direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Partiële herziening buitengebied diverse percelen 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000085-DE01

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ''bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een agrarisch loonbedrijf ter plaatse van de aanduiding "agrarisch loonbedrijf";
  • b. een Ruwvoer efficiëncy centrum ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - Ruwvoer efficiëncy centrum";
  • c. een kwekerij ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - kwekerij";
  • d. een hovenier terplaatse van de aanduiding "hovenier";
  • e. een timmerbedrijf ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - timmerbedrijf";
  • f. opslag van grond en groen ter plaatse van de aanduiding "opslag";
  • g. alleen sleufsilo's ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - alleen sleufsilo's toegestaan"
  • h. verkoop en reparatie van tuinmachines ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - verkoop en reparatie van tuinmachines';
  • i. een garagebedrijf ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf";
  • j. een verzamelcentrum voor jongvee ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - verzamelcentrum voor jongvee";
  • k. een gemaal ter plaaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - gemaal"
  • l. één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • m. twee bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - twee bedrijfswoningen';
  • n. productiegebonden detailhandel als nevenactiviteit;
  • o. een aan huis verbonden bedrijf;
  • p. bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, parkeer- en groenvoorzieningen, kunstwerken, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, straatmeubilair, en nutsvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
  • a. Gebouwen, bedrijfswoningen, bijbehorende gebouwen bij een bedrijfswoning en bouwwerken geen gebouwen zijnde moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. Het bebouwde oppervlak mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding "maximaal bebouwd oppervlak" is aangegeven.

5.2.2 Gebouwen
  • a. De goothoogte mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is aangegeven;
  • b. De bouwhoogte mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven.

5.2.3 Bedrijfswoningen
  • a. De inhoud van een bedrijfswoning is maximaal 750 m3;
  • b. De goothoogte van een bedrijfswoning is maximaal 3,5 meter;
  • c. De bouwhoogte van een bedrijfswoning is maximaal 8 meter.

5.2.4 herbouw van bedrijfswoningen

Herbouw van bestaande woningen is, voorzover het op de situering van de bedijfswoning betreft, uitsluitend indien en voor zover:

  • a. de herbouw van de bedrijfswoning plaats vindt op een afstand van maximaal 20 meter van de bestaande fundering;
  • b. de bedrijfswoning niet dichter bij de weg wordt gesitueerd;
  • c. herbouw plaatsvindt in de bestaande bouwwijze;
5.2.5 Bijbehorende gebouwen bij bedrijfswoningen
  • a. De goothoogte van een bijbehorend gebouw bij een bedrijfswoning is maximaal 3 meter;
  • b. De bouwhoogte van een bijbehorend gebouw bij een bedrijfswoning is maximaal 6 meter.
  • c. De gezamenlijke oppervlakte voor bijbehorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, is per bedrijfswoning maximaal 150 m2;

5.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen is maximaal 2,5 meter;
  • b. De hoogte van masten is maximaal 10 meter;
  • c. De hoogte van windmolens is maximaal 10 meter;
  • d. De hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde is maximaal 10 meter.
  • e. De gezamenlijke oppervlakte voor bijbehorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, is per bedrijfswoning maximaal 150 m2;

5.2.7 Ondergronds bouwen
  • a. Ondergronds bouwen is alleen toegestaan onder hoofd- en bijbehorende gebouwen;
  • b. De verticale diepte is maximaal 3,50 meter.

5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Ontheffing voor technische installaties

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het overschrijden van de maximale bouwhoogte voor het bouwen van schoorstenen, afzuig- en andere technische installaties, met een hoogte van maximaal 20 m. De ontheffing wordt verleend onder de voorwaarden dat:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige landschapswaarden in de directe omgeving;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 strijdig gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen, het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor zelfstandige bewoning of als afhankelijke woonruimte.

5.4.2 Aan huis verbonden beroep
  • a. De oppervlakte die gebruikt wordt ten behoeve van het aan huis verbonden beroep beslaat maximaal 30% van het woonoppervlak met een maximum van 50 m2;
  • b. Het aan huis verbonden beroep wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning.

5.4.3 Productiegebonden detailhandel als nevenactiviteit
  • a. De oppervlakte van de ruimte voor detailhandel is maximaal 30% is van het bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 100 m2;
  • b. Een zelfstandige vorm van detailhandel is niet toegestaan.

5.4.4 buitenopslag

buitenopslag is alleen toegestaan binnen het bouwvlak.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Aan huis verbonden bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 1 voor het in gebruik nemen van een gedeelte van de woning met bijbehorende gebouwen voor de uitoefening van een bedrijf. De afwijking wordt verleend onder de voorwaarden dat:

  • a. de oppervlakte van de voor het bedrijf uit te oefenen ruimte maximaal 30% is van de vloeroppervlakte met een maximum van 50 m2;
  • b. er geen zelfstandige vorm van detailhandel ontstaat, uitgezonderd een beperkte verkoop in verband met het uitgeoefende bedrijf;
  • c. er geen milieutechnische belemmeringen zijn.

5.5.2 Ontheffing voor bedrijven uit een lagere categorie

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 5.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan op de verbeelding is vermeld. De ontheffing wordt verleend onder de voorwaarden dat:

  • a. het nieuwe bedrijf een lagere categorie betreft dan het bestaande bedrijf, volgens de bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad;
  • c. de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • d. het geen geluidzoneringplichtige inrichting betreft;
  • e. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.