direct naar inhoud van Artikel 8 Maatschappelijk
Plan: Partiële herziening buitengebied diverse percelen 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000085-DE01

Artikel 8 Maatschappelijk

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke dienstverlening;
  • b. een zorgboerderij uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij';
  • c. een "clubgebouw" uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "recreatieve educatieve voorziening"
  • d. een educatiecentrum uitsluitend terplaatse van de aanduiding "specifieke vorm van cultuur en ontspanning - educatie centrum";
  • e. aan huis verbonden beroep
  • f. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • g. bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voet- en fietspaden, parkeer- en groenvoorzieningen, kunstwerken, speelvoorzieningen, water, voorzieningen voor de waterhuishouding en nutsvoorzieningen.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

Het bebouwde oppervlak zoals aangeduid op de verbeelding, mag niet worden overschreden.

8.2.2 Bedrijfsgebouwen
  • a. Bedrijfsgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. De goothoogte van bedrijfsgebouwen is maximaal 3,5 meter;
  • c. De bouwhoogte van bedrijfsgebouwen is maximaal 8 meter.
8.2.3 Bedrijfswoningen
  • a. Bedrijfswoningen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. De goothoogte van een bedrijfswoning is maximaal 3,5 meter;
  • c. De bouwhoogte van een bedrijfswoning is maximaal 8 meter.
8.2.4 Bijbehorende gebouwen bij bedrijfswoningen
  • a. Bijbehorende gebouwen bij een bedrijfswoning moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. De goothoogte van een bijbehorend gebouw bij een bedrijfswoning is maximaal 3 meter;
  • c. De bouwhoogte van een bijbehorend gebouw bij een bedrijfswoning is maximaal 6 meter.
8.2.5 bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen is maximaal:
    • 1. voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 meter;
    • 2. achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2 meter;
  • b. De bouwhoogte van masten is maximaal 10 meter;
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 3 meter.
8.2.6 Ondergronds bouwen
  • a. Ondergronds bouwen is alleen toegestaan onder hoofd- en bijbehorende gebouwen;
  • b. De verticale diepte is maximaal 3,50 meter.

8.3 Specifieke gebruiksregels
8.3.1 strijdig gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen, het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor zelfstandige bewoning of als afhankelijke woonruimte.

8.3.2 aan huis verbonden beroep
  • a. De oppervlakte die gebruikt wordt ten behoeve van het aan huis verbonden beroep beslaat maximaal 30% van het woonoppervlak met een maximum van 50 m2;
  • b. Het aan huis verbonden beroep wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning.

8.4 Afwijken van de gebruiksregels
8.4.1 Andere vorm van Maatschappelijke voorziening

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het toestaan van een andere vorm van maatschappelijke voorzieningen. De ontheffing wordt verleend onder de voorwaarden dat:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad;
  • c. de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. er geen milieutechnische belemmeringen zijn.

8.4.2 Aan huis verbonden bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 1 voor het in gebruik nemen van een gedeelte van de woning met bijbehorende gebouwen voor de uitoefening van een bedrijf. De afwijking wordt verleend onder de voorwaarden dat:

  • a. de oppervlakte van de voor het bedrijf uit te oefenen ruimte maximaal 30% is van de vloeroppervlakte met een maximum van 50 m2;
  • b. er geen zelfstandige vorm van detailhandel ontstaat, uitgezonderd een beperkte verkoop in verband met het uitgeoefende bedrijf;
  • c. er geen milieutechnische belemmeringen zijn.