direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld, herziening 2023
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000232-ON01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 21 januari 2021 is het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' vastgesteld. Enkele artikelen (3.2.3, onder e, 3.5.1, 3.5.2, 3.5.3 en 3.5.4) in de planregels van het bestemmingsplan zijn na uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 16 november 2022 vernietigd. Op hoofdlijnen is het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter overeind gebleven. Met de uitspraak van de afdeling is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden.

Na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan is gebleken dat het wenselijk is om het bestemmingsplan op enkele punten aan te passen en uit te breiden. Om dit mogelijk te maken is deze partiële herziening opgesteld.

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

Het plangebied is gelegen aan de oostzijde van Varsseveld. Het grootste deel van het plangebied betreffen gronden die deel uitmaken van het in ontwikkeling zijnde bedrijventerrein Hofskamp-Oost III. Een klein deel van het plangebied is onderdeel van het bestaande bedrijventerrein Hofskamp-Oost II, die zich ten westen van Hofskamp-Oost III bevindt. Globaal gezien wordt voorliggend plangebied aan de westzijde begrensd door de Euroweg met naastgelegen fietspad. Ten noorden van het plangebied ligt de watergang Boven Slinge. Aan de zuidzijde van het plangebied ligt de Aaltenseweg. Dit is een provinciale weg (N318) die van Varsseveld richting het ten oosten gelegen Winterswijk loopt. Aan de oostzijde liggen enkele agrarische percelen.

Op de navolgende afbeeldingen zijn de globale ligging en begrenzing van het plangebied weergegeven met gele belijning. Voor de exacte begrenzing van het plangebied wordt verwezen naar de verbeelding behorende bij dit bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.1509.BP000232-ON01_0001.jpg"

Globale ligging plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.1509.BP000232-ON01_0002.jpg"

Globale begrenzing plangebied

1.3 Geldende juridisch-planologische regeling

Voor het plangebied gelden twee juridisch-planologische regelingen. Voor het grootste deel van het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld'. Voor een klein deel aan de westzijde van het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Kom Varsseveld 2010'.

Op de navolgende afbeeldingen zijn uitsnedes van beide geldende bestemmingsplannen weergegeven. Het plangebied is daarop met een rode belijning weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1509.BP000232-ON01_0003.jpg"

Uitsnede geldend bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld'

afbeelding "i_NL.IMRO.1509.BP000232-ON01_0004.jpg"

Uitsnede geldend bestemmingsplan 'Kom Varsseveld 2010'

In het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' is de realisatie van het bedrijventerrein Hofskamp-Oost III mogelijk gemaakt. Deze gronden zijn bestemd als 'Bedrijventerrein', 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Groen'. Aan de noordzijde is ruimte gereserveerd voor natuurontwikkeling. Deze gronden zijn bestemd als 'Natuur'. Aan deze zijde is een deel van de Zuidelijke Beekweg bestemd als 'Verkeer - Zandpad'. Een waterloop aan de noordzijde van het plangebied is bestemd als 'Water'. Naast deze enkel bestemmingen zijn ook de dubbelbetemmingen 'Leiding - Gas' en 'Waarde - Archeologische verwachting 1' opgenomen. Aan de westzijde van het plangebied is een veiligheidszone van de biovergister ('veiligheidszone - biogas') opgenomen. Deze veiligheidszone ligt op het naastgelegen bedrijventerrein Hofskamp-Oost II.

Voor een deel van de gronden van voorliggend bestemmingsplan geldt het bestemmingsplan 'Kom Varsseveld 2010'. Deze gronden betreffen de locaties van twee ontsluitingen van het bedrijventerrein Hofskamp-Oost III op de Euroweg en een ruimtereservering voor de aanpassing van de rotonde op de hoek Euroweg/Aaltenseweg. Deze gronden hebben op basis van het bestemmingsplan 'Kom Varsseveld 2010' de bestemmingen 'Groen' en 'Water'. Daarnaast gelden ter plaatse van de eerder genoemde veiligheidszone de bestemmingen 'Bedrijventerrein', 'Groen' en 'Verkeer - Verblijfsgebied'.

Voorliggend bestemmingsplan betreft een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld'. Dat wil zeggen dat het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' van kracht blijft, maar dat hierop middels de verbeelding en regels van deze herziening een aanpassing dan wel aanvulling wordt gedaan.

1.4 Leeswijzer

Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding vormt samen met de regels het juridische bindende deel van het bestemmingsplan. In de toelichting worden de keuzes die in het bestemmingsplan worden gemaakt nader gemotiveerd en verantwoord.

De toelichting bestaat uit zes hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk volgt in Hoofdstuk 2 een beschrijving van de huidige situatie en de toekomstige situatie. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van het ruimtelijke beleidskader. Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van de milieu- en de omgevingsaspecten van het plan. In Hoofdstuk 5 volgen de juridische planaspecten. Tot slot wordt in Hoofdstuk 6 de gevolgde procedure beschreven.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Algemeen

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. In de navolgende paragrafen wordt per onderdeel ingegaan op de betreffende aanpassing van het bestemmingsplan.

2.2 Natuurplan borgen

Voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein is een natuurplan opgesteld (zie Bijlage 1 bij de regels). In het natuurplan is een puntensysteem opgenomen die als voorwaarde wordt gesteld bij de realisatie van nieuwe bedrijfsgebouwen op het bedrijventerrein. Om het puntensysteem juridisch-planologisch te borgen is in dit bestemmingsplan een voorwaardelijke verplichting opgenomen. In deze regeling is opgenomen dat bij de omgevingsvergunning voor het bouwen moet worden aangetoond dat het initiatief voldoet aan het puntensysteem uit het natuurplan. Dit moet middels een inrichtings-/uitvoeringsplan worden aangetoond.

In de regeling is ook geborgd dat de voorgestelde maatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd en in stand worden gehouden. Indien dit niet het geval is, is het gebruik van de gebouwen niet langer toegestaan.

Voorgaande aanpassing van het bestemmingsplan is opgenomen in artikel 5.2 van dit bestemmingsplan.

2.3 Veiligheidzone - Biogas verwijderen

Ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' bestond het voornemen om op het naastgelegen bedrijventerrein Hofskamp-Oost II een biovergister te realiseren. Destijds was het wenselijk om daarvoor een veiligheidszone op te nemen. Nu gebleken is dat biovergister niet langer gerealiseerd zal worden, is er geen noodzaak meer om de veiligheidszone op te nemen. Om die reden komen de regels met betrekking tot veiligheidszone te vervallen.

Voorgaande aanpassing van het bestemmingsplan is opgenomen in artikel 5.3.1 van dit bestemmingsplan.

2.4 Rotonde Euroweg - Aaltenseweg verruimen

Op de hoek van de Euroweg - Aaltenseweg (N318) is een rotonde gelegen. Voor een goede afwikkeling van het (toekomstige) verkeer ter plaatse bestaat de wens om ruimte te reserveren om de bestaande rotonde aan te kunnen passen. In het verkeerstechnisch onderzoek voor het bedrijventerrein (zie paragraaf 4.10) is voorgesteld om de bestaande enkelstrooksrotonde aan te passen in een turborotonde of gestrekte knierotonde. Voor deze vormen van rotondes is echter meer ruimte nodig dan de ruimte die het geldende bestemmingsplan op dit moment toe laat. Om die reden zijn de gronden in de noordoostelijke hoek van de bestaande rotonde bestemd tot 'Verkeer'. Navolgend is de ruimtereservering voor de rotonde globaal aangeduid met een gele markering.

afbeelding "i_NL.IMRO.1509.BP000232-ON01_0005.jpg"

Ruimtereservering rotonde op afbeelding met geldende bestemmingsplannen

Voorgaande aanpassing van het bestemmingsplan is opgenomen in artikel 5.3.2 van dit bestemmingsplan.

2.5 Ontsluiting op Euroweg mogelijk maken

In het stedenbouwkundig plan voor het bedrijventerrein zijn twee ontsluitingswegen opgenomen voor het bedrijventerrein. Na vaststelling van het bestemmingsplan is echter gebleken dat deze ontsluiting juridisch-planologisch niet mogelijk is, omdat ter plaatse geen passende bestemming is opgenomen. Voor de locatie van de aansluitingen geldt het bestemmingsplan 'Kom Varsseveld 2010' en ter plaatse zijn de bestemmingen 'Groen' en 'Water' opgenomen.

Navolgend zijn de betreffende locaties globaal aangeduid met een gele markering.

afbeelding "i_NL.IMRO.1509.BP000232-ON01_0006.jpg"

Globale locaties ontsluitingen op afbeelding met geldende bestemmingsplannen

Om de ontsluiting juridisch-planologisch mogelijk te maken zijn ter plaatse de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' opgenomen.

Voorgaande aanpassing van het bestemmingsplan is opgenomen in artikel 5.3.3 van dit bestemmingsplan.

2.6 Tekstuele aanpassing regels

In artikel 3.3.2 van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' is per abuis de aanheftekst dubbel opgenomen in sub b van dit artikel. Om dit te herstellen is deze sub b verwijderd.

Voorgaande aanpassing van het bestemmingsplan is opgenomen in artikel 5.4 van dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Nationale Omgevingsvisie (NOVI)

Onderdeel van de Omgevingswet is een visie op de leefomgeving: de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Met de NOVI neemt het Rijk het voortouw voor een langetermijnvisie op de toekomst en de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van Nederland. De NOVI richt zich op de volgende vier prioriteiten die onderling veel met elkaar te maken hebben en gevolgen hebben voor het inrichten van de fysieke leefomgeving:

  • Ruimte maken voor de klimaatverandering en energietransitie;
  • De economie van Nederland verduurzamen en het groeipotentieel behouden;
  • Steden en regio's sterker en leefbaarder maken;
  • Het landelijk gebied toekomstbestendig ontwikkelen.

In de NOVI staan de keuzes op nationaal niveau, maar in veel gevallen ligt de verantwoordelijkheid bij gemeenten en/of provincies. Op basis van drie uitgangspunten helpt de NOVI bij het wegen van belangen en het maken van keuzes:

  • Combinaties van functies gaan voor enkelvoudige functies;
  • Kenmerken en identiteit van een gebied staan centraal;
  • Afwentelen wordt voorkomen.

Beoordeling initiatief

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan. Met de regeling in dit bestemmingsplan voor het puntensysteem van het natuurplan worden biodiversiteitsmaatregelen (en daarmee klimaatadaptieve maatregelen) die moeten worden genomen voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein juridisch-planologisch geborgd. Met de ontwikkeling van het bedrijventerrein wordt een bijdrage geleverd aan het sterker en leefbaarder maken van Varsseveld en de regio Achterhoek. Daarnaast zorgt de ontwikkeling van het bedrijventerrein, zij op micro-niveau, voor een verduurzaming van de economie van Nederland.

Met de ontwikkelingen binnen het plangebied zijn geen overige nationale belangen gemoeid.

3.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

De nationale belangen zijn geborgd in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het gaat bijvoorbeeld om rijksvaarwegen, defensie, ecologische hoofdstructuur, erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde, hoofdwegen en hoofdspoorwegen, elektriciteitsvoorziening, buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen en primaire waterkeringen.

Door de nationale belangen vooraf in bestemmingsplannen te borgen, wordt met het Barro bijgedragen aan versnelling van de besluitvorming bij ruimtelijke ontwikkelingen en vermindering van de bestuurlijke drukte.

Beoordeling initiatief

Met de ontwikkeling zijn geen nationale belangen gemoeid.

3.1.3 Ladder voor duurzame verstedelijking

In artikel 3.1.6, lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen. Het doel van de Ladder is zorgvuldig en duurzaam ruimtegebruik, met oog voor de toekomstige ruimtebehoefte en ontwikkelingen in de omgeving. De Ladder geeft daarmee invulling aan het nationaal ruimtelijk belang gericht op een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij ruimtelijke besluiten. Dit belang staat beschreven in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte binnen een breder kader van een goed systeem van ruimtelijke ordening.

Met de ladder worden eisen gesteld aan de motivering van onder meer bestemmingsplannen en ruimtelijke onderbouwingen die nieuwe stedelijke ontwikkelingen mogelijk maken. De toelichting bij een bestemmingsplan of ruimtelijke onderbouwing voor een nieuwe stedelijke ontwikkeling bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien die ontwikkeling mogelijk wordt gemaakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.

Beoordeling initiatief

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan. Er is daarmee geen sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Om die reden is de ladder voor duurzame verstedelijking niet van toepassing.

3.1.4 Conclusie

De ontwikkeling is in overeenstemming met het Rijksbeleid.

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Omgevingsvisie Gaaf Gelderland

Op 19 december 2018 is de omgevingsvisie 'Gaaf Gelderland' vastgesteld. In deze visie beschrijft de provincie welke richting de provincie op wil op het gebied van energie, klimaat, water, voedsel en ook hoe de provincie de omgeving wil inrichten.

Om samen een Gaaf Gelderland te bereiken, legt de provincie bij het uitvoeren van haar taken de focus op een duurzaam, verbonden en economisch krachtig Gelderland. Met behulp van zeven ambities geeft de provincie hier richting aan:

  • energietransitie;
  • klimaatadaptatie;
  • circulaire economie;
  • biodiversiteit;
  • bereikbaarheid;
  • economisch vestigingsklimaat;
  • woon- en leefklimaat.

Voor dit initiatief zijn de ambities 'klimaatadaptatie' en 'bereikbaarheid' van toepassing.

Klimaatadaptatie

Het klimaat is merkbaar aan het veranderen, waarbij hoosbuien, extreme hitte en langdurige droogte hierbij goede voorbeelden van zijn. Provincie Gelderland wil zich voorbereiden op het veranderende klimaat door in te zetten op het tegengaan van de bijbehorende risico's en gevaren. Dit heeft prioriteit: In 2050 wil Gelderland optimaal beschermd zijn en kunnen meebewegen met het veranderend klimaat. De provincie Gelderland werkt hierbij vooral vanuit haar betrokkenheid bij waterveiligheid, waterkwaliteit, bodem en natuur. Daarnaast wordt er rekening gehouden met de variatie van de Gelderse streken.

De provincie Gelderland wil met haar partners verder kijken. Bij de aanleg, inrichting, veiligheid en leefbaarheid van de gebouwde omgeving nemen we de gevolgen van het veranderende klimaat mee en maken afspraken over hoe met de risico's om te gaan. Klimaatbestendig werken is daarbij voor de provincie Gelderland een logische voorwaarde als er samengewerkt wordt met anderen. Verschillende ontwikkelingen binnen toerisme en recreatie horen hier ook bij. Deze ontwikkelen wil de provincie Gelderland benutten. Hierbij is het van belang dat de ontwikkelingen passen bij de Gelderse kwaliteiten. De provincie streeft naar een op de toekomst toegerust beschermend klimaatbeleid zodat Gelderland versterkt wordt voor nu en in de toekomst.

Bereikbaarheid

Bereikbaarheid is een kritische succesfactor voor een verbonden samenleving en een krachtige, duurzame Gelderse economie. Mensen willen snel en veilig op hun werk kunnen komen, elkaar kunnen ontmoeten, ervaringen kunnen delen, de vele Gelderse evenementen kunnen bezoeken, grenzen kunnen verleggen. Een sterk netwerk zorgt daarvoor. Het is de taak van de provincie om te zorgen voor de veiligheid en vlotte doorstroming op dit netwerk. Het verkeer en (openbaar) vervoer moet schoner, gezonder en duurzamer. Fossiele brandstoffen raken op en maken plaats voor duurzame energiebronnen, zoals elektrische auto's en waterstofvoertuigen. Hetzelfde geldt voor het beheer en onderhoud van de wegen. Dit gebeurt zo schoon en duurzaam mogelijk; iets wat de provincie als voorwaarde ook aan hun partners meegeeft. Er liggen tal van kansen op het terrein van duurzame mobiliteit: vervoers- en goederensystemen slimmer verbinden, meer oplaadpunten voor elektrische auto's en duurzame tankpunten, stimuleren van fietsgebruik, experimenten met nieuwe duurzame vormen van vervoer, snel internet als alternatief voor fysieke mobiliteit.

Beoordeling initiatief

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan. Met de regeling in dit bestemmingsplan voor het puntensysteem van het natuurplan worden biodiversiteitsmaatregelen (en daarmee klimaatadaptieve maatregelen) die moeten worden genomen voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein juridisch-planologisch geborgd. In de navolgende paragraaf wordt het initiatief nader getoetst op het aspect klimaatadaptatie. Met de ruimtereservering voor de rotonde kan worden gezorgd voor een verbetering van de bereikbaarheid van de bedrijventerreinen aan de oostzijde van Varsseveld .

3.2.2 Omgevingsverordening

De provincie beschikt over verschillende instrumenten waarmee zij haar ambities realiseert. De verordening wordt ingezet voor die onderwerpen waarvoor de provincie eraan hecht dat de doorwerking van het beleid van de Omgevingsvisie juridisch gewaarborgd is. De verordening voorziet ten opzichte van de Omgevingsvisie niet in nieuw beleid en is daarmee dus beleidsneutraal. De meest recente versie is de Omgevingsverordening Gelderland (januari 2023), welke op 14 januari 2023 in werking is getreden.

De inzet van de verordening als juridisch instrument om de doorwerking van het provinciaal beleid af te dwingen is beperkt tot die onderdelen van het beleid waarvoor de inzet van algemene regels noodzakelijk is om provinciale belangen veilig te stellen of om uitvoering te geven aan wettelijke verplichtingen. De Omgevingsverordening richt zich net zo breed als de Omgevingsvisie op de fysieke leefomgeving in de Provincie Gelderland. Dit betekent dat vrijwel alle regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving opgenomen zijn in de Omgevingsverordening. Het gaat hierbij om regels op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu, water, mobiliteit en bodem. De verwachting is dat de Omgevingsverordening op termijn alle regels zal gaan bevatten die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Ten aanzien van voorliggend bestemmingsplan zijn de regels ten aanzien van het onderwerp 'klimaatadaptatie' relevant.

Instructieregel klimaatadaptie (art. 2.65b)

De provinciale omgevingsverordening die op 1 februari 2022 van kracht is geworden bevat de instructieregel klimaatadaptie (2.65b). Voor zover een bestemmingsplan een nieuwe activiteit of ontwikkeling mogelijk maakt, moet op basis van deze instructieregel de toelichting bij het bestemmingsplan een beschrijving bevatten van de maatregelen of voorzieningen die worden getroffen om de risico's van klimaatverandering te voorkomen of te beperken en de afweging die daarbij is gemaakt. In die beschrijving moeten in ieder geval de volgende aspecten worden betrokken: waterveiligheid, wateroverlast, droogte en hitte. Voor de beschrijving kan gebruik worden gemaakt van de opgestelde klimaatatlas.

Beoordeling initiatief

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan.

Op basis van de klimaatatlas Oude IJsselstreek is in beeld gebracht welke risico's zich kunnen voordoen in het plangebied als gevolg van klimaatverandering.

  • Wateroverlast. Uit de kaartbeelden die horen bij het onderdeel wateroverlast is op te maken dat ter plaatse van het plangebied plaatselijk lichte tot matige plasvorming wordt verwacht na een korte of lange bui. In het kader van het geldende bestemmingsplan is reeds rekening gehouden met het aspect wateroverlast. In het plangebied is ruimte gereserveerd voor de berging van water.
  • Hittestress. Uit de kaartbeelden die horen bij het onderdeel hittestress is op te maken dat de temperatuur in het plangebied normaal zal zijn op warme dagen. Dit is gebaseerd op de huidige situatie waarin het plangebied in gebruik is als grasland. Bij de ontwikkeling van het bedrijventerrein neemt het bebouwd oppervlak toe. Bij de ontwikkeling van het bedrijventerrein worden echter klimaatadaptieve maatregelen toegepast, zoals de aanplant van bomen en struwelen en realisatie van groene daken.
  • Droogte. De bijbehorende kaartbeelden laten wat betreft grondwaterstanden en droogtegevoeligheid in 2050 een lichte verslechtering zien ten opzichte van de huidige situatie. Dit is wederom gebaseerd op de huidige situatie waarin het plangebied in gebruik is als grasland. Bij de ontwikkeling van het bedrijventerrein wordt de trits 'vasthouden, bergen, afvoeren' toegepast. Hemelwater afkomstig van verhardingen worden in eerste instantie vastgehouden, daarmee wordt droogte tegengegaan. Het plangebied ligt niet in een gebied waar een grotere kans op natuurbranden is bij langdurige droogte. In het plangebied zijn geen waterpartijen en beken aanwezig die stil kunnen komen te staan of droog kunnen vallen. Daarmee is geen sprake van een risico voor de volksgezondheid. Op basis van voorgaande wordt geconcludeerd dat in voorliggend plan voldoende wordt ingezet op het voorkomen of beperken van mogelijke risico's door droogte als gevolg van klimaatverandering.
  • Overstroming. De bijbehorende kaartbeelden laten zien dat er geen watergangen in nabijheid van het plangebied liggen. Er is geen sprake van een overstromingsgevaar.

Er hoeven geen specifieke maatregelen te worden getroffen. De voorgenomen ontwikkeling sluit aan bij de provinciale regels op het gebied van 'klimaatadaptatie'.

3.2.3 Conclusie

De ontwikkeling is in overeenstemming met het provinciaal beleid.

3.3 Regionaal beleid

3.3.1 Regionale Structuurvisie Achterhoek 2012

De 'Regionale structuurvisie Achterhoek 2012' is door de gemeenteraden van de regio in april/mei 2012 vastgesteld. De Regionale structuurvisie is een actualisatie van de visie uit 2004. In de actualisatie zijn de laatste economische en maatschappelijk ontwikkelingen verwerkt, zoals: bevolkingsverandering, krimp, vergrijzing en ontgroening en de veranderingen in de landbouw en het landelijk gebied.

Deze ontwikkelingen zullen o.a. gevolgen hebben voor de manier waarop er nu gewoond, geleefd en gewerkt en hebben ruimtelijk consequenties. De geactualiseerde visie geeft richting aan het regionaal ruimtelijk beleid met als doel dat de Achterhoek ook in de toekomst een vitale, regionale economie heeft en een zeer prettige omgeving blijft om te wonen en te recreëren.

Inhoudelijk beschrijft de structuurvisie: samenwerking op volkshuisvesting, bedrijfsvestigingen en functieveranderingsbeleid; bereikbaarheid van de regio, zowel fysiek als digitaal; balans tussen bestaande en nieuwe kwaliteiten in de landbouw/het landschap; innoveren van de maakindustrie en landbouw en het verduurzamen van productieprocessen en energievoorziening; ruimtelijk wordt de 'ja, mits' benadering leidend. Deze visie is geen blauwdruk voor hoe het allemaal zou moeten. Respect voor het Achterhoekse landschap staat voorop, maar het ruimtelijk beleid mag innovatieve en duurzame ontwikkelingen niet in de weg staan. Van belang is om flexibel te blijven.

Beoordeling initiatief

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan. Met de ontwikkeling van het bedrijventerrein wordt ingezet op een vitale regionale economie. Met de ruimtereservering voor de rotonde kan worden gezorgd voor een verbetering van de bereikbaarheid van de bedrijventerreinen aan de oostzijde van Varsseveld .

3.3.2 Conclusie

De ontwikkeling is in overeenstemming met het regionaal beleid.

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Structuurvisie Oude IJsselstreek 2025

De gemeenteraad van Oude IJsselstreek heeft op 12 mei 2011 de Structuurvisie Oude IJsselstreek 2025 vastgesteld. De Structuurvisie geeft richting aan het ruimtelijke, economische en maatschappelijke beleid van de gemeente en laat in grote lijnen zien hoe Oude IJsselstreek zich tot het jaar 2025 zal gaan ontwikkelen. De gemeente Oude IJsselstreek wil zich graag verder ontwikkelen als een dynamische gemeente. De kwaliteit van de leefomgeving en de leefbaarheid speelt hierin een belangrijke rol. Achteruitgang en verloedering van de woon- en leefomgeving moet worden tegengegaan.

Zowel binnen als buiten de bebouwde kom is het volgens de visie altijd zaak om een goede afweging te maken tussen verkeersveiligheid en sociale veiligheid enerzijds en minimale lichtvervuiling en bescherming van natuurwaarden anderzijds.

Beoordeling initiatief

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan.

In de structuurvisie wordt de Hofskamp in Varsseveld specifiek genoemd als gebied waar grootschalige vestiging of doorontwikkeling van bedrijven mogelijk is. Met de regeling in dit bestemmingsplan voor het puntensysteem van het natuurplan worden biodiversiteitsmaatregelen (en daarmee klimaatadaptieve maatregelen) die moeten worden genomen voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein juridisch-planologisch geborgd. Met de ruimtereservering voor de rotonde kan worden gezorgd voor een verbetering van de bereikbaarheid van de bedrijventerreinen aan de oostzijde van Varsseveld .

3.4.2 Toekomstvisie Oude IJsselstreek 'Maak toekomst in Oude IJsselstreek'

De toekomstvisie is tot stand gekomen door vele ontmoetingen en bijeenkomsten met inwoners, ondernemers, organisaties en verenigingen. De termen 'leven' en 'het maken' lopen als een rode draad door de toekomstvisie. Oude IJsselstreek heeft zichzelf zeven opgaven gesteld waarmee ze een antwoord kan bieden op maatschappelijke uitdagingen en waarmee de gemeente en de gemeenschap verder kunnen groeien.

  • 1. Benut de stroom van de Oude IJssel
    De gemeente zet de komende jaren in op het benutten van alle kansen die de Oude IJssel als zone biedt. Het gebied op en rondom de rivier kan een vliegwiel zijn voor toerisme en recreatie, bedrijvigheid, klimaatvraagstukken en wonen.
  • 2. Florerende Smart Industrie
    Een bloeiende en concurrerende lokale economie heeft een aanzuigende werking op mensen en kapitaal waarmee demografische ontwikkelingen kunnen worden gekeerd en wonen een boost krijgt. Drie duidelijke clusters dragen bij aan een robuust economisch systeem. Werken op De Rieze, innoveren op het DRU Industriepark en innovatieve en hightech maakindustrie rond Varsseveld. Gemeente Oude IJsselstreek zet zich daarmee de komende jaren nog beter op de kaart en zet in op het ontwikkelen van het nieuwe Varsseveld Industriepark (het VIP).
  • 3. Vitaal platteland
    Het agrarisch buitengebied is een belangrijke en karakteristieke pijler in de gemeente. De landbouwsector is voor de gemeente als plattelandsgemeente een cruciale sector, zowel qua economische omvang als qua ruimtebeslag in het buitengebied. Het platteland zal zich het komende decennium ontwikkelen tot een multifunctioneel buitengebied.
  • 4. De allernieuwste energie
    In de gemeente vinden ontwikkeling plaats op vele fronten, van woningbouw tot het ontwikkelen van industrie en bereikbaarheid. Bij al die ontwikkelingen wordt er optimaal gebruik gemaakt van de meest duurzame en nieuwste vormen van energie. De gemeente wil energieneutraal zijn in 2030.
  • 5. Groene parels
    Van de Slangenburg tot de Vennebulten en van het Zwarte Veen tot de Anholtse bossen vormen landgoederen, oude bossen en natuurgebieden een groene parelketting door Oude IJsselstreek. De opgave ‘Groene Parels’ zet in op het verder versterken van dit karakteristieke landschap.
  • 6. Gezond oud worden én gezond jong zijn
    Oude IJsselstreek is de plek waar mensen zich kunnen ontplooien, gezond kunnen leven en regie op hun eigen leven hebben. In de basis benutten de gemeente vooral de kracht van de maatschappij om een plek te maken waar mensen hun leven lang fijn en gezond kunnen wonen. Om de kracht uit de samenleving optimaal te benutten worden er voldoende aanleidingen voor ontmoeting, duurzaam gedrag, leren, spel en bewegen geboden.
  • 7. Het witte vel
    Vanaf de eerste gesprekken is duidelijk geweest dat de Toekomstvisie een levend document moet zijn. Er zullen zich tal van zaken voordoen die de gemeente dwingen deze Toekomstvisie bij te stellen. Hobbels en beren op de weg, maar juist ook kansen, versnellingen en innovaties. Om in de Toekomstvisie ook letterlijk de ruimte te geven om in te springen op nieuwe ontwikkelingen heeft de gemeente ‘Het Witte Vel’ vanaf het begin eraan toegevoegd. Een nog blanco hoofdstuk dat symbool staat voor de prachtige onzekerheid van de toekomst en al het moois dat daaruit voort gaat komen.

Beoordeling initiatief

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan. Met de ontwikkeling van het bedrijventerrein wordt ingezet een robuust economisch systeem.

3.4.3 Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan 2012-2020

In 2011 heeft gemeente Oude IJsselstreek het Gemeentelijke Verkeer- en Vervoersplan 2012 - 2020 (GVVP) vastgesteld. In het GVVP wordt, op basis van een analyse van de huidige en toekomstige verkeerssituatie, een visie ontwikkeld op het functioneren van het verkeers- en vervoerssysteem in de gemeente. De eigen gemeentelijke mobiliteitsaanpak maakt duidelijk wat de gemeentelijke ambities zijn en op welke wijze deze worden gerealiseerd. De visie en mobiliteitsaanpak zijn vertaald in beleid, dat in hoofdlijnen is gericht op:

  • het goed functioneren van de verkeersnetwerken voor (vracht)auto, fiets en openbaar vervoer;
  • de bereikbaarheid van de kernen;
  • parkeren en;
  • het beïnvloeden van keuzegedrag door reizigers.

De rode draad binnen de verkeersnetwerken is de wegencategorisering. Deze bestaat uit een functietypering van de wegen, zowel binnen als buiten de bebouwde kom, en de bijbehorende voorkeurs-netwerken. De wegencategorisering is aangevuld voor vrachtverkeer (hoofdroutes), hulpdiensten (uitrukroutes) en landbouwverkeer (voorkeursroutes).

Voor het buitengebied ziet de wegencategorisering er als volgt uit:

  • gebiedsontsluitingswegen (buiten bebouwde kom);
  • erftoegangswegen (buiten bebouwde kom).

Met deze wegencategorisering worden de randvoorwaarden gecreëerd voor:

  • een duurzaam veilig wegennet met een lager aantal verkeersslachtoffers;
  • een hiërarchisch opgebouwd, maar samenhangend wegennet, met een goede bereikbaarheid voor woon-, werk- en winkelgebieden;
  • bundeling van doorgaand verkeer daar waar het hoort (op de hoofdwegen), waardoor de overlast van het doorgaande verkeer tot een minimum wordt beperkt.

Beoordeling initiatief

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan.

Met de ruimtereservering ten behoeve van de rotonde kan in de toekomst worden ingespeeld op een te verwachten verkeersknelpunt. Daarmee kan worden gezorgd voor een verbetering van de bereikbaarheid van de bedrijventerreinen aan de oostzijde van Varsseveld. De aanpassing is daarmee in lijn met de uitgangspunten van het GVVP.

3.4.4 Visie op landschap, natuur en groene kernen

In de raadsvergadering van 22 april 2021 is de Visie op landschap, natuur en groene kernen vastgesteld. De gemeente Oude IJsselstreek heeft door de jaren heen meerdere plannen ontwikkeld voor de groene ruimte, echter ontbrak het aan een samen hangend toekomstbeeld voor het landschap en de groene kernen. De Visie op Landschap, Natuur en Groene Kernen (VLNGK) biedt dit gewenste toekomstbeeld. De visie is in een interactief proces met bewoners, maar ook organisaties en verenigingen tot stand gekomen. De visie geeft richting aan de gewenste ontwikkeling van het landschap voor zowel het buitengebied als de kernen. De visie gaat in op de wijze waarop de kenmerkende landschappen voor de toekomst verder versterkt worden, in samenhang met de ontwikkelingen.

In de visie wordt aangegeven dat Oude IJsselstreek nieuwe bebouwing (onder andere op bedrijventerreinen) wil inpassen in het landschap. Dit door richtlijnen op te stellen voor bijvoorbeeld de locatie (geografische spreiding) en landschappelijke inpassing daarvan, dan wel een bijdrage aan het algemene belang van landschap. Daarbij is niet alleen van belang dat het onderliggende landschap vertrekpunt vormt voor de ontwikkeling, maar dat de ontwikkeling zelf ook een substantieel deel groen omvat.

Beoordeling initiatief

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan. Met de regeling in dit bestemmingsplan voor het puntensysteem van het natuurplan worden natuurmaatregelen die moeten worden genomen voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein juridisch-planologisch geborgd. Het nemen van de natuurmaatregelen zorgt ook voor een groene inpassing van het bedrijventerrein. De aanpassingen in het bestemmingsplan zijn daarmee in lijn met de uitgangspunten van de VLNGK.

3.4.5 Oude IJsselstreek Klimaatbestendig - Klimaatagenda 2022 -2026

Het klimaat verandert en weersomstandigheden worden extremer. Als de gemeente Oude IJsselstreek veilig, leefbaar en aantrekkelijk willen blijven voor toekomstige generaties, dan moet de leefomgeving zodanig ingericht worden dat mensen zich voldoende kunnen weren tegen de weersextremen. De gemeente Oude IJsselstreek heeft daarom de Klimaatagenda 2022 - 2026 opgesteld, waarin de visie en ambities voor een klimaatbestendige inrichting en de maatregelen voor 2022 tot en met 2026 zijn opgenomen.


Beoordeling initiatief

In het kader van klimaatbestendige ontwikkelingen zijn de relevante aspecten (overstromingen, wateroverlast, droogte en hittestress) reeds getoetst bij de provinciale omgevingsverordening (zie paragraaf 3.2.2).

3.4.6 Conclusie

De ontwikkeling is in overeenstemming met het gemeentelijk beleid.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

In dit hoofdstuk wordt getoetst in hoeverre deze ontwikkeling haalbaar is in het kader van milieu- en omgevingsaspecten.

4.1 Vormvrije m.e.r.-beoordeling

Algemeen

Een milieueffectrapportage (m.e.r.) is verplicht voor besluiten van de overheid over initiatieven van particulieren of marktpartijen, zoals bij de bouw van woonwijken, de aanleg van auto(snel)wegen, spoorwegen, vliegvelden, pijpleidingen voor gas of olie en (stuw)dammen.

Een m.e.r. kan ook verplicht zijn voor plannen van de overheid, zoals een bestemmingsplan. Ingevolge het Besluit milieueffectrapportage (verder: Besluit m.e.r.) wordt getoetst of het bestemmingsplan voorziet in, of een kader vormt voor, activiteiten die (mogelijk) belangrijke nadelige gevolgen kunnen hebben voor het milieu. Hiervoor zijn in de bijlage bij het Besluit m.e.r. lijsten opgenomen waarin activiteiten zijn aangewezen die belangrijke nadelige gevolgen kunnen hebben voor het milieu (lijst C) of ten aanzien waarvan het bevoegd gezag moet beoordelen of zij belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben (lijst D).

De voornoemde drempelwaarden hebben een indicatief karakter, hetgeen inhoudt dat ook wanneer de drempelwaarden niet worden overschreden een (vormvrije) beoordeling dient plaats te vinden of het planvoornemen kan leiden tot belangrijke nadelige gevolgen. Deze beoordeling dient te geschieden aan de hand van de selectiecriteria in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Hierin worden drie hoofdthema's genoemd 'betreffende de milieubeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten':

  • kenmerk van het project;
  • plaats van het project;
  • kenmerken van het potentiële effect.

Toetsing

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan. Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe activiteiten uit bijlagen C en D van het 'Besluit milieueffectrapportage' mogelijk. Er is geen sprake van een nieuw stedelijk ontwikkelingsproject. Er is daarom geen aanleiding voor een (vormvrije) m.e.r.-beoordeling of het opstellen van een M.E.R.

Conclusie

Het bestemmingsplan kan zonder m.e.r.(-beoordeling) worden vastgesteld.

4.2 Bodem

Algemeen

Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet aangetoond worden dat de bodem- en grondwaterkwaliteit ter plaatse van het plangebied geschikt zijn voor het beoogde gebruik.

Toetsing

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan. De gronden ten behoeve van de ontsluiting van het bedrijventerrein op de Euroweg en de uitbreiding van de rotonde krijgen een functie (verkeer) die niet als gevoeliger wordt aangemerkt dan de bestaande functie (groen en water). Aangenomen kan worden dat de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem voldoende geschikt is voor de nieuwe functie. Om die reden kan een verkennend milieukundig grond- en grondwateronderzoek achterwege blijven.

Conclusie

Het aspect bodem vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

4.3 Geluid

Algemeen

De mate waarin het geluid, veroorzaakt door het wegverkeer en/of door industrie, onder andere het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder (Wgh). Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet volgens de Wgh worden aangetoond dat gevoelige functies, zoals een woning, een aanvaardbare geluidsbelasting hebben als gevolg van omliggende (spoor)wegen en gezoneerde industrieterreinen. Indien nieuwe geluidsgevoelige functies worden toegestaan, stelt de Wgh de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting ten gevolge van omliggende (spoor)wegen en industrieterreinen.

Toetsing

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan. In het kader van het geldende bestemmingsplan is reeds akoestisch onderzoek uitgevoerd. Hierbij is geconcludeerd dat het geluid afkomstig van het extra verkeer als gevolg van de realisatie van het bedrijventerrein acceptabel is.

Met de aanpassing van de rotonde is geen sprake van een "reconstructie van een weg" zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. Uit het akoestisch onderzoek blijkt namelijk dat er geen sprake is van een toename van de geluidsbelasting hoger dan 1,50 dB (afgerond 2 dB). Om die reden is een aanvullend onderzoek naar geluidshinder als gevolg van de aanpassing van de rotonde niet noodzakelijk.

Conclusie

Het aspect geluid vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

4.4 Luchtkwaliteit

Algemeen

De Wet luchtkwaliteit (verankerd in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2) is een implementatie van diverse Europese richtlijnen omtrent luchtkwaliteit, waarin onder andere grenswaarden voor vervuilende stoffen in de buitenlucht zijn vastgesteld ter bescherming van mens en milieu. In Nederland zijn stikstofdioxide (NO2) en zwevende deeltjes als PM10 (fijn stof) de maatgevende stoffen waar de concentratieniveaus het dichtst bij de grenswaarden liggen. Overschrijdingen van de grenswaarden komen, uitzonderlijke situaties daargelaten, bij andere stoffen niet voor. Vanaf 1 januari 2015 dient het bevoegd gezag de luchtkwaliteit ook te toetsen aan de grenswaarde voor PM2,5. Op basis van onderzoek door het Planbureau voor de Leefomgeving kan worden gesteld dat als aan de grenswaarden voor PM10 wordt voldaan, ook aan de grenswaarde voor PM2,5 wordt voldaan.

Hoewel de luchtkwaliteit de afgelopen jaren flink is verbeterd, kan Nederland niet voldoen aan de luchtkwaliteitseisen die in 2010 van kracht zijn geworden. De EU heeft Nederland derogatie (uitstel) verleend op grond van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Dit betreft een gemeenschappelijke aanpak van het Rijk en diverse regio's om samen te werken aan een schonere lucht, waarbij ruimte wordt geboden aan noodzakelijke ruimtelijke ontwikkelingen. Plannen die in betekenende mate bijdragen aan luchtverontreiniging worden opgenomen in een gebiedsgericht programma van het NSL. Het maatregelenpakket in het NSL is hiermee in evenwicht en zodanig dat op termijn de luchtkwaliteit in heel Nederland onder de grenswaarden ligt. Plannen die 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdragen aan luchtverontreiniging hoeven niet langer individueel getoetst te worden aan de Europese grenswaarden aangezien deze niet leiden tot een significante verslechtering van de luchtkwaliteit. Deze grens is in de AMvB NIBM gelegd bij 3% van de grenswaarde van een stof: Voor NO2 en PM10 betekent dit dat aannemelijk moet worden gemaakt dat het project tot maximaal 1,2 µg/m³ verslechtering leidt. Voor een aantal functies (o.a. woningen, kantoren, tuin- en akkerbouw) is dit gekwantificeerd in de ministeriële regeling NIBM.

Uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening wordt afgewogen of het aanvaardbaar is het project op deze plaats te realiseren. Hierbij kan de blootstelling aan luchtverontreiniging een rol spelen, ook als het project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Er is sprake van een significante blootstellingsduur als de verblijfsduur die gemiddeld bij de functie te verwachten is een aanzienlijk deel van de dag betreft. Volgens de toelichting op de Regeling Beoordeling luchtkwaliteit is dit onder andere het geval bij een woning, school of sportterrein.

Gevoelige bestemmingen als scholen, kinderdagverblijven, bejaarden- en zorgtehuizen genieten op grond van de gelijknamige AMvB extra bescherming. Substantiële uitbreiding of nieuwvestiging binnen 50 meter van een provinciale weg of 300 meter van een Rijksweg is alleen toegestaan als de concentraties luchtvervuilende stoffen zich onder de grenswaarden bevinden, waardoor geen onacceptabele gezondheidsrisico's optreden.

Toetsing

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan. In het kader van het geldende bestemmingsplan is de haalbaarheid van het bedrijventerrein voor wat betreft het aspect luchtkwaliteit reeds aangetoond. Het mogelijk maken van de ontsluiting en het aanpassen van de rotonde zorgt niet niet voor een toename van het aantal verkeersbewegingen maar faciliteert de verkeerstromen. Hiermee kan een nadere toetsing aan het aspect luchtkwaliteit achterwege blijven.

Conclusie

Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

4.5 Bedrijven en milieuzonering

Algemeen

Indien door middel van een plan nieuwe, gevoelige functies of milieuhinderveroorzakende functies mogelijk worden gemaakt, moet worden aangetoond dat een goed leefmilieu binnen en buiten het plangebied mogelijk is. Anderzijds mogen omliggende bedrijven niet in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden aangetast door de realisatie van nieuwe gevoelige functies.

Wat betreft de aanbevolen richtafstanden tussen bedrijvigheid en gevoelige functies is de VNG publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering' als leidraad voor milieuzonering gebruikt. In de VNG-publicatie zijn richtafstanden voor diverse omgevings- en gebiedstypen opgenomen. Het gaat onder andere om de volgende omgevings- en gebiedstypen: 'rustige woonwijk', 'rustig buitengebied' en 'gemengd gebied'. In een rustige woonwijk en een rustig buitengebied komen vrijwel geen andere functies dan de woonfunctie voor. Gemengde gebieden betreffen gebieden die langs hoofdinfrastructuur liggen en/of gebieden met matige tot sterke functiemenging. In een dergelijk gebied komen direct naast woningen andere functies voor, zoals winkels, maatschappelijke voorzieningen, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Voor gemengde gebieden kunnen de aanbevolen richtafstanden met één stap worden verminderd. De afstand wordt gemeten vanaf de grens van de locatie van de bedrijfsmatige activiteit tot aan de gevel van nieuwe of bestaande gevoelige functies.

Toetsing

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan. In het kader van het geldende bestemmingsplan is de haalbaarheid van het bedrijventerrein voor wat betreft het aspect bedrijven en milieuzonering reeds aangetoond. De aanpassingen dan wel aanvullingen aan het bestemmingsplan zorgen niet voor een verandering van de situatie met betrekking tot het aspect bedrijven en milieuzonering. Een nadere toetsing aan dit aspect kan daarom achterwege blijven.

Conclusie

Het aspect bedrijven en milieuzonering vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

4.6 Externe veiligheid

Algemeen

Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen in inrichtingen en tijdens het transport ervan. Op basis van de criteria zoals onder andere gesteld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) worden bedrijven en activiteiten geselecteerd die een risico op zware ongevallen met zich mee (kunnen) brengen. Daarbij gaat het vooral om de grote chemische bedrijven, maar ook om kleinere bedrijven als LPG-tankstations en opslagen van bestrijdingsmiddelen. Daarnaast zijn (hoofd)transportassen voor gevaarlijke stoffen, zoals buisleidingen, spoor-, auto-, en waterwegen, ook als potentiële gevarenbron aangemerkt.

Het externe veiligheidsbeleid heeft tot doel zowel individuele burgers als groepen burgers een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Om dit doel te bereiken zijn gemeenten en provincies verplicht om bij besluitvorming in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de Wet milieubeheer en de Wet op de ruimtelijke ordening de invloed van een risicobron op zijn omgeving te beoordelen. Daartoe wordt binnen het werkveld van de externe veiligheid veelal het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR) gehanteerd.

Het plaatsgebonden risico is de kans dat een persoon die zich gedurende een jaar onafgebroken onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt, overlijdt als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Dit risico wordt per bedrijf en transportas vastgelegd in contouren. Er geldt een contour waarbinnen deze kans 1x10-6 (één op de miljoen) bedraagt.

Het groepsrisico is een berekening van de kans dat een groep personen binnen een bepaald gebied overlijdt ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. De oriëntatiewaarde geeft hierbij de indicatie van een aanvaardbaar groepsrisico. Indien een ontwikkeling is gepland in de nabijheid van een risicobron geldt afhankelijk van de ontwikkeling een verantwoordingsplicht voor het toelaten van gevoelige functies.

Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)

Voor bepaalde risicovolle bedrijven geldt het Besluit externe veiligheid inrichtingen en Regeling externe veiligheid inrichtingen (Bevi en Revi). Hierin zijn de risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd.

Circulaire effectafstanden LPG-tankstations

In de circulaire is de effectbenadering uitgewerkt voor LPG-tankstations. Het bevoegd gezag wordt verzocht om rekening te houden met een effectafstand van 60 meter tot (beperkt) kwetsbare objecten. Dit wil zeggen dat deze afstand in beginsel aangehouden moet worden, maar dat gemotiveerd afwijken is toegestaan door het treffen van veiligheidsmaatregelen. Daarnaast wordt verzocht om rekening te houden met een effectafstand van 160 meter tot zeer kwetsbare objecten. Naast de circulaire blijft ook de toetsing aan het Bevi noodzakelijk.

Transport van gevaarlijke stoffen (water, spoor, weg)

Voor de beoordeling van de risico's vanwege transport van gevaarlijke stoffen geldt het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt en basisnet), met als uitvloeisel het zogeheten Basisnet en de bijbehorende regeling Basisnet.

Transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen

Voor de beoordeling van de risico's van transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen geldt het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb en Revb). Naast de toetsing aan het plaatsgebonden risico en het groepsrisico is hierin vastgelegd dat aan weerszijden van een buisleiding een bebouwingsvrije afstand moet worden aangehouden voor beheer en onderhoud aan de buisleidingen.

Toetsing

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan. In het kader van het geldende bestemmingsplan is de haalbaarheid van het bedrijventerrein voor wat betreft het aspect externe veiligheid reeds aangetoond. In verband met de beoogde vestiging van een biovergister op het naastgelegen bedrijventerrein Hofskamp-Oost II was in het geldende bestemmingsplan ter plaatse van de plaatsgebonden risicocontour (PR 10-6-contour) de aanduiding 'Veiligheidszone - Biogas' opgenomen. Nu is gebleken dat dat de biovergister niet meer wordt gerealiseerd, is er ook geen sprake van een plaatsgebonden risicocontour. Om die reden kan de opgenomen aanduiding met bijbehorende regeling komen te vervallen.

Conclusie

Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van de ontwikkeling.

4.7 Water

Beleid

Het waterbeleid van Rijk en provincie is gericht op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde, duurzame watersystemen. Het plangebied ligt in het beheersgebied van het Waterschap Rijn en IJssel.

In het Waterbeheerprogramma 2022-2027 van Waterschap Rijn en IJssel staat beschreven wat de doelen zijn voor de komende zes jaar in de Achterhoek en Liemers en hoe het waterschap deze wil halen. Naast het uitvoeren van kerntaken zijn het aanpassen van de leefomgeving aan de gevolgen van klimaatverandering en waterveiligheid de grootste prioriteiten. Ook een schone leefomgeving en de circulaire economie en energietransitie staan hoog op de agenda.

Voor het Waterbeheerprogramma zijn de werkzaamheden van het waterschap weergegeven in vier thema's.

Klimaatrobuust gebied

De ambitie is om richting 2050 wendbaar invulling te geven aan het beheer, het onderhoud en de inrichting van het regionaal watersysteem. Dit wordt gedaan in combinatie met aanpassingen in gebruik en inrichting van de omgeving, zodat jaarrond een optimale balans tussen te nat en te droog wordt bereikt en tegelijkertijd inwoners, bedrijven en medeoverheden voldoende weerbaar zijn tegen de onvermijdelijke gevolgen van extreem weer.

Veilig gebied

De bescherming tegen hoog water is een randvoorwaarde om veilig te kunnen wonen en werken in ons gebied. Het waterschap zorgt voor veilige dijken, nu en in de toekomst. Dat wordt gedaan door dagelijks beheer van de keringen en door continu inzicht in de keringen. Het beheer wordt op een duurzame wijze uitgevoerd en er wordt gewerkt aan behoud en verhoging van de biodiversiteit van de dijken. De ambitie is dat de keringen van het waterschap in 2050 voldoen aan de nieuwe normen voor waterveiligheid, en dat daarbij wendbaar ingespeeld wordt op ontwikkelingen.

Circulaire Economie en Energietransitie

Het waterschap wil bij het uitvoeren van haar primaire taak zoveel mogelijk bijdragen aan het beperken van klimaatverandering. Daarbij wil zij in 2050 onderdeel zijn van een 100% circulaire economie waarin de taken klimaatneutraal worden uitgevoerd.

Gezonde leefomgeving

Het waterschap zorgt voor een schoon en gezond watersysteem voor de mensen en de natuur in het gebied. Het waterschap streeft ernaar dat het water in de leefomgeving geschikt is voor verschillende maatschappelijke functies en dat het geen risico's oplevert voor de volksgezondheid. Het doel is een oppervlaktewatersysteem te bereiken dat optimaal is voor ecologisch functioneren en biodiversiteit en natuurwaarden daarbinnen en -buiten bevordert.

Situatie plangebied

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan. In het kader van het geldende bestemmingsplan is de haalbaarheid van het bedrijventerrein voor wat betreft het aspect water reeds aangetoond.

Om de ontsluiting van het bedrijventerrein op de Euroweg mogelijk te maken, worden duikers aangelegd in de watergang die ten oosten en parallel aan de Euroweg loopt. Voor deze ingreep is overleg geweest met het Waterschap Rijn en IJssel die de watergang beheert. Het waterschap heeft aangegeven onder voorwaarden geen bezwaren te hebben voor de aanleg van de ontsluitingswegen en de duikers. De verdere uitwerking van de ontsluitingsweg zal in overleg met het waterschap plaatsvinden.

Watertoets

Het plangebied ligt in het beheersgebied van het Waterschap Rijn en IJssel. Voor het doorlopen van de watertoets gebruikt dit waterschap de website www.dewatertoets.nl. Het waterschap kijkt, op basis van de antwoorden die op de website worden ingevuld, of bij de ruimtelijke ontwikkeling voldoende rekening is gehouden met de waterhuishouding ter plaatse en geeft een wateradvies.

Op basis van de ingevulde digitale watertoets wordt door het waterschap geconcludeerd dat er waterstaatkundige belangen zijn. Deze belangen zijn zodanig van aard en omvang dat overleg met het waterschap gewenst is. De ingevulde watertoets is als Bijlage 1 bijgevoegd.

Overleg waterschap

Het bestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg toegestuurd aan het waterschap. In een reactie op het bestemmingsplan geef het waterschap het volgende aan:

  • Er worden twee duikers voorzien in de watergang die ten oosten en parallel aan de Euroweg loopt. In de waterparagraaf 4.7 in het concept bestemmingsplan van de herziening wordt aangegeven dat het waterschap onder voorwaarden geen bezwaren heeft. In deze formulering kunnen we ons vinden.
    Uitgangspunt voor het waterschap is zo min mogelijk duikers in onze watergangen. Dit betekent dat de bestaande duiker verwijderd dient te worden. Voor het verwijderen en aanleggen van duikers en werkzaamheden in de kern- en beschermingszone van de watergang is een watervergunning noodzakelijk.
    In de voorschriften van geldende bestemmingsplan Kom Varsseveld 2010 voor de locatie waar de bestaande toegangsweg over de watergang komt te vervallen, we zien dat onder de bestemming Verkeer – Verblijfsgebied (artikel 19) en Groen (artikel 12) ook “water en voorzieningen voor de waterhuishouding” toegestaan zijn. Dan zou het bestemmingsplan voor deze locatie niet aangepast hoeven te worden indien de watergang hier weer open komt te liggen.
  • Ten aanzien van de reservering van extra ruimte voor de turborotonde: de bereikbaarheid van en het onderhoud aan de watergang en de kunstwerken dienen behouden te blijven en niet belemmerd te worden.
    Voor werkzaamheden en activiteiten binnen de kern- en beschermingszone van de watergang en de kunstwerken zoals de duiker (dus ook voor werkzaamheden aan de weg boven de duiker) is een watervergunning noodzakelijk.
  • Daarnaast is in de digitale watertoets aangegeven dat de verharding door de herziening toeneemt met 1.250 m2. Deze zouden we graag meegenomen zien in de uitwerking van de hemelwaterberging voor het gehele bedrijventerrein dat nog in ontwikkeling is. We zien als waterschap de aanpassingen hiervan te zijner tijd graag tegemoet.

Conclusie

Het aspect water vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het initiatief.

4.8 Archeologie en cultuurhistorie

Algemeen

Op basis van artikel 3.1.6, vijfde lid, onderdeel a, van het Bro moet in een toelichting van een bestemmingsplan bij ruimtelijke ontwikkelingen worden getoetst, hoe er wordt omgegaan met de aspecten archeologie en cultuurhistorie. De bescherming van archeologische waarden is verankerd in de Erfgoedwet. Het belangrijkste doel van deze wet is de bescherming van de aanwezige en de te verwachten archeologische waarden door het reguleren van bodemverstorende activiteiten. Erfgoedwet artikel 5.10, Archeologische toevalsvondst, houdt in dat als men toevallig een vondst doet waarvan vermoed kan worden dat het een archeologische vondst betreft, deze zo spoedig mogelijk gemeld moet worden. Degene die de vondst heeft gedaan is verplicht om de vondst gedurende zes maanden ter beschikking te stellen voor wetenschappelijk onderzoek.

Toetsing

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan.

Op basis van de gemeentelijke archeologische waarden en verwachtingenkaart blijkt dat het plangebied een 'lage archeologische verwachting' heeft voor het aantreffen van archeologische vondsten. Voor gronden met een dergelijke verwachting is archeologisch onderzoek niet noodzakelijk.

In het plangebied is geen sprake van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. Met de voorgenomen ontwikkeling vindt geen aantasting aan cultuurhistorisch waardevolle lijnen of elementen plaats. Het initiatief heeft geen negatieve gevolgen voor het aspect cultuurhistorie.

Conclusie

De aspecten archeologie en cultuurhistorie vormen geen belemmering voor voorliggend initiatief.

4.9 Ecologie

Algemeen

Bij elke ruimtelijke ontwikkeling moet, in het kader van de Wet natuurbescherming, in beeld worden gebracht of er sprake is van invloeden op natuurwaarden en beschermde soorten.

Toetsing

Quickscan natuurtoets

In het kader van het geldende bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' is reeds onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van het nieuwe bedrijventerrein. Voor de aansluiting van het bedrijventerrein op de Euroweg en aanpassing van de rotonde op de hoek Euroweg/Aaltenseweg was echter geen onderzoek gedaan. Om die reden heeft Staring Advies in april 2023 een quickscan natuurtoets uitgevoerd. De conclusies uit dit onderzoek worden hierna behandeld. Het onderzoek is als Bijlage 2 bijgevoegd.

Gebiedsbescherming

Voor gebiedsbescherming zijn de Natura 2000-gebieden en het Gelders Natuurnetwerk en Groene Ontwikkelingszone van belang.

Natura2000-gebieden

Er vinden geen ruimtelijke ingrepen plaats in of nabij een Natura 2000-gebied. Door de aard en de beperkte omvang van de activiteiten en door de afstand tussen het plangebied en het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied ‘Korenburgerveen’ en overige Natura 2000-gebieden worden geen significante negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen en ontwikkelingsopgaven verwacht door directe verstoringsfactoren als oppervlakteverlies of versnippering. Ook significante negatieve effecten door indirecte verstoringsfactoren als stikstofdepositie, verontreiniging, verdroging, geluidsverstoring of lichtverstoring zijn op voorhand uit te sluiten.

Gelders Natuurnetwerk (GNN) en Groene Ontwikkelingszone (GO)

Het onderzoeksgebied ligt niet in het GNN of de GO. Er vinden geen ruimtelijke ontwikkelingen plaats in het GNN of de GO. De kernkwaliteiten van het GNN of de GO worden niet aangetast. Er hoeft geen verdere toetsing uitgevoerd te worden.

Houtopstanden

Het onderzoeksgebied ligt binnen de bebouwde kom. Van beschermde houtopstanden (bos van minimaal 10 are en/of bomenrijen van minimaal 21 bomen) is binnen het onderzoeksgebied geen sprake. Een kapmelding bij de provincie Gelderland is dan ook niet aan de orde.

Soortenbescherming

In het kader van de soortenbescherming is een literatuur- en veldonderzoek verricht. Op basis van het onderzoek wordt geconcludeerd dat aanvullend onderzoek naar volgende soort(groep)en noodzakelijk is:

  • Kleine marterachtigen als bunzing, hermelijn en wezel (vaste rust- en verblijfplaatsen);
  • Grote bosmuis (vaste rust- en verblijfplaatsen);
  • Waterspitsmuis (vaste rust- en verblijfplaatsen);
  • Vleermuizen (vliegroute);
  • Kamsalamander en poelkikker (voortplantingswater);
  • Grote vos en grote weerschijnvlinder (leefgebied).

Voor overige soort(groep)en is aanvullend onderzoek of het aanvragen van een ontheffing in het kader van de Wet natuurbescherming niet noodzakelijk.

Nader onderzoek

PM Nader onderzoek


Conclusie

PM Nader onderzoek

4.10 Verkeer en parkeren

Algemeen

Bij ruimtelijke plannen moet worden aangetoond dat de ontwikkeling geen negatieve gevolgen heeft voor de verkeer- en parkeersituatie ter plaatse.

Toetsing

Voorliggend bestemmingsplan ziet toe op het aanpassen, dan wel aanvullen van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' op een vijftal punten. De realisatie van het bedrijventerrein is reeds mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan. In het kader van het geldende bestemmingsplan is de haalbaarheid van het bedrijventerrein voor wat betreft het aspect verkeer en parkeren reeds aangetoond. Daarbij is ook een verkeersonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is als Bijlage 3 bij dit bestemmingsplan opgenomen. In het onderzoek is voorgesteld om de bestaande enkelstrooksrotonde aan te passen in een turborotonde of gestrekte knierotonde. Hierdoor wordt de verkeersafwikkeling ter plaatse van de rotonde verbeterd. Voor deze vormen van rotondes is echter meer ruimte nodig dan de ruimte die het geldende bestemmingsplan op dit moment toe laat. Om die reden zijn de gronden in de noordoostelijke hoek van de bestaande rotonde bestemd tot 'Verkeer'.

Door de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' op te nemen ter plaatse van de reeds beoogde ontsluitingen van het bedrijventerrein op de Euroweg zijn deze ontsluitingen ook juridisch-planologisch mogelijk.

Conclusie

De aspecten verkeer en parkeren vormen geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van de ontwikkeling.

4.11 Economische uitvoerbaarheid

De ontwikkeling van voorliggend plan betreft een initiatief van de gemeente. De kosten verband houdend met deze herziening, alsmede met de uitvoering ervan, komen voor rekening van de gemeente. Hiervoor is door de gemeenteraad krediet beschikbaar gesteld.

De economische uitvoerbaarheid wordt daarom geacht te zijn aangetoond.

4.12 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Vanwege de relatief beperkte aanpassing van het geldende bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' vindt er naast de wettelijke reactiemogelijkheden geen aanvullend informatie- of participatietraject plaats.

Hoofdstuk 5 Juridische planaspecten

5.1 Algemeen

Dit bestemmingsplan is een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld'. Dat wil zeggen dat dat bestemmingsplan met bijbehorende regels van kracht blijven, maar dat hierop middels de verbeelding en regels van deze herziening een aanvulling dan wel aanpassing wordt gedaan. De aanvulling bestaat uit deze toelichting, een verbeelding en een set regels.

De indeling van de regels van dit bestemmingsplan is als volgt: Hoofdstuk 1 Inleidende regels, Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels, Hoofdstuk 3 Algemene regels en Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels.

5.2 Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Hoofdstuk 1 omvat een artikel met de begripsomschrijvingen. Deze begripssomschrijvingen hebben betrekking op het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld, herziening 2023' zelf.

5.3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

In dit hoofdstuk is de regeling voor de bestemmingen 'Verkeer' en 'Verkeer - Verblijfsgebied' opgenomen. In de regels van het geldende bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' was geen regeling opgenomen voor de bestemming 'Verkeer'. De nu opgenomen regeling is gebaseerd op de regeling van de bestemming 'Verkeer' uit het bestemmingsplan 'Kom Varsseveld 2010'. De bestemming 'Verkeer' wordt toegekend aan wegen die een meer doorgaande verkeersfunctie hebben. Dit is van toepassing op de aan te passen rotonde. De bestaande rotonde is eveneens bestemd als 'Verkeer'. De regeling voor het te verruimen deel is hetzelfde als voor de bestaande rotonde.

De bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' was al wel opgenomen in het geldende bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld', maar is tevens opgenomen ten behoeve van de leesbaarheid van de regels.

5.4 Hoofdstuk 3 Algemene regels

In de algemene regels (Hoofdstuk 3) worden de aanpassingen en toevoegingen aan de geldende bestemmingsplannen weergegeven. Voor een inhoudelijke beschrijving van deze aanpassingen en toevoegingen worden verwezen naar Hoofdstuk 2 van deze toelichting.

5.5 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Hoofdstuk 4 omvat de volgende wettelijk verplichte artikelen: een overgangsbepaling en een titelbepaling.

Hoofdstuk 6 Procedure

6.1 Vooroverleg

Het bestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg toegestuurd aan Waterschap Rijn en IJssel en Provincie Gelderland.

De reactie van het waterschap is opgenomen in paragraaf 4.7. Provincie Gelderland geeft in een reactie aan dat bij de aanpassingen en aanvullingen op bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hofskamp-Oost III Varsseveld' geen provinciale belangen spelen. Daarom heeft de provincie geeft advies voor het plan. De provincie spreekt wel haar waardering uit over de in het plan opgenomen voorwaardelijke verplichting die de planologisch juridische koppeling legt tussen de realisatie van natuur en de realisatie van de bedrijfsbebouwing op het bedrijventerrein.

6.2 Zienswijzen

Te zijner tijd worden in deze paragraaf of in een separate bijlage de resultaten van de procedure verwerkt.