direct naar inhoud van Artikel 6 kantoor
Plan: Weert-Noord en Graswinkel 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0988.BPWrtNrdGrasw2010-VA01

Artikel 6 kantoor

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, waarvan de uitoefening plaatsvindt in kantoren, maar waarvan de uitoefening in beginsel niet geschiedt in een direct contact met publiek, met dien verstande dat de bedrijven representatief van aard dienen te zijn;
  • b. openbare nutsvoorzieningen;
  • c. aanleg en instandhouding van groenvoorzieningen en parkeervoorzieningen. Voor parkeren wordt uitgegaan van minimaal 1 parkeerplaats per 60 m² b.v.o. voor kantoorruimte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' dient, naast de ter plaatse aangeduide functie of bestemming, een bedrijfswoning bij het kantoor te worden opgericht.

Een en ander met de daarbij behorende parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, verhardingen en andere voorzieningen zoals energievoorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemeen

Op de voor 'Kantoor' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken passende binnen deze bestemming;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen passen binnen deze bestemming.

6.2.2 Regels met betrekking tot het bouwvlak

  • a. Gebouwen moeten in het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak mag per bouwperceel voor maximaal 55% worden bebouwd, tenzij op de verbeelding een ander maximaal bebouwingspercentage is aangegeven of meer bebouwing aanwezig is op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
  • c. De voorgevel dient uitsluitend in dan wel achter de naar de weg gekeerde bouwgrens, te worden opgericht;
  • d. Ten aanzien van de maatvoering van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. de goothoogte van hoofdgebouwen mag maximaal 12,00 meter bedragen tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' een afwijkende goothoogte is aangegeven of maximaal de goothoogte op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan indien deze hoger is;
    • 2. de bouwhoogte van hoofdgebouwen mag maximaal 15,00 meter bedragen tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' een afwijkende bouwhoogte is aangegeven of maximaal de bouwhoogte op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan indien deze hoger is.
  • e. Gebouwde parkeervoorzieningen, al of niet gelegen onder kantoren, mogen alleen worden opgericht achter de naar de weg gekeerde bouwgrens. In afwijking hiervan mogen voorzieningen ten behoeve van de inrit en uitrit van gebouwde parkeervoorzieningen worden gebouwd voor de naar de weg gekeerde bouwgrens.
  • f. Vrijstaande en aangebouwde bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ten dienste van kantoordoeleinden, zoals bergruimten en fietsenstallingen. Per kantoor is maximaal één bijgebouw toegestaan met een maximale oppervlakte van 25 m² en een maximale goothoogte van 3,00 m en maximale bouwhoogte van 4,50 m meer bebouwing aanwezig is op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
  • g. Ten aanzien van bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning toegestaan' gelden de volgende regels:
    • 1. de bedrijfswoning moet noodzakelijk zijn in verband met het functioneren en de organisatie van het kantoor;
    • 2. de bedrijfswoning moet worden gebouwd met inachtneming van de eisen van de Wet geluidhinder;
    • 3. de bedrijfswoning mag geen deel uitmaken van de bouwmassa van het kantoor. Wel mogen de woning en het kantoor middels een bijgebouw of een ander ondergeschikt bouwdeel of door een bouwwerk, geen gebouw zijnde met elkaar verbonden worden;
    • 4. in voldoende mate dient vast te staan dan de bouw en de bewoning geen onevenredige beperkingen oplegt aan het gebruik van de omliggende gronden;
    • 5. de inhoud van de bedrijfswoning maximaal 750 m³ bedraagt tenzij ter plaatse van de aanduiding (maximum volume m³) een andere inhoud is aangegeven op de verbeelding of de inhoud op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
    • 6. de goothoogte van de bedrijfswoning maximaal 4,50 m bedraagt of de goothoogte op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
    • 7. de bebouwingshoogte van de bedrijfswoning maximaal 4,50 m bedraagt of de bestaande hoogte op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
    • 8. per woning is maximaal één bijgebouw toegestaan met een maximale oppervlakte van 25 m² en een maximale goothoogte van 3,00 m en maximale bouwhoogte van 4,50 m.

6.2.3 Regels met betrekking tot de aanduiding 'bijgebouwen'

  • a. Bijgebouwen mogen worden gebouwd ten dienste van de bestemming, zoals bergingen, garages en werkruimten.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen uitsluitend bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
  • c. De gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen mag maximaal 150 m² per bedrijfswoning bedragen, mits ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' het vlak per bouwperceel door dat bouwen voor niet meer dan 50% wordt bebouwd, waarbij bijgebouwen en overkappingen, gelegen binnen het bouwvlak, niet meegerekend worden bij de maximaal toegestane gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bij woningen.
  • d. Ten aanzien van de maatvoering van bijgebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. De goothoogte van bijgebouwen mag maximaal 3,20 m bedragen of maximaal de bestaande goothoogte op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan indien deze hoger is.
    • 2. De bouwhoogte van bijgebouwen mag maximaal 6,00 m bedragen of maximaal de bestaande bouwhoogte op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan indien deze hoger is.

6.2.4 Overige regels met betrekking tot bebouwing

  • a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen qua aard en afmetingen bij de bestemming te passen.
  • b. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3,00 meter bedragen, met uitzondering van:
    • 1. erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte maximaal 2,00 meter mag bedragen;
  • c. Buiten het bouwvlak mag uitsluitend een draaderfafscheiding of sierhekwerk tot een hoogte van maximaal 2,00 m gebouwd worden.
  • d. De hoogte van vlaggenmasten, lichtmasten e.d. mag maximaal 12,00 m bedragen. Indien het betreft reclamezuilen, dient vooraf overleg gepleegd te worden met de beheerder van de aangrenzende weg.

6.2.5 Antenne-opstelpunten

Op gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde hoger dan 15,00 meter mogen antenne-opstelpunten worden opgericht, mits deze antennemasten niet hoger zijn dan 5,00 meter gemeten vanaf bovenkant gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde.

6.3 Nadere eisen

Niet van toepassing

6.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing

6.5 Specifieke gebruikregels

6.5.1 Gebruik van de gronden en opstallen

Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt ten minste verstaan het gebruik van gronden en opstallen voor:

  • a. opslagdoeleinden, anders dan overeenkomstig het normale gebruik binnen de bestemming 'Kantoor';
  • b. bedrijfsdoeleinden;
  • c. detailhandel;
  • d. horecadoeleinden;
  • e. recreatieve doeleinden;
  • f. woondoeleinden;
  • g. prostitutiedoeleinden.

6.5.2 Parkeren

Elke voorziening dient op eigen terrein te voorzien in de behoefte aan parkeergelegenheid (zowel voor personeel als voor bezoekers) en in gelegenheid voor laden en lossen, waarbij voldaan dient te worden aan de normen in de Parkeerbeleidsnota 2006, tenzij voldoende openbare plaatsen aanwezig zijn volgens een beoordeling van burgemeester en wethouders.

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing.

6.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Niet van toepassing