Correctieve herziening DRU Industriepark Ulft

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt de aanleiding voor het bestemmingsplan en de ligging en begrenzing van het plangebied aangegeven. Dit wordt geïllustreerd door middel van het opnemen van een kaart fragment, waaruit de ligging van het plangebied blijkt. Verder wordt aangegeven, op welk geldend bestemmingsplan, deze correctieve herziening betrekking heeft.

1.1 Aanleiding en doelstelling

Dit bestemmingsplan is een correctieve herziening van het op 27 juni 2013 door de raad van de gemeente Oude IJsselstreek vastgestelde bestemmingsplan "DRU Industriepark Ulft" (identificatie code NL.IMRO.1509.BP000110-VA01). Aanleiding voor het opstellen van dit bestemmingsplan is de uitspraak van de Raad van State op 19 maart 2014, waarmee vier onderdelen uit het vastgestelde bestemmingsplan zijn vernietigd.

Verder is ambtshalve geconstateerd dat bij het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan "DRU Industriepark Ulft" een foutje in de rooilijn van het bouwvlak van de landmark achter/opzij van het pand Frank Daamenstraat 4 is geslopen.

Het doel van dit bestemmingsplan is daarom:

• 1. het repareren van onderstaande planonderdelen die door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 19 maart 2014 zijn vernietigd in de uitspraak nummer 201306555/1/R2, te weten:
  - de aanduiding "evenementen categorie 1" voor zover deze aan het plangebied is toegekend;
  - artikel 25, lid 25.2 van de planregels;
  - het niet voorzien in de mogelijkheid om woningen te realiseren in het Ketelhuis;
  - het beperken van het aantal woningen tot 16 voor de Badkuipenfabriek.
• 2. het repareren van een onderdeel, waarvan ambtshalve is geconstateerd dat deze foutief is opgenomen in het vastgestelde bestemmingsplan "DRU Industriepark Ulft".

Dit bestemmingsplan is op 22 september 2016 naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State d.d. 1 juni 2016 gewijzigd vastgesteld. Voor de precieze wijzigingen wordt verwezen naar paragraaf 7.3 "Wijzigingen in regels naar aanleiding van uitspraak".

1.2 Ligging en begrenzing van het plangebied

Het plangebied heeft betrekking op een groot deel van het DRU Industriepark en dan met name de pleinen, de landmark aan de Frank Daamenstraat, de Badkuipenfabriek, SSP-hal en Ketelhuis.

Het gebied wordt aan de noordkant begrensd door de groenstrook ten zuiden van de Molenbeek; aan de oostkant door de Oude IJssel; aan de zuidkant door de DRU-Laan en aan de westkant door de Frank Daamenstraat.

Afb. 1 Plangebied

1.3 Geldend bestemmingsplan

Dit bestemmingsplan "Correctieve herziening DRU Industriepark Ulft" vervangt onderdelen van het geldende bestemmingsplan "DRU Industriepark Ulft". Het betreft zowel aanpassingen in de regels, toelichting als op de verbeelding.

1.4 Leeswijzer

De toelichting van dit bestemmingsplan bestaat uit de volgende hoofdstukken:

• Hoofdstuk 2, Inhoud herziening:
  Hierin wordt uitgelegd waar de uitspraak van de Raad van State precies over gaat, wat de geldende regeling in het moederplan DRU Industriepark Ulft is en hoe dit aangepast gaat worden in dit bestemmingsplan. Verder wordt uitleg over de ambtshalve aanpassing gegeven.
• Hoofdstuk 3, Beleidskader:
  Hierin wordt alleen ingegaan op het beleid met betrekking tot de inhoud van dit bestemmingsplan. Verder wordt verwezen naar het moederplan DRU Industriepark Ulft.
• Hoofdstuk 4, Omgevingsaspecten:
  Hierin worden de milieu- en omgevingsaspecten behandeld. Daarbij handelt het zich met name om het aspect geluid. Verder wordt verwezen naar het moederplan DRU Industriepark Ulft.
• Hoofdstuk 5, Juridische planopzet:
  Hierin wordt ingegaan op de juridisch aspecten van de regeling in de bestemmingsplan.
• Hoofdstuk 6, Uitvoerbaarheid:
  Hierin wordt ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.
• Hoofdstuk 7, Gewijzigde vaststelling na uitspraak Raad van State
  In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de uitspraak van de Raad van State en wat dit betekent voor aanpassing van de regels in Artkel 6.

Hoofdstuk 2 Inhoud herziening

2.1 Aanduiding evenementen categorie 1

2.1.1 Regeling in moederplan

In het moederplan "DRU Industriepark Ulft" is voor een groot deel van het plangebied een aanduiding opgenomen voor het houden van evenementen in categorie 1. In de regels is in artikel 25, lid 1 opgenomen, dat ter plaatse van de aanduiding "evenement categorie 1" evenementen tot en met categorie 1 zijn toegestaan. Op grond van de begripsbepalingen zijn evenementen categorie 1: "een evenement met onversterkte (straat)muziek, achtergrondmuziek en beperkte spreekinstallaties, waarbij het evenement per dag maximaal 8.000 bezoekers trekt". In onderstaande afbeelding is in rood het gebied weergegeven, waarop de aanduiding betrekking heeft.

Afb. 2 Aanduiding 'evenement categorie 1' in moederplan DRU Industriepark Ulft

2.1.2 Uitspraak Raad van State

Bij uitspraak van 19 maart 2014 heeft de Raad van State de beroepen gegrond verklaard en het raadsbesluit van 27 juni vernietigd voor zover het betreft de aanduiding 'evenementen categorie 1' voor zover deze aan het plangebied is toegekend. De Raad van State is van mening, dat er geen goed woon- en leefklimaat voor omwonenden is omdat:

• uit het plan en de daaraan ten grondslag gelegde stukken wordt niet duidelijk wat een representatieve invulling is van de mogelijkheid om een onbeperkte hoeveelheid evenementen in categorie 1 te houden;
• het is niet inzichtelijk gemaakt wat de gevolgen voor het woon- en leefklimaat zijn bij het op verschillende locaties binnen het plangebied gelijktijdig plaatsvinden van evenementen in categorie 1 of 2 of categorieën 1 en 2;
• in het plan is geen regeling opgenomen over de verdeling van evenementen van verschillende categorieën over het DRU Industriepark, terwijl onzeker is of daarover overeenkomsten kunnen worden gesloten en wat de inhoud van dergelijke overeenkomsten zal zijn.

2.1.3 Correctie na uitspraak van Raad van State

Door de Raad van State is aangegeven, dat geen representatieve invulling bekend is van de categorie 1 evenementen. Deze kunnen onbeperkt worden gehouden. In eerdere uitspraken heeft de Raad van State telkens aangegeven, dat bij een evenementenregeling in het bestemmingsplan aangegeven moet worden: wat is het voor soort evenement, het aantal bezoekers en hoe vaak vindt het evenement plaats. Daarom wordt er bij deze herziening voor gekozen om een aantal evenementen per jaar op te nemen. Verder wordt het gebied waar in de buitenruimte evenementen mogen worden gehouden beperkt tot de pleinen, de groene wiggen aan de DRU-laan en een klein deel aan de zuidkant van de DRU Cultuurfabriek. Door het opnemen van een aantal dagen en het beperken van het gebied is het voor met name de omwonenden duidelijk wat er mogelijk is in het gebied. Het aantal van 50 categorie 1-evenementen voor het totale aangewezen gebied is ruim genoeg om toch ook de gewenste reuring in het gebied mogelijk te maken. Op onderstaande afbeelding is het gebied weergegeven waar de aanduiding 'evenement categorie 1' van toepassing is.

Afb. 3 Gebiedsaanduiding 'evenement categorie 1' in Correctieve herziening DRU Industriepark Ulft

Verder is in de praktijk gebleken, dat het categorie 1 evenement, zoals deze nu in de begripsbepalingen van het bestemmingsplan DRU Industriepark Ulft is opgenomen, tot onduidelijkheid kan leiden of het wel of niet een "rustig" evenement is voor wat met name betreft de geluidsoverlast. In de regels van dit bestemmingsplan zal door middel van geluidsniveaus worden aangegeven wat onder "rustige" evenementen valt, zowel voor de buitenruimte als in de SSP-hal. In hoofdstuk 4 zal hierop nader worden ingegaan.

2.2 Afwijkingsmogelijkheid evenementen categorie 2

2.2.1 Regeling in moederplan

In het moederplan "DRU Industriepark Ulft" is het mogelijk gemaakt om met een afwijkingsregel 24 rumoerige evenementen in een groot deel van het plangebied mogelijk te maken. Het gebied waarop dit betrekking heeft wordt weergegeven op afbeelding 2 bij paragraaf 2.1.1. In de regels is in artikel 25, lid 2 opgenomen, dat bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 25.1 voor het toestaan van evenementen tot en met categorie 2, met dien verstande dat in totaal niet meer dan 24 dagen per jaar evenementen worden gehouden, exclusief op- en afbouw. Op grond van de begripsbepalingen zijn evenementen categorie 2: "een evenement met spreekinstallaties, versterkte (live)muziek, orkest, taptoe etc.,waarbij het evenement per dag maximaal 15.000 bezoekers trekt".

2.2.2 Uitspraak Raad van State

Bij uitspraak van 19 maart 2014 heeft de Raad van State de beroepen gegrond verklaard en het raadsbesluit van 27 juni vernietigd voor zover het betreft artikel 25, lid 25.2 van de planregels. De Raad van State is van mening, dat er geen goed woon- en leefklimaat voor omwonenden is omdat:

• uit verschillende door partijen overgelegde rapporten van akoestische onderzoeken, dat zich ten gevolge van evenementen, in het bijzonder evenementen in categorie 2, overschrijdingen van geluidnormen voor woningen kunnen voordoen;
• het is niet inzichtelijk gemaakt wat de gevolgen voor het woon- en leefklimaat zijn bij het op verschillende locaties binnen het plangebied gelijktijdig plaatsvinden van evenementen in categorie 1 of 2 of categorieën 1 en 2;
• in de planregels bij lid 25.2 geen voorwaarden zijn opgenomen voor de verlening van een omgevingsvergunning en dus niet is verzekerd dat bij het besluit een omgevingsvergunning te verlenen voldoende rekening wordt gehouden met het belang van omwonenden.

2.2.3 Correctie na uitspraak Raad van State

De opmerkingen van de Raad van State hebben met name betrekking op te verwachten (geluids)overlast voor omwonenden bij het houden van categorie 2 evenementen (ook wel "rumoerige" evenementen). Met een aanvullend rapport d.d. 16 juni 2014 van adviesbureau De Haan te Arnhem en een rapport d.d. 12 augustus 2014 van Adviesbureau DGMR te Arnhem is onderzoek gedaan naar de geluidsbelasting in de dichtstbij gelegen woningen van omwonenden aan het Emailleplein 21-23. Ook BOEi heeft een onderzoeksbureau ingeschakeld om te kijken hoe een duidelijk kader gegeven kan worden van de mogelijkheden en onmogelijkheden ten aanzien van het houden van evenementen, waarbij een nog aanvaardbaar woon- en leefklimaat resteert. Deze rapporten/adviezen hebben er toe geleid, dat er voor gekozen is om in dit bestemmingsplan geluidnormen op te nemen voor de evenementen. Verder is een veel gehoorde klacht van omwonenden, dat er geen duidelijkheid is over hoe lang een evenement duurt. Daarom worden er ook eindtijden gekoppeld aan de "rumoerige" evenementen. In de regels zijn verder eisen opgenomen voor het laden en lossen.

Concreet betekent dit:

In het op de verbeelding aangegeven gebied zijn evenementen tot en met categorie 2 toegestaan onder de voorwaarde dat op één individuele geluidsgevoelige bestemming maximaal 24 dagen per jaar (exclusief op- en afbouw) overschrijdingen van de geluidsniveaus mogen plaatsvinden.

Aan het bovenstaande zijn de volgende beperkingen gekoppeld:

De overschrijding van de geluidnormen op één individuele geluidsgevoelige bestemming mag niet meer zijn dan:

• 12 dagen waarbij het equivalente geluidsniveau op de gevel niet hoger is dan 60 dB(A) en waarbij de eindtijd uiterlijk 23.00 uur is, en
• 12 dagen waarbij het equivalente geluidsniveau op de gevel hoger is dan 60 dB(A):

- hieraan wordt voor 6 dagen een limiet gesteld van 75 dB(A) en 88 dB(C);

- hiervan wordt voor 6 dagen een limiet gesteld van 80 dB(A) en 93 dB(C);
- de eindtijd van het evenement is uiterlijk 01.00 uur.

Samenvattend betekent dit dat één bepaalde woning niet meer dan 24 dagen per jaar te maken heeft met een overschrijding van de geluidnormen als gevolg van "rumoerige" evenementen. Van deze 24 dagen is het geluidsniveau op de gevel van de betreffende woning 12 dagen niet hoger dan 60 d(B)A en de eindtijd niet later dan 23.00 uur, 6 dagen niet hoger dan 75 d(B)A en 6 dagen niet hoger dan 80 d(B)A en met een eindtijd niet later dan 01.00 uur.

2.3 Woningen Ketelhuis

2.3.1 Regeling in moederplan

In het moederplan "DRU Industriepark Ulft" heeft het Ketelhuis de bestemming 'Gemengd - 1'. De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. horeca tot en met categorie 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
b. kantoor;
c. maatschappelijk;
d. het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarden ter plaatse.

2.3.2 Uitspraak Raad van State

Bij uitspraak van 19 maart 2014 heeft de Raad van State de beroepen gegrond verklaard en het raadsbesluit van 27 juni vernietigd voor zover het niet voorziet in de mogelijkheid woningen te realiseren in het Ketelhuis. De Raad van State is van mening dat het besluit om geen woningen te realiseren in het Ketelhuis onvoldoende is gemotiveerd omdat:

• niet is onderbouwd welk deel van de vermindering van de hoeveelheid te bouwen woningen in de gemeente Oude IJsselstreek, op grond van afspraken met het provinciebestuur over het terugbrengen van het aantal voorziene woningen, binnen het plangebied moet plaatsvinden;
• er is onvoldoende inzichtelijk gemaakt hoe de belangen die zijn gemoeid met het nakomen van de overeenkomsten met BOEi zijn betrokken in de belangenafweging bij het verminderen van het aantal woningen;
• er is onvoldoende inzichtelijk gemaakt hoe de vermindering van het aantal woningen in de Badkuipenfabriek en het Ketelhuis zich verhoudt tot de in het plan nieuw te realiseren woontoren, waarin 18 woningen zijn voorzien;
• er is onvoldoende gemotiveerd waarom voor het Ketelhuis naast de mogelijkheid van het exploiteren van een hotel niet ook de mogelijkheid enkele woningen te realiseren in het plan is opgenomen.

2.3.3 Correctie na uitspraak Raad van State

In het kader van de verkoopbaarheid van het Ketelhuis heeft BOEi eerder al aangegeven, dat zij een ruimere bestemming wensen voor het Ketelhuis. In deze herziening krijgt het Ketelhuis een nieuwe bestemming "Gemengd - 9". De voor 'Gemengd - 9' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. horeca tot en met categorie 2 van de Staat van horeca-activiteiten (bijlage 1);
• b. kantoor;
• c. maatschappelijk;
• d. dienstverlening;
• e. cultuur en ontspanning in categorie 1;
• f. bedrijven in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 2);
• g. ambachtelijk bedrijf;
• h. ondergeschikte detailhandel;
• i. het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarden ter plaatse;
• j. bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
• k. tuinen en erven;
• l. parkeer-, speel-, groenvoorzieningen en kunstwerken;
• m. wegen en paden;
• n. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
• o. straatmeubilair en nutsvoorzieningen.

Met deze ruimere bestemming zijn er veel meer functies mogelijk, dan in de voorheen geldende bestemmingsplannen. Gezien de ligging van het Ketelhuis, ingeklemd tussen het Loonbureau, DRU-Cultuurfabriek en ICER - allen gebouwen met een breed scala aan publieksaantrekkende functies - is het niet voor de hand liggend om hier woningen toe te staan. Vanuit ruimtelijk en milieutechnisch oogpunt zijn woningen op deze locatie niet gewenst. Er is geen sprake van een goed woon- en leefklimaat voor woningen op deze locatie.

Bovendien zou het toestaan van een ruimere bestemming zoals bovengenoemd, deels weer onmogelijk worden gemaakt indien er in hetzelfde gebouw woningen zouden worden toegestaan.

Met de ruimere bestemming is er voldoende perspectief voor de verkoopbaarheid van het Ketelhuis.

2.4 Woningen Badkuipenfabriek

2.4.1 Regeling in moederplan

In het moederplan "DRU Industriepark Ulft" heeft de Badkuipenfabriek de bestemming 'Gemengd - 7'. De voor 'Gemengd - 7' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

De voor ´Gemengd - 7´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. kantoor;
• b. maatschappelijk in categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 2);
• c. cultuur en ontspanning in categorie 1, met dien verstande dat uitsluitend cultuur en ontspanning in de vorm van een atelier, creativiteitscentrum, museum of hieraan gelijk te stellen functies zijn toegestaan;
• d. dienstverlening;
• e. wonen in maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal woningen;
• f. hotel en logies ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - hotel';
• g. ondergeschikte detailhandel;
• h. bed & breakfast;
• i. bedrijven van categorie a zoals bedoeld in bijlage 3;
• j. aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten;
• k. aan huis verbonden beroepsactiviteiten;
• l. het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarden ter plaatse;
• m. bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
• n. tuinen en erven;
• o. parkeer-, speel-, groenvoorzieningen en kunstwerken;
• p. wegen en paden;
• q. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
• r. straatmeubilair en nutsvoorzieningen.

2.4.2 Uitspraak Raad van State

Bij uitspraak van 19 maart 2014 heeft de Raad van State de beroepen gegrond verklaard en het raadsbesluit van 27 juni vernietigd voor zover het aantal woningen voor de Badkuipenfabriek is beperkt tot 16. De Raad van State is van mening dat het besluit om het maximum aantal woningen tot 16 te beperken voor de Badkuipenfabriek onvoldoende is gemotiveerd omdat:

• niet is onderbouwd welk deel van de vermindering van de hoeveelheid te bouwen woningen in de gemeente Oude IJsselstreek, op grond van afspraken met het provinciebestuur over het terugbrengen van het aantal voorziene woningen, binnen het plangebied moet plaatsvinden;
• er is onvoldoende inzichtelijk gemaakt hoe de belangen die zijn gemoeid met het nakomen van de overeenkomsten met BOEi zijn betrokken in de belangenafweging bij het verminderen van het aantal woningen;
• er is onvoldoende inzichtelijk gemaakt hoe de vermindering van het aantal woningen in de Badkuipenfabriek en het Ketelhuis zich verhoudt tot de in het plan nieuw te realiseren woontoren, waarin 18 woningen zijn voorzien;
• BOEi heeft ter zitting te kennen gegeven zich ook te kunnen verenigen met een planologische regeling voor het realiseren van 20 woningen in de Badkuipenfabriek.

2.4.3 Correctie na uitspraak Raad van State

Zoals in de uitspraak van de Raad van State al is aangegeven, heeft BOEI - gezien de hoeveelheid lofts die inmiddels al verkocht zijn in de Badkuipenfabriek - niet meer het "oude" aantal van 24 woningen nodig voor de Badkuipenfabriek, maar is 20 woningen ook voldoende. De extra 4 woningen zouden ze graag achter de hand willen houden om de lofts 7 t/m 10 mogelijk te kunnen splitsen. Aangezien een groot deel van het complex inmiddels verkocht en in gebruik is, is leegstand van het overige deel niet wenselijk. Om optimaal aan te kunnen sluiten bij de wens van potentiële kopers is flexibiliteit in de aantallen nodig. Zo wordt het in deze herziening mogelijk gemaakt om maximaal 20 woningen in plaats van 16 woningen te realiseren. Dit betekent niet dat er ook 20 woningen worden gerealiseerd, maar afhankelijk van de behoefte kunnen 4 lofts gesplitst worden. Op de verbeelding zal het aantal van 20 woningen worden aangegeven. De regels ten aanzien van de Badkuipenfabriek wijzigen niet en hiervoor is dezelfde bestemming opgenomen als uit het moederplan.

2.5 Ambtshalve aanpassing bouwvlak landmark

2.5.1 Verkeerde rooilijn in geldend bestemmingsplan

Na vaststelling van het bestemmingsplan DRU Industriepark Ulft is door het stedenbouwkundig bureau geconstateerd, dat bij de aanpassing van het bestemmingsplan ten behoeve van de gewijzigde vaststelling de rooilijn van het bouwvlak van de landmark achter het pand Frank Daamenstraat 4 niet meer op de juiste plek ligt. De rooilijn aan de zijde van de Frank Daamenstraat zou namelijk in het verlengde van het pand Frank Daamenstraat 4 moeten liggen. Dit is niet geval; de rooilijn ligt een stukje terug.

2.5.2 Ambtshalve aanpassing

Aangezien het een van de stedenbouwkundige uitgangspunten is, dat genoemde rooilijn wordt uitgelijnd met die van het pand Frank Daamenstraat 4, is het belangrijk dat deze wordt hersteld. Op de verbeelding zal de rooilijn aan de zijde van de Frank Daamenstraat gelijk worden getrokken met de rooilijn van het pand Frank Daamenstraat 4. In onderstaande afbeeldingen is de "oude" en "nieuwe" situatie weergegeven.

Afb. 4 Bouwvlak in d.d. 27 juni 2013 vastgesteld bestemmingsplan DRU Industriepark Ulft

Afb. 5 Bouwvlak in Correctieve herziening bestemmingsplan DRU Industriepark Ulft

Hoofdstuk 3 Beleidskader

In het moederplan DRU Industriepark Ulft is uitvoerig ingegaan op het relevante ruimtelijke beleid van rijk, provincie, regio en gemeente. Daarom wordt in dit bestemmingsplan alleen aandacht besteed aan het beleid dat betrekking heeft op de onderdelen in dit bestemmingsplan. Met name het woningbouwbeleid in relatie tot de uitspraak van de Raad van State zal nader worden toegelicht.

3.1 Provinciale/regionale/lokale afspraken woningbouw

De provincie geeft eens per vijf jaar haar beleid weer in het kwalitatief woonprogramma (KWP 3). Voor de regio Achterhoek betekende dit in 2009 een omschakeling van groei naar krimp. Het aantal geplande woningen moest terug gebracht worden van 14.000 naar 5.900 woningen. Deze kwantitatieve opgave is door Achterhoekse gemeenten en woningcorporaties uitgewerkt in de regionale woonvisie Achterhoek 2010-2020. De afspraken die met het provinciebestuur zijn gemaakt gaan niet in op specifieke projecten. Voor de gemeente Oude IJsselstreek betekende dit een verminderingsopgave van ruim 2700 woningen aan plancapaciteit naar 685 woningen. Deze verminderingsopgave kon niet worden uitgevoerd zonder consequenties.

De gemeente Oude IJsselstreek heeft ervoor gekozen om alle projecten onder de loep te nemen. Daarbij zijn van ieder afzonderlijk project de ruimtelijke, volkshuisvestelijke, financiële en politieke consequenties in beeld gebracht. Voor iedere categorie zijn punten toegekend en op deze wijze is er een hiërarchie ontstaan in de projectenlijst. Daarbij zijn ook de belangen afgewogen van de partners in het DRU Industriepark, waarbij het zo kon zijn dat binnen bepaalde projecten het gedeeltelijk mogelijk was om nog een alternatieve “economische” invulling te geven, hebben andere woningbouwlocaties voorrang gekregen om gerealiseerd te kunnen worden binnen het aantal van de 685 woningen. Om die reden zijn destijds de woningen in de Badkuipenfabriek en Ketelhuis verminderd.

Binnen het oorspronkelijke plan 't Gietelinck was het de bedoeling (grotendeels vanwege financiële redenen), om het binnengebied, de “Cité Industriëlle”, te bebouwen met een fors aantal woningen. Vanuit stedenbouwkundig, kwalitatief en volkshuisvestelijk (krimp) oogpunt zijn alle nieuwbouwwoningen binnen de “Cité Industriëlle” geschrapt. In totaal zijn ten opzichte van het oorspronkelijke plan 84 woningen geschrapt (zie onderstaande vergelijking "oud" en "nieuw" bestemmingsplan). Onder andere in samenspraak met de betrokken ontwikkelaar is gekeken welk woningbouwprogramma wenselijk is voor de overige gebieden en waar nog wel woningbouw wenselijk is. Zo is de afweging gemaakt dat er op de locatie aan het water (landmark naast DRU Cultuurfabriek) maximaal 18 appartementen mogen worden gerealiseerd.

Aantal woningen op grond van het bestemmingsplan 't Gietelinck 2008

12 nieuwbouwwoningen op de hoek Hutteweg/Frank Daamenstraat
18 nieuwbouwwoningen aan de Hutteweg naast Beltmancomplex
14 nieuwbouwwoningen achter het CWI/ISWI-gebouw
10 nieuwbouwwoningen op het Emailleplein
7 nieuwbouwwoningen tussen Loonbureau en Afbramerij
18 nieuwbouwwoningen aan het water
44 woningen in de SSP-hal/Koepeloven
3 woningen in het Loonbureau
3 woningen in het Ketelhuis
24 woningen in de Badkuipenfabriek
14 nieuwbouwwoningen aan de DRU-laan
9 nieuwbouwwoningen naast DRU Cultuurfabriek

Totaal 176 woningen

Aantal woningen op grond van het d.d. 27 juni 2013 vastgestelde bestemmingsplan DRU Industriepark Ulft

25 nieuwbouwwoningen op de hoek Hutteweg/Frank Daamenstraat
18 nieuwbouwwoningen naast DRU Cultuurfabariek
32 nieuwbouwwoningen aan de DRU-laan
16 woningen in de Badkuipenfabriek
1 nieuwbouwwoning op de vrije kavel Gietijzerlaan

Totaal 92 woningen

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

In het moederplan DRU Industriepark Ulft is uitvoerig ingegaan op alle omgevingsaspecten. Daarom wordt in dit bestemmingsplan alleen aandacht besteed aan die aspecten, die betrekking hebben op de onderdelen in dit bestemmingsplan. Dit betreft voornamelijk het aspect geluid ten aanzien van het houden van evenementen.

4.1 Geluid en Activiteitenbesluit

4.1.1 Algemeen

Het DRU Industriepark is een levendige omgeving met verschillende functies. Een levendige omgeving leidt als vanzelfsprekend tot een ander karakter dan een typische rustige woonwijk. Een levendige omgeving mag echter niet leiden tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat. Met de regels in dit bestemmingsplan moet een duidelijk kader worden gegeven, waarbij nog een aanvaardbaar woon- en leefklimaat resteert. Daarbij is voor het aspect geluid aansluiting gezocht bij het toetsingskader uit het Activiteitenbesluit.

Het betreft dan de volgende normen;

• in de dagtijdperiode is het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau op de gevels bij geluidsgevoelige bestemmingen niet hoger dan 50 dB(A);
• in de avondperiode is het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau op de gevels bij geluidsgevoelige bestemmingen niet hoger dan 45 dB(A);

• in de nachtperiode is het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau op de gevels bij geluidsgevoelige bestemmingen niet hoger dan 40 dB(A).
• het maximale geluidsniveau mag daarbij niet hoger zijn dan 70 dB(A) in de dagperiode, 65 dB(A) in de avondperiode en 60 dB(A) in de nachtperiode.

De dagperiode is van 7.00 tot 19.00 uur, de avondperiode van 19.00 tot 23.00 uur en de nachtperiode van 23.00 tot 7.00 uur.

Bij het gebruik van de SSP-hal en de buitenruimte voor evenementen kunnen hogere geluidsniveaus optreden, waarbij er sprake is van overschrijding van bovengenoemde normen. Bij gebruik van de SSP-hal voor evenementen zal dit het eerst aan de orde zijn bij de nabij de SSP-hal gelegen woning Emailleplein 21-23. Daarvoor is het noodzakelijk om nader onderzoek te doen. Bij dit onderzoek wordt door middel van metingen onderzocht bij welke activiteiten in de SSP-hal er nog sprake is van een goed woon- en leefklimaat in de vertrekken van de woning Emailleplein 21-23. In de volgende paragraaf wordt nader ingegaan op het verrichte onderzoek.

4.1.2 Onderzoek

Door Adviesbureau De Haan te Arnhem is d.d. 16 juni 2014 een rapport nr. S.14.161.000 uitgebracht betreffende een akoestisch onderzoek Emailleplein 21-23 (zie bijlage 1) en door adviesbureau DGMR te Arnhem is d.d. 12 augustus 2014 een rapport nr. M.2011.0687.03.R001 (zie bijlage 2) uitgebracht. In het eerste onderzoek zijn berekeningen uitgevoerd op basis van kengetallen. Om de berekeningen te verifiëren is ter plekke door middel van metingen de geluidsoverdracht vanuit de SSP-hal naar de woning Emailleplein 21-23 vastgesteld (rapport DGMR).

Het doel van de onderzoeken is om het geluidsniveau binnen in de woning en de gevelbelasting van de woning aan het Emailleplein 21-23 te berekenen tijdens het gebruik van de SSP-hal als evenementenhal. Voor het geluid in de woningen is aansluiting gezocht bij het toetsingskader uit het Activiteitenbesluit. Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd conform de richtlijnen van de "Handleiding meten en rekenen Industrielawaai 1999". In overeenstemming met de Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening wordt voor muziekgeluid geen bedrijfsduurcorrectie toegepast. Dat wil zeggen dat er geen middeling plaatsvindt van het geluidniveau van de muziek over de periode van 7-19 uur, 19-23 uur of 23-7 uur.

In afwijking van de Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening wordt voor muziekgeluid buiten geen muziekcorrectie toegepast.

In onderstaande tabel worden de geluidniveaus weergegeven, die zijn toegestaan om aan de geluidvoorschriften van het Activiteitenbesluit te voldoen. Verder zijn er niveaus opgenomen, waarbij er nog sprake is van een goed woon- en leefklimaat in de woning Emailleplein 21-23.

Uitgaande van een binnenniveau van 35 dB(A) etmaalwaarde
In dB(A) gebaseerd op popmuziek.	dag	avond	nacht
Toelaatbaar binnenniveau	35	30	25
Gevelwering van de woning	23	22	23
Toelaatbare geluidbelasting gevel	58	52	48
Reductie gevel SSP-hal	30	30	30
Toelaatbaar binnenniveau SSP-hal	88	82	78
Strafcorrectie muziekgeluid	-10	-10	-10
Toelaatbaar muziekniveau SSP-hal	78	*72	68

*Omdat het muzikale karakter van het geluid bij dergelijke niveaus amper waarneembaar is wordt voor de avondperiode een muziekniveau in de SSP-hal van 78 dB(A) acceptabel geacht.

De geluidswaarden als hierboven bedoeld, gelden voor alle soorten van muziek, voor elke wijze waarop muziek wordt voortgebracht en is voor evenementen buiten exclusief 10 dB(A) toeslag vanwege muziekcorrectie. Voor muziek in de SSP-hal wordt wel een muziekcorrectie van 10 dB(A) toegepast.

Om een inschatting te geven van de geluidniveaus;
Het achtergrondniveau van muziek in een restaurant is 70 dB(A)
Het geluidniveau van muziek in een café is 80 dB(A).
Het geluidniveau van livemuziek is meer dan 90 dB(A)

Gedurende de dag- en avondperiode wordt tijdens een evenement met een geluidniveau van muziek in een café aan de eis van 35 dB(A) voldaan. Door middel van maatwerkvoorschriften in het kader van het Activiteitenbesluit worden hogere maximale toelaatbaare geluidniveaus op de gevel van de woning Emailleplein 21-23 opgenomen, rekening houdend met het binnenniveau van 35 dB(A). Daarnaast worden maatwerkvoorschriften opgenomen voor het inpandig laden en lossen en voor het verwijzen naar de parkeerplaats aan de overzijde van de Oude IJssel.

4.1.3 Conclusie

Uitgangpunt 1 is dat evenementen categorie 1 voldoen aan de standaard geluidvoorschriften, zoals genoemd bij 4.1.1. Evenementen in categorie 1 zijn evenementen met onversterkte (straat)-muziek, achtergrondmuziek en beperkte spreekinstallaties, waarbij het evenement per dag maximaal 8.000 bezoekers trekt. Voorbeelden van evenementen in categorie 1 zijn: beurzen, braderieën, tentoonstellingen etc. In de regels van dit bestemmingsplan (Artikel 6) is bepaald dat 50 dagen per jaar een evenement categorie 1 in de nader aangeduide buitenruimte mag worden gehouden, mits de geluidsnormen niet worden overschreden. Worden de geluidsnormen of het aantal bezoekers overschreden, dan wordt het evenement beoordeeld als een categorie 2 evenement.

Uitgangpunt 2 is dat door het houden van evenementen van categorie 2 op één individuele geluidsgevoelige bestemming maximaal 24 dagen per jaar (exclusief op- en afbouw) overschrijdingen plaats mogen vinden van de geluidsniveaus onder de voorwaarde dat:

• 1. Maximaal 12 dagen per jaar tot 23:00 uur ten hoogste 60 dB(A) op de gevel van een geluidgevoelige bestemming;
• 2. Maximaal 6 dagen per jaar tot 01:00 uur ten hoogste 75 dB(A) en 88 dB(C) op de gevel van een geluidgevoelige bestemming;
• 3. Maximaal 6 dagen per jaar tot 01:00 uur ten hoogste 80 dB(A) en 93 dB(C) op de gevel van een geluidgevoelige bestemming.

Voor het houden van evenementen categorie 2 in de aangeduide buitenruimte en in de SSP-hal moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Daarbij wordt beoordeeld of er aan bovengenoemde voorwaarden wordt voldaan.
Onder de eindtijd wordt verstaan: het moment waarop de activiteiten feitelijk stoppen en in ieder geval geen sprake meer is van muziek, verkoop van drank en dergelijke. Er is enkel sprake van vertrekkende bezoekers.

Voor het bepalen of het een festiviteit van één dag of meerdere dagen betreft wordt aangesloten bij de formulering uit het Activiteitenbesluit: een festiviteit die maximaal één etmaal duurt, maar die zowel voor als na 0.00 uur plaatsvindt wordt beschouwd als plaatshebbende op één dag.

4.1.4 Wat betekent dit in de praktijk?

Bij de bepaling van het maximaal aantal dagen wordt uitgegaan van de geluidsbelastingen die op één individuele woning plaatsvinden. In theorie kunnen op 2 verschillende plaatsen allebei 24 dagen een evenement plaatsvinden mits bij geen enkele woning meer dan 24 dagen een hogere geluidsbelasting heeft plaatsgevonden.

Voor de praktische uitvoering worden de pleinen in 2 gebieden verdeeld waarbij ervan wordt uitgegaan dat evenementen in het ene gebied niet zorgen voor overschrijdingen van de reguliere geluidniveaus in het andere gebied. De SSP-hal zit in beide gebieden.

Zowel in het blauw omlijnde gebied als voor het groen omlijnde gebied kan ook voor elk gebied afzonderlijk:

• 12 dagen een omgevingsvergunning voor een evenement met een geluidsniveau niet hoger dan 60 dB(A) op de gevel van de dichtsbij gelegen woning en een eindtijd van uiterlijk 23.00 uur worden afgegeven;
• voor 6 dagen omgevingsvergunning voor een evenement met een geluidsniveau niet hoger dan 75 dB(A) en 88 dB(C) op gevel van de dichtsbij gelegen woning en een eindtijd van uiterlijk 01.00 uur worden afgegeven.

Er wordt van uitgegaan dat evenementen in het ene gebied niet voor overschrijdingen van geluidsniveaus bij woningen in het andere gebied zorgen.

Voor het gehele gebied (het blauw omlijnde en het groen omlijnde samen) kan voor 6 dagen een omgevingsvergunning voor een evenement met een geluidsniveau niet hoger dan 80 dB(A) en 93 dB(C) op de gevel van de dichtsbij gelegen woning en waarbij de eindtijd uiterlijk 01.00 uur is worden afgegeven. De SSP-hal ligt in zowel het blauw als het groen omlijnde gebied.

Voorbeelden van evenementen in de genoemde geluidsniveaus zijn:

Plaats	geluidniveau	periode	Soort evenement	omgevingsverg.	Voorbeelden
Op plein buiten	60 dB(A)	dag/avond	met spreekinstallatie	60 dB(A)	avondvierdaagse
Op plein buiten	75 dB(A)	dag/avond	lichte popmuziek	75 dB(A)	bandje akoestisch
Op plein buiten	> 75 dB(A)	tot 01:00 uur	harde popmuziek	80 dB(A)	band niet akoestisch
In SSP-hal	78 dB(A)	dag/avond	café muziek	geen
In SSP-hal	90 dB(A)	dag/avond	lichte popmuziek	60 dB(A)	bandje akoestisch
In SSP-hal	105 dB(A)	tot 01.00 uur	harde popmuziek	75 dB(A)	band niet akoestisch
In SSP-hal	>105 dB(A)	dag/avond	pop- en dancemuziek	80 dB(A)	live popband

Indien er op één dag meerdere evenementen plaatsvinden zal er rekening worden gehouden met de cumulatie van geluid. Bij cumulatie van geluid is het niet zo dat 1 + 1 2 is, dus er is geen sprake van een optelling. In de praktijk wordt er 3 dB(A) bij op het hoogste geluidsniveau geteld.

Naast een omgevingsvergunning voor het toestaan van evenementen categorie 2 moet voor de SSP-hal ook een melding op grond van de festiviteitenregeling in de APV (Algemene Plaatselijke Verordening) worden gedaan. Indien er activiteiten in de conferentiezaal of schaflokaal van de DRU Cultuurfabriek of in ICER plaatsvinden en daarbij worden de geluidniveaus overschreden, dan moet hiervoor ook een melding op grond van de festiviteitenregeling in de APV worden gedaan. Een dergelijke melding kan voor ten hoogste 12 dagen worden toegestaan. Wanneer de DRU Cultuurfabriek of ICER activiteiten, waarbij de geluidsniveaus worden overschreden in de buitenruimte organiseren, dan moet er tevens een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Overigens heeft dit bestemmingsplan alleen betrekking op het deel van het DRU Industriepark dat binnen de bebouwde kom is gelegen. Voor evenementen op de agrarische gronden aan de overzijde gelden deze regels niet. Hiervoor dient een aanvraag omgevingsvergunning op grond van het Besluit omgevingsrecht (Bor) te worden gedaan.

Voor het DRU Industriepark zal een parkmanagement worden opgezet. Hieraan zullen onder andere vertegenwoordigers van de SSP-hal, ICER, DRU Cultuurfabriek en gemeente deelnemen. Het convenant, dat hiervoor wordt opgesteld, wordt ook besproken met bewoners in het gebied. Binnen het parkmanagement vindt afstemming plaats over de te organiseren evenementen en de verdeling ervan binnen de regels van dit bestemmingsplan. De evenementen worden in een jaarkalender opgenomen, welke op de website van het DRU Industriepark gepubliceerd zal worden, zodat omwonenden vroegtijdig kennis kunnen nemen van de activiteiten in het DRU Industriepark.

Ook voor "rustige" evenementen moet op grond van de APV een melding voor het houden van een evenement worden gedaan. Door het taakveld vergunningen zal worden bijgehouden of er geen overschrijding van het aantal evenementen plaatsvindt.

Hoofdstuk 5 Juridische planopzet

Deze correctieve herziening van het bestemmingsplan DRU Industriepark Ulft heeft uitsluitend aanpassing van de regels, toelichting en verbeelding tot doel van die onderdelen, die door de uitspraak van de Raad van State van 19 maart 2014 zijn vernietigd. Verder wordt één ambtshalve aanpassing meegenomen.

5.1 Regels

De regels van het moederplan DRU Industriepark Ulft blijven van toepassing. Aanvullend daarop zijn de volgende nieuwe regels door middel van dit bestemmingsplan er aan toegevoegd:

Artikel 5: Gemengd 9.

Dit artikel maakt een ruimere bestemming van het Ketelhuis mogelijk.

Artikel 6: Algemene aanduidingsregels.

Dit artikel maakt het mogelijk dat in de buitenruimte onder voorwaarden 50 dagen rustige evenementen kunnen worden gehouden. Verder is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen, waarbij in de aangeduide buitenruimte en in de SSP-hal "rumoerige" evenementen mogen plaatsvinden met een omgevingsvegunning, waarbij als voorwaarde geldt dat er maximaal 24 dagen per jaar bij één individuele geluidsgevoelige bestemming een overschrijding van de geluidsnormen optreedt. Hieraan zijn de volgende beperkingen gekoppeld:

De overschrijding van de geluidsnormen op één bepaalde woning mag niet meer zijn dan:

• 12 dagen waarbij het equivalente geluidsniveau op de gevel niet hoger is dan 60 dB(A) en waarbij de eindtijd uiterlijk 23.00 uur is, en
• 12 dagen waarbij het equivalente geluidsniveau op de gevel hoger is dan 60 dB(A):

- hieraan wordt voor 6 dagen een limiet gesteld van 75 dB(A) en 88 dB(C);
- hiervan wordt voor 6 dagen een limiet gesteld van 80 dB(A) en 93 dB(C);
- de eindtijd van het evenement is uiterlijk 01.00 uur.

Indien er meer evenementen op één dag plaatsvinden, dan mag er geen optelling van het maximaal toegestaan aantal bezoekers per evenement plaatsvinden. In de regels is daarom een extra bepaling opgenomen, dat in situaties dat er meerdere evenementen op één dag plaatsvinden het maximaal aantal bezoekers niet meer mag zijn dan 15000.

5.2 Toelichting

In de toelichting van dit bestemmingsplan is ingegaan op de onderdelen, die zijn vernietigd door de Raad van State en hoe deze worden aangepast in deze herziening. Dit kan hebben geleid tot een aanpassing in de regels en/of verbeelding of alleen een nadere uitleg in deze toelichting, waarom wel of niet tot een aanpassing van de regels en/of verbeelding is overgegaan.

5.3 Verbeelding

De verbeelding van het moederplan DRU Industriepark Ulft blijft van toepassing. Op de verbeelding behorend bij deze herziening, zijn alleen die dingen aangepast, die voortvloeien uit de uitspraak van de Raad van State en de ambtshalve wijziging. Op de verbeelding is door middel van een gebiedsaanduiding aangegeven, waar en welke evenementen mogen worden gehouden. Verder is in de Badkuipenfabriek het aantal van 20 woningen op de verbeelding opgenomen en heeft het Ketelhuis de bestemming "Gemengd 9" gekregen. Tot slot is de rooilijn van de landmark op de hoek Frank Daamenstraat/Hutteweg op gelijke hoogte gelegd met het pand Frank Daamenstraat 4.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheid

Dit bestemmingsplan "Correctieve herziening DRU Industriepark Ulft" heeft in de eerste plaats tot doel om de onderdelen van het moederplan "DRU Industriepark Ulft" te repareren die door de uitspraak van de Raad van State zijn vernietigd. Daarnaast is één ambtshalve aanpassing meegenomen. De kosten voor het opstellen van dit bestemmingsplan komen voor rekening van de gemeente. In het moederplan is ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van het plan.

De aanpassingen in dit bestemmingsplan ten opzichte van het moederplan betreffen geen zaken, waaruit kosten voor de gemeente voortvloeien of waarvoor kosten moeten worden verhaald. Er hoeft daarom geen exploitatieplan te worden vastgesteld. De economische uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan staat gezien het bovenstaande niet ter discussie.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan "Correctieve herziening DRU Industriepark Ulft" is besproken met BOEi, buurtbewoners en vertegenwoordigers van de SSP-hal en DRU Cultuurfabriek.

Het plan heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen met de mogelijkheid voor iedereen om zienswijzen in te dienen. Er zijn 5 zienswijzen ingediend. In de nota zienswijzen behorend bij het vaststellingsbesluit is een samenvatting, een reactie en voorstel opgenomen over de ingediende zienswijzen. Naar aanleiding hiervan is het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld. De wijzigingen betreffen het in de toelichting opnemen van nadere uitleg over het toepassen van de bedrijfsduurcorrectie en het aanpassen van de regels van Artikel 6 door het opnemen van dB(C) normen.

Hoofdstuk 7 Gewijzigde vaststelling na uitspraak Raad van State

7.1 Algemeen

Op 1 juni 2016 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over het bestemmingsplan Correctieve herziening DRU Industriepark Ulft zoals vastgesteld op 25 juni 2015 (identificatienummer NL.IMRO.1509.BP000130-VA01). Het vaststellingsbesluit van 25 juni 2015 is als Bijlage 3 opgenomen bij dit bestemmingsplan. De volledige uitspraak van de Raad van State is opgenomen bij Bijlage 4.

De Raad van State heeft enkele subleden van Artikel 6 van de planregels vernietigd en hiervoor een voorlopige voorziening getroffen en vervolgens de gemeente opgedragen om binnen 26 weken een nieuw besluit te nemen. Dit besluit hoeft niet overeenkomstig afdeling 3.4 van de Awb te worden voorbereid (geen ontwerpbestemmingsplan ter inzage).

In dit hoofdstuk is een nadere uitwerking opgenomen van de uitspraak van de Raad van State en op de gewijzigde vaststelling van dit bestemmingsplan.

7.2 Uitspraak Raad van State

Tegen het bestemmingsplan Correctieve herziening DRU Industriepark Ulft zijn 3 beroepschriften
ingediend bij de Raad van State, nl. twee door omwonenden en één door de Stichting DRU Cultuurfabriek, Stichting Innovatiecentrum voor Industrie, Cultuur, Educatie en Recreatie (ICER) en Stichting SSP-hal. De drie stichtingen willen meer evenementen organiseren. Ze vinden dat de evenementenregeling in het nieuwe bestemmingsplan hun bedrijfsvoering beperkt. De omwonenden vinden juist dat de nieuwe evenementenregels niet streng genoeg zijn. Ze zijn bang dat hun woongenot wordt aangetast door parkeer- en geluidsoverlast bij evenementen.

Het beroep van de omwonenden is door de Raad van State ongegrond verklaard. Verder heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het volgende besloten:

I. verklaart het beroep van de stichting Stichting DRU Cultuurfabriek en anderen niet-ontvankelijk voor zover het betreft de plandelen met de bestemming "Gemengd -7", "Gemengd -8" en "Gemengd -9";

II. verklaart het beroep van de stichting Stichting DRU Cultuurfabriek en anderen, voor zover ontvankelijk, gegrond;

III. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Oude IJsselstreek van 25 juni 2015 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Correctieve herziening DRU Industriepark Ulft", voor zover het betreft artikel 6, lid 6.1, sub b en c, en artikel 6, lid 6.2, sub a, van de planregels;

IV. draagt de raad van de gemeente Oude IJsselstreek op om binnen 26 weken na de verzending van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken;

V. treft de voorlopige voorziening dat de in artikel 6, lid 6.1, sub b en c, van de planregels opgenomen voorwaarden slechts gelden ter plaatse van de aanduiding "overige zone - evenementen categorie 1" en dat hetgeen is bepaald in artikel 6, lid 6.2, sub a, van de planregels slechts geldt voor evenementen van categorie 2;

VI. bepaalt dat de onder V. opgenomen voorlopige voorziening vervalt op het tijdstip van inwerkingtreding van het onder IV. bedoelde bestemmingsplan;

VII. verklaart de beroepen van [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] en [appellant sub 2] ongegrond;

VIII. veroordeelt de raad van de gemeente Oude IJsselstreek tot vergoeding van bij de stichting Stichting DRU Cultuurfabriek en anderen in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 992,00 (zegge: negenhonderdtweeënnegentig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;

IX. gelast dat de raad van de gemeente Oude IJsselstreek aan de stichting Stichting DRU Cultuurfabriek en anderen het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 331,00 (zegge: driehonderdeenendertig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.

In de uitspraak is onder punt 17.3 aangegeven waarom het beroep van de DRU Cultuurfabriek, Stichting Innovatiecentrum voor Industrie, Cultuur, Educatie en Recreatie (ICER) en Stichting SSP-hal gegrond is verklaard. De Raad van State is van mening, dat het in de regels niet duidelijk tot uitdrukking komt, dat bepaalde onderdelen van de regels niet gelden voor de SSP-hal. Bij wijze van voorlopige voorziening heeft de Raad van State dit gecorrigeerd. De regels zijn daarom nu aangepast overeenkomstig het gestelde in de voorlopige voorziening.

7.3 Wijzigingen in regels naar aanleiding van uitspraak

Ten opzichte van op 25 juni 2015 is Artikel 6 aangevuld met de leden lid 1, sub d en lid 2, sub c.

Onderstaand is het volledige Artikel 6 opgenomen met daarin cursief en dik gedrukt aangegeven wat de wijzigingen zijn ten opzichte van het besluit van 25 juni 2015.

Artikel 6 Algemene aanduidingsregels

6.1 Evenementen categorie 1

• a. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-evenementen categorie 1' zijn evenementen tot en met categorie 1 toegestaan.
• b. Het aantal dagen waarop een evenement tot en met categorie 1 is toegestaan bedraagt 50 per jaar.
• c. Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau vanwege evenementen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone- evenementen categorie 1' bedraagt ten hoogste 50 dB(A) in de dagperiode, 45 dB(A) in de avondperiode en 40 dB(A) in de nachtperiode op de gevels van geluidgevoelige bestemmingen.
• d. Het bepaalde onder sub b en sub c geldt slechts ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementen categorie 1'.
• e. Indien er meerdere evenementen op één dag plaatsvinden, dan mag het totaal aantal bezoekers van deze evenementen niet meer dan 15.000 bedragen.

6.2 Evenementen categorie 2

• a. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementen categorie 2' zijn evenementen tot en met categorie 2 toegestaan zonder omgevingsvergunning, indien het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau vanwege evenementen (in de SSP-hal):
  • op de gevel van de woning Emailleplein 21-23 in de dagperiode ten hoogste 58 dB(A) bedraagt, in de avondperiode ten hoogste 52 dB(A) bedraagt en in de nachtperiode ten hoogste 48 dB(A) bedraagt, en
  • op de gevels van overige geluidgevoelige bestemmingen in de dagperiode ten hoogste 50 dB(A) bedraagt, in de avondperiode ten hoogste 45 dB(A) bedraagt en in de nachtperiode ten hoogste 40 dB(A) bedraagt.
• b. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementen categorie 2' en 'overige zone - evenementen categorie 1' zijn evenementen tot en met categorie 2 toegestaan met omgevingsvergunning onder de voorwaarde dat op een individuele geluidsgevoelige bestemming maximaal 24 dagen per jaar (exclusief op- en afbouw) overschrijdingen plaatsvinden van de geluidsniveaus in 6.1 sub c en 6.2 sub a en dat van deze 24 dagen;
  • hooguit 12 dagen zijn waarbij het equivalente geluidsniveau niet hoger is dan 60 dB(A) op de gevel en waarbij de eindtijd uiterlijk 23.00 uur is;
  • hooguit 6 dagen zijn waarbij het equivalente geluidsniveau niet hoger is dan 75 dB(A) en 88 dB(C) op de gevel en waarbij de eindtijd uiterlijk 01.00 uur is;
  • hooguit 6 dagen zijn waarbij het equivalente geluidsniveau niet hoger is dan 80 dB(A) en 93 dB(C) en waarbij de eindtijd uiterlijk 01.00 uur is.
• c. Het bepaalde onder sub a geldt slechts voor evenementen van categorie 2.
• d. Indien er meerdere evenementen op één dag plaatsvinden, dan mag het totaal aantal bezoekers van deze evenementen niet meer dan 15.000 bedragen..

6.3 Op- en afbouwwerkzaamheden evenementen

Op- en afbouwwerkzaamheden voor een evenement mogen plaatsvinden op maximaal 3 dagen voorafgaand en 2 dagen na afloop van het evenement tussen 08.00 uur en 19.00 uur. Afbouw van elektronische apparatuur is toegestaan tot maximaal een half uur na de eindtijd zoals genoemd in 6.2 sub b. Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau op de gevel van een geluidgevoelige bestemming vanwege de op- en afbouwwerkzaamheden mag niet meer bedragen dan 55 dB(A).

Bijlagen

Bijlage 1 Akoestisch onderzoek Adviesbureau De Haan

Bijlage 2 Akoestisch onderzoek DGMR

Bijlage 3 Vaststellingsbesluit van 25 juni 2015

Bijlage 4 Uitspraak Raad van State d.d. 1 juni 2016