Plan: | Gendringen - Noord, Ranonkel 18 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1509.BP000021-DE01 |
Bureau Econsultancy uit Doetinchem heeft een quickscan flora en fauna uitgevoerd (rapportage d.d. 19 oktober 2009). Uit het terreinbezoek is gebleken dat op de onderzoekslocatie geen beschermde soorten uit de verschillende soortgroepen zijn te verwachten.
Door het onderhouden karakter van de onderzoekslocatie zijn er geen mogelijkheden voor zoogdieren of amfibieën om zich te verschuilen. Voor vleermuizen zijn er door het ontbreken van bebouwing of bomen met geschikte holtes geen verblijfsmogelijkheden. Er zijn geen potentiële vliegroutes te verwachten. De bomen langs de Oude IJsselweg komen hiervoor wel in aanmerking, maar deze worden voor zover bekend voor de ingreep op de onderzoekslocatie niet gekapt. Gelet op de geringe oppervlakte van de onderzoekslocatie en het ontbreken van hoge vegetatie zal er geen sprake zijn van belangrijk foerageergebied voor vleermuizen. De aanwezigheid van beschermde reptielen, vaatplanten, libellen en vlinders kunnen op basis van het ontbreken van geschikt habitat op de onderzoekslocatie worden uitgesloten. De aanwezigheid van broedvogels is beperkt tot de randen van de onderzoekslocatie. Het zal daarbij, gelet op de ligging van de onderzoekslocatie aan de rand van de bebouwde kom gaan om algemene soorten, en niet om soorten waarvan de nesten niet jaarrond beschermd zijn.
De begroeiing in de aangrenzende tuin bestaat onder andere uit coniferen. Deze zijn in principe geschikt als roestplaats van ransuil. In de directe nabijheid (Grotestraat) is echter een roestplaats bekend, zodat de aanwezigheid van een roestplaats op de onderzoekslocatie kan worden uitgesloten. Bovendien zijn er geen sporen in de vorm van braakballen gevonden. De onderzoekslocatie is niet gelegen in de omgeving van een Natura 2000-gebied of een gebied dat is aangewezen als verbindingszone of kerngebied binnen de EHS.
Op basis van de huidige onderzoeksinspanning kan daarom met voldoende zekerheid gesteld worden dat met de voorgenomen nieuwbouw op de onderzoekslocatie geen overtredingen te verwachten zijn ten aanzien van natuurwetgeving (Flora en faunawet, Natura 2000 en EHS).
Opgemerkt wordt dat bij het verwijderen van de sparren aan de westzijde van de onderzoekslocatie vooraf vastgesteld dient te worden of er geen broedgeval aanwezig is. Indien buiten het broedseizoen gewerkt wordt, kan een dergelijke controle op broedgevallen achterwege worden gelaten.