direct naar inhoud van 3.6 Milieuaspecten
Plan: De Landerijen 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.BP00020-VG01

3.6 Milieuaspecten

3.6.1 Geluid

Het doel van de herziening is om de geldende regelingen te actualiseren. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen in het bestemmingsplan opgenomen. Het betreft hier een zogenaamd conserverend bestemmingsplan. In hoofdlijnen wordt de geldende bestemming of de huidige situatie bestemd. Het plan heeft betrekking op de bebouwde kom van het plangebied, inclusief de groene ruimten tussen en direct grenzend aan de bebouwing en wegen.

Wegverkeerslawaai

Ten aanzien van het onderdeel geluid behoeft geen toetsing plaats te vinden aan het gestelde in de Wet geluidhinder (Wgh), aangezien er sprake is van een conserverend bestemmingsplan. Alleen mogelijke nieuwe ontwikkelingen dienen te worden getoetst aan de Wgh.

In een aantal bestaande bestemmingsplannen binnen het plangebied zijn hogere grenswaarden opgenomen, waaraan getoetst moet worden indien er sprake is van een reconstructie in de zin van de Wgh. Deze hogere grenswaarden dienen te worden overgenomen met de herziening.

Voor de eerste fase van De Landerijen is in maart 2000 een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek bleek dat de geluidsbelasting op de gevels van de woningen langs de Gelderse Dreef ten hoogste 54 dB(A) bedraagt (52 dB Lden). De voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) (48 dB Lden) wordt derhalve overschreden met 4 dB(A) (2 dB Lden). De toepassing van maatregelen gericht op het terugbrengen van de te verwachten geluidsbelasting zullen onvoldoende doeltreffend zijn. Aangezien door de gekozen situering en bouwvorm een doelmatige akoestisch afschermende functie voor andere woningen zal worden vervuld, is bij de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde op grond van de Wgh een procedure hogere grenswaarden gevolgd. Deze hogere grenswaarde is hier destijds voor verleend.

Voor het huidige plan Larserplein is een hogere grenswaarde van 55 dB(A) 53 dB(Lden) vastgesteld voor de bouw van incidentele bedrijfswoningen binnen het plangebied. Aan de toepassing van deze hogere waarde is de voorwaarde verbonden dat binnen de 55 dB(A) 53 dB(Lden) contouren vanwege het verkeer op de Rijksweg A6 en/of de Larserdreef de geluidsbelasting van de woningen maximaal 55 dB(A) 53 dB(Lden) moet worden gerealiseerd door middel van afschermende bebouwing behorende bij het bedrijf waarvan de betreffende woning onderdeel gaat uitmaken.

Industriegeluid

Transformatorstation NUON

Voor het transformatorstation is een akoestisch onderzoek uitgevoerd en zijn aan de hand daarvan akoestische maatregelen getroffen, ten einde te voldoen aan de door de gemeente Lelystad gestreefde grenswaarde van 45 dB(A). Bij eventuele toekomstige wijzigingen zal op grond van de Wet milieubeheer op nieuw akoestisch onderzoek moeten worden uitgevoerd.

Drinkwaterpompstation

Het drinkwaterpompstation heeft 50 dB(A) op de erfgrens vergund gekregen. Betreffend pompstation voldoet aan de gestelde grenswaarde. Bij eventuele toekomstige wijzigingen zal op grond van de Wet milieubeheer op nieuw akoestisch onderzoek moeten worden uitgevoerd.

Warmtekrachtkoppelingsinstallatie

De afstand tussen de installatie en de dichtstbijzijnde woning zou 100 meter moeten bedragen, gelet op de VNG circulaire Bedrijven en Milieuzonering 2009. Aangezien de dichtstbijzijnde woningen op ongeveer 40 meter is gelegen, betekent dit dat voorzieningen moeten worden aangebracht om een aanvaardbaar woonmilieu te realiseren. In augustus 2002 heeft Adviesbureau Peutz een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Naar aanleiding van het onderzoek, zijn akoestische maatregelen getroffen.

3.6.2 Bodemkwaliteit

Naar het historisch gebruik van het plangebied is een historisch bodemonderzoek uitgevoerd. Voor dit onderzoek zijn luchtfoto's bestudeerd en is het archief van de gemeente Lelystad geraadpleegd. Er zijn geen boringen verricht. In deze fase werd dit niet noodzakelijk geacht.

Na de drooglegging is het terrein in gebruik genomen als landbouwgrond. Het grootste deel van het gebied is opgehoogd met zand. Op het terrein zijn een woonwijk met voorzieningen, een transformatorstation, een drinkwaterpompstation en een warmtekrachtkoppelinginstallatie voor de stadsverwarming gesitueerd. Deze functies zullen in het plangebied gevestigd blijven.

Op het terrein van het drinkwaterpompstation heeft zich in het verleden een leidingbreuk voorgedaan. De achtergebleven restverontreiniging is in 1994 gesaneerd. In 2001 is op hetzelfde terrein een nieuwe verontreiniging aangetroffen welke dat jaar is gesaneerd. Langs de Oostranddreef zijn in het verleden vaten gedumpt. De hierdoor ontstane bodemverontreiniging is inmiddels eveneens gesaneerd.

Langs de voormalige Vlotgrasweg is nabij de Lage Vaart een dumpplek van, onder andere, teerhoudend asfaltgranulaat en een olieverontreiniging afkomstig van een oude olietank aangetroffen. De plek is opgeruimd. Er is geen bodemverontreiniging achtergebleven.

Op de Iocatie hebben verder geen bodembedreigende activiteiten plaatsgevonden zoals op- en overslag van bodembedreigende stoffen of lozingen van afvalwater en hebben geen bodembedreigende installaties zoals tanks, werkplaatsen, wasplaatsen of afleverpunten gestaan.

In het plangebied zijn in het verleden diverse bodemonderzoeken uitgevoerd. In de grond en in het grondwater zijn licht tot matig verhoogde waarden van diverse stoffen aangetroffen, deels verklaarbaar uit een algemeen achtergrondniveau in Lelystad en omgeving, deels niet verklaarbaar, maar niet verontrustend. De gevonden gehalten leveren geen gevaar op voor volksgezondheid en milieu.

Op basis van de gegevens uit het historisch onderzoek naar het bodemgebruik zien wij geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan.

3.6.3 Aanwezigheid kabels en leidingen

Tussen de A6 en de Lage Vaart is een 380 kV-hoogspanningsleiding aanwezig, die onderdeel uitmaakt van de verbinding Ens/Diemen. Verder zijn er geen planologische relevante kabels en leidingen in het plangebied.