Kom Warmond 2009, 1e herziening

Artikel 11 Water

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. verkeer te water en oeververbindingen;

ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats': ten hoogste één woonschip;

• b. water ten behoeve van de waterhuishouding en oevers;
• c. bruggen, duikers en steigers.

11.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

11.2.1 Algemeen

• a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
• b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling of de verlichting en bruggen bedraagt ten hoogste 3 m.

11.2.2 Steigers

• a. steigers dienen bij de gronden met de bestemming Water, Tuin en/of Wonen - 1 en Wonen - 2 evenwijdig aan de oever te worden gebouwd;
• b. in afwijking van sub a mogen ter plaatse van de aanduiding 'steiger' ten hoogste 2 steigers haaks op de oever worden gebouwd;
• c. de lengte en breedte van steigers bedraagt ten hoogste 6 m respectievelijk 1,5 m;
• d. in afwijking van lid 11.2.1 bedraagt de bouwhoogte van steigers niet meer dan het peil;
• e. de steiger mag de oeverlijn met niet meer dan 0,5 m overschrijden.

11.2.3 Woonschepenligplaats

Ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' gelden de volgende regels:

• a. voor het woonschip gelden de volgende uiterste bakmaten:
  • 1. lengte: 22 m;
  • 2. breedte: 7 m;
  • 3. hoogte: 4 m;
• b. voor het woonschip gelden de volgende uiterste woonmaten:
  • 1. lengte: 22 m;
  • 2. breedte: 5 m;
  • 3. hoogte: 3 m.