direct naar inhoud van 5.1. Luchtkwaliteit
Plan: Uitbreiding J.G. van der Mey Group Vleeswarenbedrijven e.o.
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1525.BP2009TEY02001-0201

5.1. Luchtkwaliteit

Normstelling en beleid

Wet luchtkwaliteit

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door Hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer (ook wel Wet luchtkwaliteit, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 5.1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 5.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig vanaf  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   2010  
fijn stof (PM10)3   jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   2005  
fijn stof (PM10)4   24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³   2005  

Besluit niet in betekenende mate (NIBM)

In het Besluit NIBM en de bijbehorende regeling is bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden twee situaties onderscheiden:

  • een project heeft een effect van minder dan 1% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10;
  • een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 500 woningen of een kantooroppervlak van 33.333 m² (langs één ontsluitingweg).

Goede ruimtelijke ordening

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied.

Onderzoek

De beoogde ontwikkeling binnen het plangebied leidt tot een minimale toename van de verkeersintensiteiten. In 2015 zullen per week 15 vrachtwagens meer rijden ten opzichte van de situatie in 2008. Ook de toename in 2015 van het aantal werknemers (14 van de Wasbeekerlaan en maximaal 30 extra) zorgt slechts voor een beperkte toename van de verkeersintensiteiten op de omliggende wegen. De bijdrage van de beoogde ontwikkeling is dusdanig gering dat het bestemmingsplan op grond van het Besluit NIBM is vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden uit de Wlk5. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient wel inzicht te worden geboden in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Zodoende is een luchtkwaliteitsonderzoek uitgevoerd langs de maatgevende weg, zie bijlage 2.

Uit het onderzoek blijkt dat voor alle onderzochte prognosejaren (2009, 2010 en 2020) wordt voldaan aan de grenswaarden uit de Wlk. Ook de bijdrage van de A44 leidt niet tot een overschrijding van de normen ten aanzien van luchtkwaliteit.

Conclusie

De Wet luchtkwaliteit staat de realisatie van het project niet in de weg. Uit het oogpunt van luchtkwaliteit is er sprake van een goed verblijfsklimaat ter plaatse van de beoogde ontwikkeling.