Plan: | Wijzigingsplan Knarweg 14 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0995.wp00008-OW01 |
De maatschap wil een moderne melkveehouderij realiseren waar plaats is voor het huisvesten van 889 melkkoeien met 58 stuks jongvee.
Bij het bedrijf behoort in totaal 190 hectare landbouwgrond die zal worden gebruikt voor weidegang, voederwinning en het uitrijden van het door het mestraffinageproces gevormde digistaat. Onderstaande tekening geeft de bedrijfsbebouwing weer. Links naast de woning zal de bestaande stal worden uitgebreid en voor een deel worden benut voor stalling van het jongste jongvee (58 stuks) en de huisvesting van 103 melkkoeien.
De nieuwe stal zal plaats gaan bieden voor 786 melkkoeien (ligboxen, looppaden, voergang). Naast deze stal zullen de sleufsilo's worden gesitueerd voor de opslag van het ruwvoer. Die komen daardoor verscholen te liggen achter de bedrijfsgebouwen.
Ook zal erfverharding worden aangelegd en worden voersilo's geplaatst.
Figuur 3: Nieuwe bedrijfsgebouwen met woning
De mestraffinage-installatie (een soort containers) zal naast de nieuwe stal worden geplaatst.
Het hoofdgebouw, de ligboxenstal, wordt 36 meter breed en 178 meter lang en zal een nokhoogte van ongeveer 11 meter krijgen. De goothoogte zal ongeveer 4 meter bedragen.
De indeling en uitvoering van de ligboxenstal zal voldoen aan de zogenaamde maatlat duurzame stallenbouw en volgt daarmee de hoogstaande normen op het gebied van energie en dierlijk welzijn.
De stal zal emissiearm worden uitgevoerd. De ammoniakuitstoot per dier ligt dus lager dan in een gangbare stal. Bovendien zal door toepassing van het mestraffinagesysteem de uitstoot van ammoniak aanzienlijk verder worden beperkt doordat door de omzetting van de mest in stikstof en fosfaat er bij het opslaan en het uitrijden geen ammoniak meer vrijkomt (zie bijlage).
Grondgebondenheid
Voor de ruwvoervoorziening is het bedrijf afhankelijk van het ruwvoer afkomstig van de bijna
200 hectare grasland en maïsland die bij het bedrijf in eigendom zijn. Door deze oppervlakte kan het bedrijf voor een groot deel voorzien in de eigen ruwvoerbehoefte.
Daarnaast worden de meststoffen die bij het mestraffinageproces ontstaan, aangewend voor de organische bemesting van de percelen, waardoor er vrijwel geen kunstmest meer behoeft te worden aangewend. Er ontstaat daardoor een natuurlijke kringloop, waarbij het gras wordt gebruikt voor de voedering van het vee, en de meststoffen worden benut voor de bemesting, zonder kunststoffen.
Duurzaamheid
Op het gebied van schoon en zuinig produceren, heeft de agrarische sector nog een aantal belangrijke doelstellingen te behalen. Belangrijkste in deze zijn het terugdringen van emissies en netto energieproducten worden. De AgriMoDEM is vanuit deze wens ontwikkeld, en is op weg om in de markt te worden geïntroduceerd.
In het systeem gaat het om een maximale benutting van eigen mineralen, het sluiten van de kringlopen op het eigen bedrijf en in de directe omgeving, eigen energieproductie en het verminderen van emissies. En levert zodoende een bijdrage in de gehele mest-, ammoniak-, en broeikasgassenproblematiek en een bijdrage te leveren aan het duurzaam produceren in de landbouw.
In het kort is het systeem te omschrijven als een geoptimaliseerd vergistingsproces, waarbij door toepassing van nageschakelde technieken het biogas tot aardgaskwaliteit (groengas) wordt opgewerkt, en gescheiden mineralenconcentraten worden geproduceerd.
De input en output van de AgriMoDEM
Eigen rundveemest
De installatie draait goed op enkel mest. Een enkele installatie kan maximaal 5.000 m3 per jaar verwerken (circa 200 melkkoeien). De zo vers mogelijke mest zal uit de rundveestallen worden gepompt, om vervolgens vanuit de bufferopslag door een versnijderpomp in de hydrolysereactor te worden gepompt.
In de opstartfase, en bij een mogelijk verstoord proces, zullen melasse, zwavelzuur en salpeterzuur aan de verse mest worden toegevoegd om daarmee het optimale milieu voor de hydrolyse bacteriën te creëren.
Groengas
Per m3 rundveemest zal circa 20 Nm3 groengas van aardgaskwaliteit worden geproduceerd. Van de op jaarbasis circa 100.000 Nm3 zal circa 10% worden verbruikt door de C.V.-ketel die het proces zal verwarmen. De melkveehouderij is zelf geen groot gasverbruiker. Het 'overtollige' groengas zal zodoende worden afgezet op het regionale aardgasnetwerk.
Mocht op termijn het rijden op aardgas zich verder doorontwikkelen, dan zal de levering van het groene gas als transportbrandstof aan een tankstation een mogelijkheid zijn.
Door het toepassen van mestraffinage op het bedrijf van initiatiefnemer kan het bedrijf volledig in de eigen energiebehoefte voorzien en daarnaast een relatief grote bijdrage leveren in de vorm van duurzame energie (bijvoorbeeld in de vorm van het leveren van gas aan een woonwijk).
Zonne-energie
Door initiatiefnemer wordt nog nader onderzocht of er mogelijkheden zijn voor zonne-energie.