direct naar inhoud van 2.7 Verkeer
Plan: Lelystad Midden-West (gedeeltelijk)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.BP00036-VG01

2.7 Verkeer

De grotere doorgaande ontsluitingswegen in het plangebied vallen onder de bestemming "Verkeer".

2.7.1 Doel van de bestemming

Deze bestemming heeft een inrichting voor de afwikkeling van het verkeer tot doel.

2.7.2 Toelichting op de regeling

Functionele mogelijkheden

De bestemming is volledig bedoeld voor verkeerskundige doelstellingen, daarom worden wegen en straten, voet- en rijwielpaden en daarbij horende groenvoorzieningen (bermen) toegestaan. Waarbij het van belang is, is het profiel van de weg opgenomen, met daaraan een omgevingsvergunningplicht voor werken en/of werkzaamheden gekoppeld. Dit heeft te maken met het behoud van de functie van de weg.

Daarnaast zijn andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen mogelijk. Door het toestaan van deze functies is flexibiliteit in het gebruik van de gronden met deze bestemming mogelijk.

Bouwmogelijkheden

Binnen deze bestemming is de bouw van gebouwen niet toegestaan. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn wel mogelijk. In dit geval gaat het om erf- en terreinafscheidingen, palen en masten, bruggen en overige bouwwerken geen gebouwen zijnde.

Daarbij mogen erf- en terreinafscheidingen een maximale bouwhoogte van 3,00 meter hebben. Palen en masten zijn maximaal 6,00 meter hoog, bruggen en vergelijkbare bouwwerken en overige bouwwerken zijn maximaal 5,00 meter hoog. De genoemde hoogten zijn van belang voor een optimaal functioneren ervan.

Flexibiliteitsbepalingen

In de bestemmingsregeling is een mogelijkheid opgenomen om met een omgevingsvergunning af te wijken van de bouw- en gebruiksregels. Met deze omgevingsvergunning kunnen bijvoorbeeld gebouwen voor nutsvoorzieningen of andere openbare voorzieningen worden gebouwd. Ook kan afgeweken worden van de opgenomen dwarsprofielen. Bij de verlening van de omgevingsvergunning moet voldaan worden aan de voorwaarden die daarbij gesteld zijn.

Hierdoor is het mogelijk om, door toepassing van een relatief korte planologische procedure, ruimte te bieden aan nieuwe ontwikkelingen op de gronden of in de gebouwen in deze bestemming.

2.7.3 Uitgangspunten
  • De verkeersfunctie blijft mogelijk;
  • naast verkeersvoorzieningen worden bijbehorende voorzieningen mogelijk gemaakt;
  • grotere parkeerterreinen vallen niet binnen deze bestemming, vanwege de verblijfsfunctie daarvan;
  • gebouwen zijn niet toegestaan;
  • bouwwerken ten behoeve van de geleiding en veiligheid van het verkeer zijn toegestaan;
  • het bestaande wegprofiel van de grootste ontsluitingswegen is vastgelegd, zodat de effecten op de omgeving niet wijzigen;
  • rekening houden met de geluidscontouren rond de wegen (dreven).

2.7.4 Huidige situatie

De hoofdontsluiting van Lelystad wordt onder meer gevormd door de dreven. In en direct langs het plangebied zijn meerdere van deze dreven aanwezig, bijvoorbeeld de Larserdreef, de Zuigerplasdreef en de Houtribdreef. Deze wegen bestaan veelal uit twee maal twee rijbanen en hebben een stroomfunctie. De maximale snelheid die op deze dreven is toegestaan varieert tussen 50 en 70 km/uur. Om het verkeer te regelen zijn bij deze wegen onder andere rotondes aangebracht en is in sommige gevallen sprake van verkeersregelinstallaties (waaronder verkeerslichten).

2.7.5 Beleid

Hieronder is beleid opgenomen dat een direct verband heeft met de bestemming en daarvoor uitgangspunten biedt.

Structuurplan Lelystad 2015

Het structuurplan is vastgesteld op 7 april 2005 en bevat een visie op de integrale leefomgeving, waarbij behalve het ruimtelijk beleid, ook bijvoorbeeld duurzaamheid, milieu en verkeer deel van uitmaken.

De hoofdwegenstructuur van de stad bestaat uit een buitenring, radialen en een centrumring. De buitenring bestaat uit de Larserdreef, de Westerdreef, de Houtribdreef en de Oostranddreef. De buitenring wordt voor het autoverkeer geoptimaliseerd om de centrumring en de radialen te ontlasten en de veiligheid te vergroten. Voor de buitenring geldt: '70 kilometer per uur waar het kan' (Oostranddreef en Larserdreef), '50 kilometer per uur waar het moet' vanwege de verkeersveiligheid en de geluidhinder (delen van de Houtribdreef en de Westerdreef). De buitenring heeft een 2 x 2 rijbanenprofiel met enkele kruispunten en rotondes.

De radialen bestaan uit de Zuigerplasdreef-Zuid, de Middendreef, de Visarenddreef, de Houtribweg-Zuid, de Stationsdreef, de Zuigerplasdreef-Noord, de Kustendreef en de Geldersedreef. Deze radialen moeten de functie vervullen om zowel het gebruik van de buitenring te bevorderen als de bereikbaarheid van het Stadshart te bewerkstelligen. De radialen behouden vooralsnog hun huidige profiel en snelheid.

In het plangebied zijn meerdere dreven aanwezig, waaronder de Larserdreef, Zuigerplasdreef en Stationsdreef. Deze liggen geheel, of deels in het plangebied. In verband met wettelijke normen voor wegverkeerslawaai (geluidszones in het kader van de Wet geluidhinder), geven de dreven planologische beperkingen voor het plangebied.