direct naar inhoud van Artikel 4 Bos
Plan: De Landerijen 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.BP00020-VG01

Artikel 4 Bos

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos en bebossing, met de daarin voorkomende danwel daaraan eigen natuur- en landschapswaarden;
  • b. educatief centrum;

en voorzover de onder a bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast:

  • c. bosbouw;
  • d. extensief dagrecreatief medegebruik;
  • e. waterlopen en waterpartijen;
  • f. bermen en beplanting;
  • g. wegen, straten en paden;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. jachthaven, ter plaatse van de aanduiding 'passantenhaven'

met daarbij behorende:

  • k. verhardingen;
  • l. nutsvoorzieningen en andere openbare voorzieningen;
  • m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder informatie- en reclameobjecten aan lichtmasten, kunstwerken, bouw- en reclameborden.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:

  • de gronden met de aanduiding 'passantenhaven', voor het bouwen binnen deze gronden gelden de volgende regels:
  • a. er is uitsluitend één gebouw ten behoeve van de haven toegestaan, met dien verstande dat:
  • 1. de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 100m2;
  • 2. de hoogte niet meer mag bedragen dan 5,00 m.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a, zal de bouwhoogte van lichtmasten ten hoogste 6,00 m bedragen.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

het bepaalde in lid 4.2.1 in die zin dat gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen of andere openbare voorzieningen worden gebouwd, mits:

  • a. de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 50m2 bedraagt;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 5,00 m bedraagt.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Vergunningplichtige werken en werkzaamheden

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels, een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het ontgronden, afgraven (waaronder het graven van watergangen en waterpartijen), egaliseren en ophogen van gronden;
  • b. het uitvoeren van overige grondbewerkingen;
  • c. het verlagen van het waterpeil;
  • d. het aanleggen van ondergrondse energie-, transport- en of communicatieleidingen;
  • e. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • f. het planten of verwijderen van opgaande beplanting.
4.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 4.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. werken en werkzaamheden welke noodzakelijk zijn voor het aansluiten van bouwwerken op het net van openbare nutsvoorzieningen;
  • d. werken en werkzaamheden welke noodzakelijk zijn voor het realiseren van de bestemming.
4.4.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de onder lid 4.1 genoemde waarde van de gronden.