioneren;
- versterking van het bostapijt van de Utrechtse Heuvelrug.
Aangaande punt a gaat voorliggend wijzigingsplan nadrukkelijk uit van de huidige bouwmogelijkheden. Verder is het op basis van het vigerende bestemmingsplan reeds mogelijk de gronden ten behoeve van een bedrijfsvoering te gebruiken. In het kader van de ontwikkeling is wel een ecologisch onderzoek uitgevoerd. Daaruit volgen geen belemmeringen.
Aangaande punt b wordt geconstateerd dat in de huidige situatie een deel van het terrein reeds begroeid is met opschot. Dit opschot kan worden gezien als een jong bos. Onder dit opschot is een bostapijt aanwezig wat geclassificeerd kan worden als prematuur tot jong.
Hiernavolgende afbeeldingen geeft, zeer globaal, de bestaande situatie weer.
Bestaand bos en bostapijt
Impressie bestaand bos en bostapijt
Het deel dat geen onderdeel uitmaakt van het bestaande bos wordt gevormd door bebouwing, verharding of grasland. Jong bostapijt is hier niet aanwezig. Een beperkt deel van het bestaande bos(tapijt) zal worden verwijderd om de nieuwe loods en de verharding naar de loods mogelijk te maken. Gelet op de beperkte huidige kwaliteiten van het bostapijt, de huidige planologische mogelijkheden en het maatschappelijk belang van de uitplaatsing is afgewogen dat de beperkte afname geen belemmering vormt voor de uitplaatsing.
Blijkens de visiekaart is het gewenst verdere verstedelijking aan de westzijde van de kern Leersum af te stoppen. Voorliggend plan omvat geen nieuwe verstedelijkingsmogelijkheden en is derhalve niet strijdig aan deze ambitie.
Verder is het plangebied gesitueerd in het deelgebied 'beboste toppen'. De uitgestrekte bossen op de stuwwalrug vormen de kern van een robuuste eenheid. Door het stammenwoud en bladerdak is de uitgestrektheid op ooghoogte moeilijk te bevatten. In elkaar overlopende bossen van loof- en naaldhout omsluiten open plekken van wisselde grootte, veelal heidevelden. Een fijnmazig padennetwerk dooradert het bos. Glooiende wegen haaks op de hoogtelijnen maken het reliëf van de Heuvelrug beleefbaar, evenals het vele microreliëf in de wegprofielen, het bos en de open plekken. De verschillen in landgebruik (heide, stuifzand, bos), de bosverkaveling (met lanen en sterrenbossen) en de bebouwing (van voorname buitenplaatsen en instellingen tot villa's en militaire barakken) getuigen van de rijke en bewogen geschiedenis van de Heuvelrug. Voor dit gebied stelt de Kwaliteitsgids enkele inrichtingsprincipes / kwaliteiten. Zo moet het bos bestaan uit vele afwisselende soorten bospercelen, zijn er open plekken in het bos met een verschillend gebruik, bestaat de erfafscheiding veelal uit de bosrand, houtwal of een hek en geeft beplanting tot dicht op de weg een gevoel in het bos te zijn. Het voorliggende wijzigingsplan verdraagt zich met deze beschrijving.
Conclusie
De beoogde uitplaatsing is passend binnen de PRS.
Provinciaal Ruimtelijke Verordening
Op 4 februari 2013 hebben Provinciale Staten van de provincie Utrecht de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) vastgesteld. Deze verordening is gebaseerd op de hiervoor genoemde Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie. Doel van de verordening is om provinciale belangen op het gebied van ruimtelijke ordening te laten doorwerken naar het gemeentelijk niveau. In de verordening zijn regels opgenomen ten aanzien van de bodem, het cultureel erfgoed, het landelijk gebied, de natuur, de recreatie, het stedelijk gebied en de watersysteem.
Planspecifiek
Zoals gemotiveerd in voorgaande paragraaf is het voorliggende wijzigingsplan als passend binnen de provinciale regelgeving te beschouwen.
Aanvullend aan de PRS stelt de PRV nog enkele voorwaarden aan ruimtelijke plannen. Zo dient een voorliggend plan een omschrijving te omvatten hoe omgegaan is met archeologie, duurzame energiebronnen en bijvoorbeeld energiebesparing. Verder dient in het voorliggende plan een mobiliteitstoets opgenomen te zijn. Hoofdstuk 5 van deze toelichting is zodanig opgesteld dat deze voldoet aan de voorwaarden vanuit de PRV. Omdat daarbij in voorgaande paragraaf reeds is aangetoond dat de voorliggende ontwikkeling passend is binnen het provinciale beleid vormt de PRV geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan.