direct naar inhoud van 4.2 Waterhuishouding
Plan: Buitengebied, locatie Vicarisweg 33 Varsselder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000081-DE01

4.2 Waterhuishouding

Voor de uitvoering van ruimtelijke plannen dient rekening gehouden te worden met het aspect water. Om dit te kunnen waarborgen is een watertoets verplicht voor diverse ruimtelijke plannen, waaronder het bestemmingsplan. Dit betekent dat het bestemmingsplan een waterparagraaf dient te bevatten waarin de waterhuishoudkundige situatie wordt beschreven en de effecten van de ruimtelijke veranderingen op de waterhuishouding worden verwoord.

Waterbeleid

Het waterbeleid van het Rijk is verwoord in de Vierde Nota Waterhuishouding en in de Nota Ruimte. Voor het plangebied geldt dat de nieuwbouw geen nadelige gevolgen mag hebben voor de kwaliteit en kwantiteit van het grond- en oppervlaktewater en dat het waterhuishoudkundige systeem niet aangetast mag worden. Het hemelwater moet zoveel mogelijk worden afgekoppeld van de vuilwaterafvoer en moet zoveel mogelijk worden geïnfiltreerd op de locatie.

Het waterbeleid van de provincie Gelderland is verwoord in het Waterplan. Dit beleid sluit aan op het rijksbeleid. In het provinciaal beleid valt het plangebied binnen het Stedelijk Gebied. Voor het Stedelijk Gebied geldt dat bij nieuwe ontwikkelingen waterneutraal gebouwd dient te worden en dat er sprake moet zijn van voldoende infiltratie en waterberging.

De gemeente Oude IJsselstreek heeft een waterplan opgesteld. In dit plan staat beschreven dat bij de realisatie van de woningen voldoende waterbergings- en afvoermogelijkheden gerealiseerd dienen te worden en het hemelwater zoveel mogelijk gescheiden moet worden van het afvalwater.

Voor het waterbeheer van de projectlocatie is het waterschap Rijn en IJssel verantwoordelijk. Het waterschap streeft naar een verantwoorde omgang met hemelwater. Op basis van het waterbeheerplan 2010-2015 van het waterschap geldt de volgende voorkeursvolgorde: voor de verwerking van hemelwater:

  • 1. voorkomen van afvoer van hemelwater naar het riool;
  • 2. opvangen en benutten of infiltreren op de locatie zelf;
  • 3. afvoeren naar berging in oppervlaktewater in de omgeving.

Watersysteem van het plangebied

Geohydrologie

Het plangebied ligt op de grens van een poldervaaggrond en een ooivaaggrond. Beide bodems zijn volgens de Stichting voor Bodemkartering opgebouwd uit zware- respectievelijk lichte zavel. De afzettingen, waarin deze bodem is ontstaan, behoren geologisch gezien tot de Formatie van Echteld.

Het eerste watervoerend pakket heeft een dikte van ± 20 m en wordt gevormd door de grove en grindrijke Formatie van Veghel. Op deze fluviatiele formatie liggen de fijnzandige, matig goed doorlatende dekzandafzettingen, behorende tot de Formatie van Echteld, met een dikte van ± 2 m. Het eerste watervoerend pakket wordt aan de onderzijde begrensd door afzettingen van de Kiezeloöliet Formatie.

De gemiddelde stand van het freatisch grondwater bedraagt ± 13 m +NAP, waardoor het grondwater zich naar verwachting bevindt op ± 2,0 m -mv. Het water van het eerste watervoerend pakket stroomt volgens de isohypsenkaart van de Dienst Grondwaterverkenning van TNO, kaartblad 41 West, 1995 (schaal 1:50.000), in noordwestelijke richting. Er liggen geen pompstations in de buurt van de onderzoekslocatie die van invloed zouden kunnen zijn op de grondwaterstroming ter plaatse van de onderzoekslocatie.

De onderzoekslocatie ligt niet in een grondwaterbeschermings- en/of grondwaterwingebied. Volgens de wateratlas van de provincie Gelderland is er in het plangebied sprake van Kwel.

Oppervlaktewater

In het plangebied bevindt zich geen oppervlaktewater. Wel liggen er een berm- en kavelsloot in het plangebied. De aanwezigheid van de sloot zorgt niet voor belemmeringen voor de bouw van de nieuwe woning. De bouw van de nieuwe woningen zorgt eveneens niet voor negatieve effecten voor het oppervlaktewater.

Riolering

Het plangebied is aangesloten op het gemengde riool. De afvalwaterafvoer van de nieuwe woningen wordt aangesloten op dit rioleringsstelsel.

Duurzaamheid

Bij de uitvoering van het initiatief wordt geen gebruik gemaakt van uitlogende materialen.

Tabel waterthema's

Thema   Toetsvraag   Relevant  
HOOFDTHEMA'S  
Veiligheid
 
Ligt in of binnen 20 meter vanaf het plangebied een waterkering? (primaire waterkering, regionale waterkering of kade)
Ligt het plangebied in een waterbergingsgebied of winterbed van een rivier?  
Nee


Nee  
Riolering en
Afvalwaterketen  
Is er toename van het afvalwater (DWA) groter dan 1 m³/uur?
Ligt in het plangebied een persleiding van WRIJ?
Ligt in of nabij het plangebied een RWZI van het waterschap?  
Nee
Nee
Nee  
Wateroverlast (oppervlaktewater)
 
Is er sprake van toename van het verhard oppervlak met meer dan 2500 m²?
Is er sprake van toename van het verhard oppervlak met meer dan 500 m²?
Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak?
Bevinden zich in of nabij het plangebied natte en laag gelegen gebieden, beekdalen, overstromingsvlaktes?  
Nee

Nee

Ja

Nee  
Oppervlaktewater-
kwaliteit  
Wordt vanuit het plangebied (hemel)water op oppervlaktewater geloosd?   Nee  
Grondwater-
overlast  
Is in het plangebied sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond?
Is in het plangebied sprake van kwel?
Beoogt het plan dempen van slootjes of andere wateren?  
Nee

Nee
Nee  
Grondwaterkwalileit   Ligt het plangebied in de beschermingszone van een drinkwateronttrekking?   Nee  
Inrichting en beheer   Bevinden zich in of nabij het plangebied wateren die in eigendom of beheer zijn bij het waterschap?
Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel?  
Nee

Nee  
Volksgezondheid
 
In of nabij het plangebied bevinden zich overstorten uit het gemengde of verbeterde gescheiden stelsel?
Bevinden zich, of komen er functies, in of nabij het plangebied die milieuhygiënische of verdrinkingsrisico's met zich meebrengen (zwemmen, spelen, tuinen aan water)?  
Nee

Nee  
Natte natuur   Bevindt het plangebied zich in of nabij een natte EVZ?
Ligt in of nabij het plangebied een HEN of SED water?
Bevindt het plangebied zich in beschermingszones voor natte natuur?
Bevindt het plangebied zich in een Natura 2000 gebied?  
Nee
Nee
Nee

Nee  
Verdroging   Bevindt het plangebied zich in een TOP gebied?   Nee  
Recreatie   Bevinden zich in het plangebied watergangen en/of gronden in beheer van het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt?   Nee  
Cultuurhistorie   Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in het plangebied aanwezig?   Nee  

Nadere toelichting

Wateroverlast

Bij de ontwikkeling van het plangebied dient het hemelwater afgekoppeld te worden. Het waterschap geeft aan dat het hemelwater volgens de trits vasthouden-bergen-afvoeren behandeld dient te worden. Bij de bouwvergunningaanvraag dient aangegeven te worden op welke wijze er om gegaan wordt met het hemelwater. In het kader van de rood voor rood regeling wordt er meer bebouwing gesloopt dan dat er bijgebouwd wordt. Het totaal aan oppervlakteverharding zal dus afnemen.

Het hemelwater afkomstig van het verhard oppervlak dat binnen het plangebied aanwezig is kan beperkt ter plaatse van de nieuw te bouwen woonhuizen/kavel geïnfiltreerd worden. Dit komt omdat er kleilagen in de bodem zitten op dieptes -40 cm-mv tot -90 cm-mv en -120 cm-mv tot -170 cm-mv en het grondwaterpeil op ca. -190 cm-mv zit. In dit geval moet worden voorkomen dat woningen en bedrijven in de omgeving te maken krijgen met wateroverlast door hemelwater dat niet kan infiltreren.

Op de Algemene Hoogtekaart Nederland te zien dat het plangebied richting het noordoosten afloopt. De lager gelegen gronden liggen gunstig om in extreme gevallen hemelwater te kunnen bergen. Het water zal juist van de bestaande bebouwde omgeving (gelegen ten westen van het plangebied) wegstromen. Tevens kan voor de afwatering gebruik worden gemaakt van een kavelsloot. In de bebouwde omgeving ontstaat geen overlast als gevolg van buien 10+10% en 100+10% (extreme situaties).

Bij de realisatie van het plan zal nader onderzocht worden of er mogelijkheden bestaan ter plaatse het hemelwater te infiltreren. Indien dit mogelijk blijkt zullen hiervoor voorzieningen aangebracht worden. In het andere geval is er in het plangebied en de directe omgeving voldoende ruimte om hemelwater tijdelijk te bergen op lager gelegen gronden. Deze ruimte kan tevens gebruikt worden wanneer aangelegde infiltratievoorzieningen in extreme situaties te weinig capaciteit hebben.

Wateradvies

Deze waterparagraaf wordt voorgelegd aan het waterschap Rijn en IJssel. De op- en aanmerkingen van het waterschap worden verwerkt in deze paragraaf.