direct naar inhoud van Regels
Plan: Beschermingszone Centraal Veterinair Instituut (WBVR/CVI)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.BP00064-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.2 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.3 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.4 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.5 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.6 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten (in bp Buitengebied 2009 is toegevoegd: Een bouwvlak wordt aan de zij- en achterzijde omsloten door een erfsingel);

1.7 plan:

het bestemmingsplan Beschermingszone Centraal Veterinair Instituut (WBVR/CVI) met identificatienummer NL.IMRO.0995.BP00064-VG01 van de gemeente Lelystad.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 2 Toepasssingsbereik

De regels in dit bestemmingsplan zijn aanvullend van toepassing op de volgende bestemmingsplannen en beheersverordening (zie ook figuur 4 in de toelichting):

- Atolwijk - Zuiderzeewijk 2011 (vastgesteld 29-05-2012)

- Bedrijventerrein Oostervaart (vastgesteld 06-11-2012)

- Bio Science Park (vastgesteld 12-12-2002, goedgekeurd 01-07-2003)

- Boeier - Karveel (vastgesteld 09-04-2009)

- Buitengebied 2009 (vastgesteld 16-02-2010)

- Eerste partiële herziening van het bestemmingsplan Buitengebied 2009 (vastgesteld 18-02-2014)

- De Groene Velden (vastgesteld 14-06-2010)

- De Groene Velden partiële her-vaststelling artikel 5 (vastgesteld 14-05-2013)

- Landelijk gebied Lelystad (gedeelte Oostelijk Flevoland) (vastgesteld door RIJP 16-10-1979, goedgekeurd door minister VWS 27-12-1979)

- Lelystad - bedrijfslocatie Karperweg 8 (vastgesteld 05-03-2013)

- Lelystad Flevokust - binnendijks (vastgesteld 12-04-2016)

- Lelystad - Luchthavencontouren (vastgesteld 06-12-2016) (is inmiddels ingetrokken)

- Lelystad Midden-West (gedeeltelijk) (vastgesteld 29-01-2013)

- Marker Wadden (vastgesteld 03-12-2013)

- Stadsrandgebied (VG01, vastgesteld 28-05-2013)

- Stadsrandgebied (VG02, vastgesteld 19-03-2014)

- Reparatieplan Stadsrandgebied (vastgesteld 02-09-2014)

- Beheersverordening IJsselmeer - Markermeer - Oostvaardersplassen (vastgesteld 28-05-2013)

- Inpassingsplan Partiële herziening Flevokust - Geluidzone te Lelystad (vastgesteld 17-12-2014)

- Inpassingsplan Flevokust - Havenontwikkeling te Lelystad (vastgesteld 17-12-2014)

De regels van dit bestemmingsplan treden in de plaats van de regels van bovenvermelde vigerende bestemmingsplannen en beheersverordening, doch uitsluitend voor wat betreft het onderwerp wat in dit specifieke bestemmingsplan wordt geregeld (verbod op het houden van evenhoevigen en/of pluimvee). Alle andere regels blijven onverkort van toepassing.

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Algemene gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:

a. het houden van evenhoevigen en/of pluimvee dan wel het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor het houden van evenhoevigen en/of pluimvee.

waarbij als uitzondering geldt dat:

bij de bestaande/actieve pluimveebedrijven aan de Mercuriusweg 6 en Bronsweg 12 (maximaal) het aantal dieren aan pluimvee mag worden gehouden zoals aangegeven in Bijlage 1 bij deze regels, met dien verstande dat indien dit gebruik (= het houden van pluimvee) na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, het verboden is om dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

Artikel 5 Algemene aanduidingsregels

5.1 Vrijwaringszone - verbod houden van evenhoevigen en/of pluimvee

Op de met "vrijwaringszone - verbod houden van evenhoevigen en/of pluimvee" aangeduide gronden is het niet toegestaan om gronden en/of bouwwerken te gebruiken voor het houden van evenhoevigen en/of pluimvee,

waarbij als uitzondering geldt dat:

bij de bestaande/actieve pluimveebedrijven aan de Mercuriusweg 6 en Bronsweg 12 (maximaal) het aantal dieren aan pluimvee mag worden gehouden zoals aangegeven in Bijlage 1 bij deze regels, met dien verstande dat indien dit gebruik (= het houden van pluimvee) na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, het verboden is om dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
  • c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
6.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijn 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Beschermingszone Centraal Veterinair Instituut (WBVR/CVI).

Behorend bij het besluit van de gemeenteraad d.d. 11 september 2018.