direct naar inhoud van 4.2 Waterhuishouding
Plan: Buitengebied Wisch, locatie Kersendijk 2 Westendorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000036-VA01

4.2 Waterhuishouding

Voor de uitvoering van ruimtelijke plannen dient rekening gehouden te worden met het aspect water. Om dit te kunnen waarborgen is een watertoets verplicht voor diverse ruimtelijke plannen, waaronder het bestemmingsplan. Dit betekent dat het bestemmingsplan een waterparagraaf dient te bevatten waarin de waterhuishoudkundige situatie wordt beschreven en de effecten van de ruimtelijke veranderingen op de waterhuishouding worden verwoord.

Waterbeleid

Het waterbeleid van het Rijk is verwoord in de Vierde Nota Waterhuishouding en in de Nota Ruimte. Voor het plangebied geldt dat de nieuwbouw geen nadelige gevolgen mag hebben voor de kwaliteit en kwantiteit van het grond- en oppervlaktewater en dat het waterhuishoudkundige systeem niet aangetast mag worden. Het hemelwater moet zoveel mogelijk worden afgekoppeld van de vuilwaterafvoer en moet zoveel mogelijk worden geïnfiltreerd op de locatie.

Het waterbeleid van de provincie Gelderland is verwoord in het Waterplan. Dit beleid sluit aan op het rijksbeleid. In het provinciaal beleid valt het plangebied binnen het Stedelijk Gebied. Voor het Stedelijk Gebied geldt dat bij nieuwe ontwikkelingen waterneutraal gebouwd dient te worden en dat er sprake moet zijn van voldoende infiltratie en waterberging.

De gemeente Oude IJsselstreek heeft nog geen waterplan opgesteld, maar wel een Strategienota waterbeheer. In deze nota staat beschreven dat bij de realisatie van de woningen voldoende waterbergings- en afvoermogelijkheden gerealiseerd dienen te worden en het hemelwater zoveel mogelijk gescheiden moet worden van het afvalwater.

Voor het waterbeheer van de projectlocatie is het waterschap Rijn en IJssel verantwoordelijk. Het waterschap streeft naar een verantwoorde omgang met hemelwater. Qua beleid hanteert het waterschap het Waterbeheerplan 2010-2015. Dit waterbeleid is gericht op het zo lang mogelijk vasthouden van het hemelwater in het gebied waar de neerslag valt. De hemelwaterafvoer dient te worden afgekoppeld van de vuilwaterafvoer. Dat brengt met zich mee dat onderzocht dient te worden of het hemelwater ter plaatse kan worden geïnfiltreerd. Indien dit niet mogelijk is dan dient het te worden geborgen in een nabijgelegen oppervlaktewater of gescheiden van het afvalwater naar elders te worden afgevoerd. Verder mag de infiltratie van hemelwater niet leiden tot een verslechtering van de grondwaterkwaliteit of tot wateroverlast in de vorm van een te hoge (grond)waterstand.

Watersysteem van het plangebied

Infiltratie

Uit het bodemonderzoek is naar voren gekomen dat de bodem hoofdzakelijk opgebouwd is uit zwak tot matig, zeer fijn tot matig fijn zand. De bovengrond is overwegend zwak tot matig humeus. De ondergrond is plaatselijk zwak tot matig humeus en zwak leemhoudend. Het grondwater bevindt zich op circa 1 m-mv. Het plangebied is, gelet op de bodemopbouw en het grondwaterniveau, wel geschikt voor het opvangen en infiltreren van hemelwater.

Oppervlaktewater

In en nabij het plangebied bevindt zich geen oppervlaktewater

Riolering

Het plangebied is aangesloten op een drukriolering. De afvalwaterafvoer van de nieuwe woning wordt aangesloten op dit rioleringsstelsel. Het hemelwater dient afgekoppeld te worden.

Duurzaamheid

Bij de uitvoering van het initiatief wordt geen gebruik gemaakt van uitlogende materialen.

Tabel waterthema's

afbeelding "i_NL.IMRO.1509.BP000036-VA01_0009.png"

Wateroverlast

Het afvalwater wordt afgevoerd naar het drukriolering. Bij de ontwikkeling van het plangebied dient het hemelwater afgekoppeld te worden. Het waterschap geeft aan dat het hemelwater volgens de trits vasthouden-bergen-afvoeren behandeld dient te worden. Bij de bouwvergunningaanvraag dient aangegeven te worden op welke wijze er om gegaan wordt met het hemelwater.

Wateradvies

Deze waterparagraaf is voorgelegd aan het waterschap Rijn en IJssel op 03-05-2010. De op- en aanmerkingen van het waterschap zijn verwerkt in deze paragraaf. Het waterschap heeft geconcludeerd dat bouwplan wordt uitgevoerd op een wijze die in overeenstemming is met het geformuleerde beleid en de eisen die daaruit voortvloeien.