Plan: | Herinrichting locaties Edelhertweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0995.BP00075-VG01 |
In deze regels wordt verstaan:
Het bestemmingsplan Herinrichting locaties Edelhertweg van de gemeente Lelystad.
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in GML-bestand NL.IMRO.0995.BP00075-VG01 met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
De oppervlakte van de bebouwing binnen een bouwvlak, of binnen een bestemmingsvlak indien daarbinnen geen bouwvlak voorkomt, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.
Een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, kennelijk slechts bestemd voor één persoon, gezin of andere groep van personen, van wie huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Een vrijstaand, of aangebouwd, niet voor bewoning bestemd gebouw, behorende bij de woning of het hoofdgebouw op hetzelfde bouwvlak.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten. Een bouwvlak wordt aan de zij- en achterzijde omsloten door een erfsingel.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; onder detailhandel is hier geen horeca begrepen.
Het bouwvlak (met aansluitende erfbeplanting) tot aan het hart van de (denkbeeldige) erfsloot, plus de daarbij behorende gronden gelegen tussen het bouwvlak en de weg.
Een strook beplanting van ten minste 6 m breed, dan wel ten minste 3 m breed ingeval van een direct aangrenzend erf, dat is verplicht als begrenzing van het erf.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een gebouw dat binnen een bouwvlak door constructie, afmetingen of bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
Een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico respectievelijk een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht moet worden genomen.
Een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet aan een bouwwerk is aan te merken alsook een tent.
de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte maaiveld.
Een inrichting, bestaande uit één of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht.
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, of indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
Een turbine , voorzien van wieken, geplaatst op een hoge mast, waarmee de bewegingsenergie van de lucht (wind) wordt omgezet in rotatie-energie voor het opwekken van elektriciteit.
De eenheid van een bij elkaar behorende verzameling van windturbines van gelijke afmeting en op de bij deze verzameling behorende onderlinge technische afstand tussen de windturbines die bepalend is voor een optimale windvang van de molens.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het dichtstbijzijnde punt van een (hoofd)gebouw tot de (zijdelingse) bouwperceelgrens.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
De voor 'Agrarisch - Science' aangewezen gronden zijn bestemd voor instellingen voor:
Eén en ander met uitzondering van:
Op de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen en andere bouwwerken, waaronder begrepen bij bedrijfswoningen behorende bijgebouwen.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sub lid 3.2.1 gelden de volgende bepalingen:
Tabel 2.1 Goot- en bouwhoogtes
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m |
bijgebouwen | 3 | 6 |
niet-inpandige bedrijfswoningen | 3 | 6 |
erf- of terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn | - | 1 |
overige erf- of terreinafscheiding | - | 2 |
luifels | - | 6 |
overige, andere bouwwerken | - | 10 |
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 3.1 opgenomen bestemmingsomschrijving, zonder de aanplant en instandhouding van een erfsingel conform het in bijlage I opgenomen landschappelijk schetsontwerp ter plaatse van de bestemming 'Agrarisch-Science'.
Middels het opstellen van de landschappelijke visualisatie en onderbouwing en het opnemen van de voorwaardelijke verplichting voor de landschappelijke inpassing te allen tijde een goede inpassing van het bouwblok – wat de omvang van de bebouwing ook mag zijn – is geborgd.
De voor 'Waarde - Archeologie hoge verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in artikel 4 lid 1, zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) op en in de in artikel 4 lid 1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van 100 m² of meer:
Het in sub-lid 4.2.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in sub-lid 4.2.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:
In geval van een aanvraag van een reguliere omgevingsvergunning bouwen als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op en in mede voor 'Waarde - Archeologie hoge verwachting' aangewezen gronden:
Indien burgemeesters en wethouders voornemens zijn om aan de vergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in sub-lid c, wordt de provinciaal archeoloog om advies gevraagd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie hoge verwachting' het bestemmingsplan te wijzigen zodanig dat:
De op de verbeelding als zodanig aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringenstroken.
De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in 5.1. bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) mogen worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
1 die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan:
2 die het normale beheer en onderhoud ten aanzien van de leiding en belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen;
3 zijnde graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;
4 die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in 5.6.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onverminderd het overige in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde, mag de hoogte van bouwwerken niet meer bedragen dan is aangegeven op de kaarten behorend bij het Luchthavenbesluit Lelystad.
Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, is in ieder geval ook het gebruik van:
Eén en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.
Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, is in ieder geval niet het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van de riolering, zoals voorzieningen voor Individuele Behandeling van Afvalwater en helofytenfilters.
Onverminderd het overige in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde mogen op en in gronden binnen de bestemming 'Agrarisch - Science', die tevens zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'testlocatie windturbines', maximaal twaalf windmeetmasten en twaalf windturbines worden gebouwd waarvan de tiphoogte, zijnde het hoogste punt van windmeetmast of de wieken, maximaal 200 m mag bedragen, één en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 5 Algemene bouwregels lid 1 (Hoogtebeperkingen).
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de specifieke plaats van windturbines van onevenredige aantasting van de landschapswaarden van het gebied.
Ter plaatse van de aanduiding 'gebiedszone - industrie' ligt de zone waarbuiten de geluidbelasting de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan. Onverminderd het overige in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde mogen op en in gronden die liggen ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen worden gebouwd.
Onverminderd het overige in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde mogen op en in gronden die liggen ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - vliegverkeer 1' geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen worden gebouwd.
Het plan kan worden aangehaald als: