direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijventerrein
Plan: Kom Terborg 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000074-DE01

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding:
    'bedrijf tot en met bedrijfscategorie 2'   Bedrijven in de categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein  
    'bedrijf tot en met bedrijfscategorie 3.1'   Bedrijven in de categorie 1 tot en met 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein  
    'bedrijf tot en met bedrijfscategorie 3.2'   Bedrijven in de categorie 1 tot en met 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein  
    'bedrijf tot en met bedrijfscategorie 4.2'   Bedrijven in de categorie 1 tot en met 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein  
  • b. productiegebonden detailhandel als nevenactiviteit;
  • c. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • d. twee bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'twee bedrijfswoningen';
  • e. buitenopslag;
  • f. bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • g. parkeervoorzieningen, ontsluitingswegen, speel-, groenvoorzieningen en kunstwerken;
  • h. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • i. straatmeubilair, en nutsvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
5.2.2 Hoofdgebouwen en bedrijfsgebouwen
  • a. De goothoogte mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte (m)’ is aangegeven;
  • b. De bouwhoogte mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ is aangegeven;
  • c. In afwijking van het bepaalde onder 5.2.1.b mogen bijbehorende bouwwerken van ondergeschikte aard, zoals een fietsenberging, stalling en dergelijke, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 50 m2 per bouwperceel met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.
5.2.3 Bedrijfswoningen
  • a. De goothoogte van niet- inpandige bedrijfswoningen is maximaal 7 meter;
  • b. De bouwhoogte van niet- inpandige bedrijfswoningen is maximaal 10 meter.
5.2.4 Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen
  • a. De goothoogte van een bijbehorend bouwwerk bij een bedrijfswoning is maximaal 3 meter;
  • b. De bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk bij een bedrijfswoning is maximaal 6 meter.
5.2.5 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. De bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen, is maximaal 2,75 meter;
  • b. De bouwhoogte voor masten, is maximaal 10 meter;
  • c. De bouwhoogte voor silo's, is maximaal 15 meter;
  • d. De bouwhoogte voor windmolens, is maximaal 15 meter;
  • e. De bouwhoogte voor antennemasten voor zendinstallaties, is maximaal 40 meter;
  • f. De bouwhoogte voor bedrijfsinstallaties, is maximaal 8 meter;
  • g. De bouwhoogte voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 5 meter.
5.2.6 Ondergronds bouwen
  • a. Ondergronds bouwen is alleen toegestaan onder hoofd- en bedrijfsgebouwen, alsook bijbehorende bouwwerken;
  • b. De verticale diepte is maximaal 3,50 meter.
5.3 Specifieke gebruiksregels
5.3.1 Buitenopslag
  • a. Buitenopslag is alleen toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. Voor zover onbebouwde gronden binnen een bouwvlak worden gebruikt voor opslag is de totale oppervlakte die hiervoor mag worden gebruikt maximaal 1500 m2.
5.3.2 Productiegebonden detailhandel als nevenactiviteit
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Detailhandel buiten winkelcentra

Het bevoegd gezag kan afwijken van de regels voor het toestaan van detailhandel in goederen waarvan de verkoop in winkelcentra niet past in verband met de verstoring van het aldaar gewenste milieu, zoals de verkoop van brand- en explosiegevaarlijke of andere milieubelastende stoffen en goederen.

5.4.2 Detailhandel in volumineuze goederen

Het bevoegd gezag kan afwijken van de regels voor detailhandel in volumineuze goederen.

5.4.3 Nadere voorwaarden voor afwijken, zoals gesteld onder 5.4.1 en 5.4.2

Het bevoegd gezag wijkt enkel af van de regels zoals hierboven genoemd onder de voorwaarden dat:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheid niet onevenredig worden benadeeld;
  • c. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt benadeeld;
  • d. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • e. er geen milieutechnische belemmeringen zijn.
5.4.4 Bedrijven uit een andere categorie

Bij omgevingsvergunning kan door het bevoegd gezag worden afgeweken van de regels voor het toestaan van een andere bedrijf dan op de verbeelding is aangegeven. De afwijking wordt toegepast onder de voorwaarden dat:

  • a. het een bedrijf uit een lagere of gelijkwaardige categorie betreft. Bij toepassing van dit artikel wordt de bijlage van Staat van bedrijfsactiviteiten - Functiemenging gehanteerd;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad;
  • e. de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • f. het geen geluidzoneringsplichtige inrichting betreft;
  • g. er geen milieutechnische belemmeringen zijn.