Plan: | Lelystad - Larserknoop (reparatie) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0995.08381101-VG03 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Lelystad - Larserknoop (reparatie) van de gemeente Lelystad;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0995.08381101-VG03 met de bijbehorende regels en bijlagen;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
waarden die aan een gebied zijn toegekend vanwege de kennis en wetenschap van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in het plan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, dit met inbegrip van de oppervlakte van (overdekte) bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
de totale (bruto)vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten c.q. een (dienstverlenend of detailhandels-) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
een beperkt kwetsbaar object als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een op zichzelf staand al dan niet vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden, met uitzondering van houtteelt en veeteelt;
de waarden van een gebied en/of de daarin voorkomende bebouwing, elementen en structuren, die uitdrukking geven aan de beschavingsgeschiedenis en/of het gebruik door de mens in de loop van die geschiedenis;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het binnen de (woon)bestemming gelegen gedeelte van het bouwperceel, met uitzondering van het binnen het bouwvlak gelegen gedeelte van het bouwperceel;
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
de teelt of het kweken van fruit aan houtige gewassen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg c.q luchtvaartterrein;
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder c.q. de Luchtvaartwet;
in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of een terrein als geluidsgevoelig object wordt aangemerkt;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, zoals een melkveehouderij, een akkerbouwbedrijf of een tuinbouwbedrijf, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf;
een terrein waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van geluidzoneringsplichtige inrichtingen en rondom welk terrein als geheel een geluidzone kan worden vastgesteld;
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder c.q. de Luchtvaartwet;
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse;
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden, niet zijnde fruitteelt;
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, en geen bouwwerk is waarvoor ingevolge de Woningwet een bouwvergunning is vereist;
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw met een zekere helling;
de cultuurhistorische en de visuele waarden van het landschap;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied. Onderdeel van de natuurlijke waarden vormt steeds een beoordeling van de soortbescherming op basis van de Flora- en faunawet;
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt, en die als zodanig niet afhankelijk is van agrarische gronden als productiemiddel, zoals een intensief veehouderijbedrijf of een intensief kwekerijbedrijf;
het regulier gebruik, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goede agrarische bedrijfsvoering en het agrarisch gebruik van de gronden;
het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;
het stallen van pensionpaarden, het trainen en africhten van paarden en/of het handelen in paarden;
bedrijven die direct gerelateerd zijn aan het opstijgen en landen van luchtvaartuigen en de daarmee rechtstreeks verbonden functies;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse;
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een caravan die gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en die door zijn plaatsing als bouwwerk is aan te merken;
een plek waar ambulante handelaren een dagdeel, een dag en/of een aantal dagen per week waren kunnen verkopen;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder c.q. de Luchtvaartwet;
dat deel van het bouwperceel dat vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van de gebouwen ligt;
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
een turbine , voorzien van wieken, geplaatst op een hoge mast, waarmee de bewegingsenergie van de lucht (wind) wordt omgezet in rotatie-energie voor het opwekken van elektriciteit;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
het geluidbeheerplan Larserknoop, zoals opgenomen in bijlage 9;
geluidemissie van een bedrijfskavel in de dag- avond en nachtperiode, uitgedrukt als bronvermogen per vierkante meter, als vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig bijlage B van het geluidbeheerplan (Lw per m²) (bijlage 9), welke bijlage voor dit onderdeel geacht wordt deel uit te maken van de regels;
de geluidbelasting volgens het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau in de dag- avond en nachtperiode op een toetsingspunt ten gevolge van de kavelemissie van een bedrijf, aangevuld met de gezamenlijke (cumulatieve) kavelemissies van andere bedrijven, berekend overeenkomstig bijlage C van het geluidbeheerplan (bijlage 9) welke bijlage voor dit onderdeel geacht wordt deel uit te maken van de regels;
het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, gemeten in een bepaalde periode en vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai (LAr,LT), berekend op basis van de uitgangspunten van het geluidbeheerplan en met behulp van het akoestisch rekenmodel behorend bij het geluidbeheerplan (bijlage 9);
maximaal geluidniveau op een toetsingspunt gemeten in de meterstand «F» of «fast», als vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai (LAmax), berekend op basis van de uitgangspunten van het geluidbeheerplan en met behulp van het akoestisch rekenmodel behorend bij het geluidbeheerplan (bijlage 9);
de geluidmeetvlakte van het testcircuit van de Rijksdienst voor het wegverkeer ten zuiden van het plangebied, zoals aangegeven in bijlage 7, waarbij de hier toegestane relevante geluidbelasting wordt gemeten c.q berekend op de in de bijlage aangegeven toetsingspunten;
de situatie ten aanzien van de geluidbelasting als beschreven in het akoestisch onderzoek en het geluidbeheerplan (bijlage 9).
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
vanaf enig punt van een (hoofd)gebouw tot de (zijdelingse) bouwperceelgrens.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en mede bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, overkappingen en torensilo's gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw of overkapping | Maximale oppervlakte in m² | Goothoogte in m | Bouwhoogte in m | ||||||
Per gebouw of overkapping | Gezamenlijk | max | max | ||||||
Bedrijfsgebouw, waaronder overkapping | - | - | 8,50 | 15,00 | |||||
Silo | - | - | - | 15,00 | |||||
Kassen | - | 2.500 | 6.00 | 10,00 |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen en aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen, gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw of overkapping | Maximale oppervlakte in m² | Goothoogte in m | Dakhelling in ° | Bouwhoogte in m | |||||||
Per gebouw | Gezamenlijk | max | min | max | max | ||||||
Bedrijfswoning | 150 + | - | 3,50# | 20 | 60 | 8,00 | |||||
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen | - | 50 | 3,50 | 20 | 60 | 6,00* |
# tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, in welk geval de goothoogte ten hoogste de bestaande goothoogte mag bedragen;
+ tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlakte van de bedrijfswoning;
* de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3,50 m bedragen.
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
mits:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 3.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bedrijven die zijn genoemd in bijlage 3 onder de categorieën 1 tot en met 3.2 alsmede de bedrijven die zijn genoemd in bijlage 4 onder de categorie 4.1, met uitzondering van de gearceerde bedrijven, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1';
met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen, vuurwerkbedrijven en/of handel in auto's en motorfietsen;
al dan niet in combinatie met:
en mede bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
Voor het bouwen van de in lid 4.1 sub a. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
het gebruik van gronden en bouwwerken, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1', ten behoeve van bedrijven, anders dan bedrijven die zijn genoemd in bijlage 3 onder de categorieën 1 tot en met 3.2 of bedrijven die zijn genoemd in bijlage 4 onder categorie 4.1;
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en mede bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.3 in die zin dat een ontsluitingsweg wordt aangelegd en gebruikt ten behoeve van collectieve ontsluiting van bedrijven, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het verkeer;
en mede bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen mogen in afwijking van het plan en de bestemmingen in deze regels, uitsluitend worden overschreden door:
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - meetlocatie' gelden, zolang de ten zuiden van het plangebied gelegen meetlocatie aanwezig is dan wel, indien dat niet meer het geval is, deze volgens het daar geldende bestemmingsplan aanwezig kan zijn, de volgende aanvullende regels:
Tabel uitgezonderde bedrijven (t/m cat. 3.2) met piekgeluiden buiten
Sbi 1993 | Sbi 2008 | omschrijving | cat | ||
281 | 251, 331 | Constructiewerkplaatsen (gesloten gebouw) | 3.2 | ||
2662 | 2362 | Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken | 3.2 | ||
2663 2664 | 2363 2364 |
Betonmortelcentrales | 3.2 en hoger | ||
2665 2666 |
2365 2369 |
Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips | 3.2 en hoger | ||
267 | 237 | Natuursteenbewerkingsbedrijven | 3.1 en hoger | ||
284 | 255 331 | Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. | 3.2 | ||
2851 | 2561 3311 |
Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven | 3.2. en hoger | ||
2852 | 2562, 3311 | Overige metaalbewerkende industrie niet inpandig | 3.2 | ||
287 | 259 331 | Overige metaalwarenfabrieken niet eerder genoemd en niet inpandig | 3.1`en hoger | ||
351 | 301 3315 | Scheepsbouw- en reparatiebedrijven | 3.1 en hoger | ||
5157 | 4677 | Autosloperijen | 3.1 en hoger | ||
5153.4 | 46735 | Groothandel in zand en grind | 2 en hoger | ||
6021.1 | 493 | Bus-tram- en metrostations en -remises | 3.2 | ||
6311.2 | 52242 | Laad, los en overslagbedrijven tbv binnenvaart | 3.2. en hoger | ||
6321 | Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) | 3.2 | |||
9002.1 | 381 | Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven, en dergelijke | 3.1 | ||
Gemeentewerven (afval-inzameldepots) | 3.1 | ||||
9305 | 9609 | Dierenasiels en -pensions | 3.2 |
De verplichting in dit sublid tot het overleggen van een akoestisch onderzoek geldt tevens voor reeds gevestigde bedrijven in dien de activiteiten zodanig worden gewijzigd dat het niet meer zeker is dat aan de geluidniveaus van de punten 1 t/m 5 van sub a van deze planregel wordt voldaan, bij de aanvraag om een omgevingsvergunning (bouwen of afwijken) dan wel bij gebreke daarvan voorafgaand aan de ingebruikname van een bedrijf.
Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van: :
mits:
de bouwgrens met niet meer dan 1,50 m overschrijdend.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het
bestemmingsplan Lelystad - Larserknoop (reparatie)
van de gemeente Lelystad.
Behorende bij het besluit van 23 februari 2016 met inachtneming van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 19 oktober 2016 nr. 201309182/3/R2