Plan: | Lelystad - Luchthaven |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0995.BP00030-VG02 |
In 2012 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) van kracht geworden. De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) bepaalt welke kaderstellende uitspraken zodanig zijn geformuleerd, dat deze bedoeld zijn om beperkingen te stellen aan de ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheden op lokaal niveau. Het Barro geeft de juridische kaders die nodig zijn om het ruimtelijk rijksbeleid te borgen.
Een door het rijk genoemd nationaal belang (7) is het instandhouden van het hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen om het functioneren van het mobiliteitssysteem te waarborgen. Voor de (internationale) burgerluchtvaart zijn onder meer burgerluchthaven Lelystad en het civiele luchtruim van nationale betekenis. Voor de capaciteit en de veiligheid van het mobiliteitsnetwerk via de lucht is het nodig om uitbreidingen te kunnen realiseren. In het SVIR geeft het rijk aan de realisatie van deze uitbreidingsmogelijkheden (mede) te faciliteren.
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geeft een totaalbeeld van het huidig ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. Deze structuurvisie geeft een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de ‘kapstok’ voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. Het beleid vervangt onder meer de Nota Ruimte. De SVIR kent een realisatieparagraaf, waarin per nationaal belang de aanpak is uitgewerkt op basis van lopende en voorziene projecten. Het Rijk heeft voor de realisatie van de nationale belangen de beschikking over de volgende vier instrumenten:
De ontwikkeling van de luchthaven is in de realisatieparagraaf (nog) niet concreet benoemd.
De Crisis- en herstelwet is gericht op de versnelling van ruimtelijke projecten, zoals woningbouw, infrastructuur en bedrijventerreinen. Deze projecten dragen bij aan de stimulans van duurzaamheid, werkgelegenheid en de economie. Enerzijds is gekeken naar concrete projecten die te maken hebben met juridische belemmeringen en daarom vertraagd worden. Anderzijds is specifiek naar verschillende rechtsgebieden gekeken. Hier is vooral de besluitvorming gestroomlijnd. De verdere ontwikkeling van Luchthaven Lelystad is één van de concrete projecten die genoemd is in de Crisis- en herstelwet. Het voordeel hiervan is dat het project sneller tot uitvoer kan komen. Dit komt door versnellingen in het bestuursprocesrecht. De versnelling komt door de kortere beroepsgang bij de Raad van State en het gegeven dat geen beroep ingesteld kan worden tegen besluiten van decentrale overheden.
In de Nationale Milieubeleidsplannen zijn de doelstellingen van het milieubeleid vastgelegd en wordt aangegeven hoe deze moeten worden uitgevoerd. Het geldende milieubeleidsplan is het Vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP-4), vastgesteld in 2001.
In dit NMP-4 wordt de lijn van eerdere milieuplannen voortgezet. In het NMP-4 wordt geconstateerd dat de milieukwaliteit in Nederland weliswaar gestaag verbetert, maar dat extra inspanningen nodig zijn om bepaalde doelstellingen te bereiken. Het NMP-4 identificeert als belangrijkste milieuproblemen door de luchtvaart de geluidhinder en de lokale en mondiale luchtverontreiniging (met name CO2 en NOx). Daarnaast wordt ingegaan op de problematiek over de externe veiligheid.
In het NMP-4 wordt voor de luchtvaart verwezen naar het NMP-3, waarin wordt ingegaan op het accommoderen van de groei van de luchtvaart in relatie tot de milieugrenzen. Op grond van de afweging van de daarmee gepaard gaande voor- en nadelen spreekt het kabinet zich onder voorwaarden uit voor een beheerste groei van de luchtvaart in Nederland.
In het NMP-3 is aangegeven dat door de inzet van een selectief beleid de ontwikkeling van een kwalitatief hoogwaardige luchtvaartsector wordt versterkt en negatieve effecten worden teruggedrongen. De voorwaarde die het kabinet hierbij stelt is dat er zodanige ruimte wordt geboden aan de groei van de luchtvaart dat deze optimaal bijdraagt aan het algemene regeringsbeleid voor de verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving, de afname van de milieudruk en een zorgvuldig gebruik van de schaarse ruimte.
Voor de milieugevolgen van de uitbreiding van luchthaven Lelystad heeft, voor het Aanwijzingsbesluit, een afweging plaatsgevonden in het milieueffectrapport (het MER). Dit besluit is vernietigd door de Raad van State, de uitbreidingsdoelstelling voor de uitbreiding van Lelystad Airport is echter ongewijzigd. De onderzoeksresultaten uit het MER van de aanwijzing worden dan ook voor dit bestemmingsplan gehanteerd wanneer het gaat om de uitbreiding van de start- en landingsbaan naar 2.100 meter. Een nadere beschrijving van de onderzoeksresultaten staat in hoofdstuk 4.
Het kabinet werkt in Flevoland aan verschillende investeringsprojecten zoals de snelweg tussen Amsterdam en Almere / Lelystad en aan de Rijksbesluiten voor Amsterdam-Almere-Markermeer (RAAM), zoals de Schaalsprong Almere.
Deze projecten passen alle in dezelfde functionele en ruimtelijke visie die voor Flevoland is ontwikkeld, waarin goed wonen, veelzijdige werkgelegenheid, een (inter)nationaal georiënteerd vestigingsklimaat, een hoogwaardig voorzieningenniveau en een gezonde woon-werkbalans centraal staan. In die visie past ook de ontwikkeling van de luchthaven Lelystad. Het kabinet ziet deze ontwikkeling als een katalysator voor werkgelegenheid, onderwijs en de (inter)nationale bereikbaarheid van de regio.
Zo draagt de luchthaven bij aan de structuurversterking en een integrale ontwikkeling van Flevoland.
Op 23 december 2008 heeft het toenmalige Ministerie van VenW (inmiddels Infrastructuur en Milieu) de RAAM-brief uitgebracht. Ook op basis daarvan heeft het kabinet besloten over de ontwikkeling van Almere, de omliggende infrastructuur en het Markermeer-IJmeer. Het besluit over de ontwikkeling van luchthaven Lelystad, zoals in het aanwijzingsbesluit omschreven, sluit hier goed bij aan.