direct naar inhoud van Artikel 7 Maatschappelijk
Plan: Kom Warmond 2009, 1e herziening
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1525.BP2011WAR10002-0501

Artikel 7 Maatschappelijk

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gezondheidszorg, jeugd- en kinderopvang, onderwijs, religieuze en levensbeschouwelijke activiteiten en bijeenkomsten, openbare dienstverlening, evenementen en verenigingsleven;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, nutsvoorzieningen en water.

7.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

7.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding aangegeven 'maximum bebouwingspercentage (%)' van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel;
  • f. de afstand van gebouwen tot de bouwperceelgrens bedraagt ten minste 1 m, tenzij het gebouw in de bouwperceelgrens is gebouwd;
  • g. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 1 m.

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. in afwijking van lid a bedraagt de bouwhoogte van erfafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 m;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 9 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, waaronder reclamezuilen, bedraagt ten hoogste 3 m.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien zulks noodzakelijk is:

  • a. ter voorkoming van een onevenredige afbreuk van de ruimtelijke karakteristiek van het beschermde dorpsgezicht als bedoeld in Artikel 16;
  • b. voor een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging en verbetering van de specifieke stedenbouwkundige kwaliteiten van het plangebied;
  • c. in verband met verkeers-, sociale, en brandveiligheid;
  • d. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, zulks onder andere met het oog op de bezonning en de privacy.