direct naar inhoud van Artikel 5 Agrarisch - Multifunctioneel Agrarisch Bedrijf
Plan: Buitengebied 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0988.BPBuitengebied-VA01

Artikel 5 Agrarisch - Multifunctioneel Agrarisch Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemeen

De voor 'Agrarisch - Multifunctioneel Agrarisch Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarische bedrijven met een geheel grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
  • b. zorgboerderij;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatieverblijf': verblijfsrecreatie, in de vorm van maximaal 4 plattelandsappartementen met in totaal maximaal 10 slaapplaatsen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie': behalve het gebruik als zorgboerderij tevens verblijfsrecreatie in de vorm van een groepsaccommodatie voor een groep van maximaal 30 personen;
  • e. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • f. de instandhouding en/of herstel van het op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezige Rijks- of gemeentelijk monument mede gelet op de cultuurhistorische, stedenbouwkundige en/of landschappelijke waarde, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';

met daaraan ondergeschikt:

    • 1. dagrecreatie;
    • 2. expositie-, educatie- en culturele doeleinden, tot een maximaal gezamenlijk gebruiksvloeroppervlak van 200 m2;
    • 3. verkoop van eigen en/of in de directe omgeving geproduceerde en/of bewerkte agrarische producten tot een maximaal gebruiksvloeroppervlak van 100 m2;
    • 4. ondersteunende daghoreca, tot een maximaal gebruiksvloeroppervlak van 150 m2;
    • 5. ter plaatse van de aanduiding 'terras': terras ten behoeve van de onder 4 toegestane horecafunctie;
    • 6. verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed and breakfast in de bedrijfswoning;
    • 7. agrarisch hobbymatig gebruik;
    • 8. perceelsontsluitingswegen, paden en verhardingen;
    • 9. parkeervoorzieningen;
    • 10. sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen.
5.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 45.2.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op de voor Agrarisch - Multifunctioneel Agrarisch Bedrijf aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken passende binnen de bestemming;
  • b. één bedrijfswoning, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' waar geen bedrijfswoning is toegestaan;
  • c. een zorgboerderij annex groepsaccommodatie;
  • d. maximaal 4 plattelandsappartementen met in totaal maximaal 10 slaapplaatsen;
  • e. een bakhuis;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen passen binnen deze bestemming.
5.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bouwvlak mogen gebouwen, de bedrijfswoning, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd;
  • b. de bedrijfswoning dient ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' te worden gebouwd, de voorgevel van de bedrijfswoning dient in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens worden gebouwd;
  • c. bed and breakfast is uitsluitend binnen het hoofdgebouw van de bedrijfswoning toegestaan waarbij de woonfunctie de belangrijkste functie blijft;
  • d. de plattelandsappartementen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
  • e. de maximale oppervlakte van een plattelandsappartement mag maximaal 75 m2 bedragen.
5.2.3 Overige regels met betrekking tot bebouwing
  • a. bouwwerken geen gebouwen zijnde, mogen buiten het bouwvlak, op het onbebouwd blijvende gedeelte van het bestemmingsvlak worden opgericht;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan de maatvoering te voldoen zoals opgenomen in de tabel bebouwing onder 5.2.4;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen en omheiningen mag maximaal 1,00 m bedragen voor de voorgevelrooilijn en maximaal 2,00 m achter de voorgevelrooilijn;
  • d. de bouwhoogte van teeltondersteunende voorzieningen mag maximaal 3,00 m bedragen;
  • e. overkappingen zonder wanden of met maximaal een dichte wand mogen niet hoger zijn dan 3,00 m, gemeten vanaf het aansluitend terrein. Overkappingen die geplaatst zijn op minder dan 0,50 m van een wand van een bedrijfsgebouw, worden geacht te zijn omsloten door desbetreffende wand van het bedrijfsgebouw;
  • f. de inhoud van mestopslagplaatsen per bouwperceel mag maximaal 2.500 m3 bedragen.
5.2.4 Tabel bebouwing

Maatvoering   Bedrijfs-gebouwen   Mest-silo's   Sleuf-silo's   Overige silo's   Erfafscheidingen   Overige bouwwerken, geen ge-bouwen zijnde   Bedrijfswoning   Bijgebouw-en bij de bedrijfs-woning   Plattelands-appartementen   Groeps- accommodatie  
Goothoogte   Max. 5,50 m.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   Max. 5,50 m.   Max. 3,20 m.   Max. 5,50 m.   Max. 5,50 m.  
Bouwhoogte   Max. 10,00 m.   Max. 8,50 m.   Max. 2,00 m.   Max. 15,00 m.   Max. 1 m voor de voorgevelrooilijn en 2 m achter de voorgevelrooilijn.   Max. 8,00 m.   Max. 8,00 m.   Max. 6,00 m.   Max. 8,00 m.   Max. 8,00 m en uitsluitend binnen bestaande bebouwing  
Dakhelling   Min. 120. uitgezonderd onderge-schikte bouwdelen   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   Min. 120.   Min. 120.   Min. 120.   Min. 120  
Inhoud   N.v.t.   Max. 2.500 m3   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   Max. 1000 m3   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.  
Bebouwd oppervlak   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   Max. 150 m²   Max. 4 van elk max. 75 m² per stuk ter plaatse van aanduiding   Uitsluitend ter plaatse van aanduiding  
Maximum aantal   N.v.t.   M.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   Max. één bedrijfswoning toegestaan   n.v.t.   In totaal max. 10 slaapplaatsen   Max. 30 personen  
5.3 Nadere eisen
5.3.1 Onderwerpen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmetingen van de bebouwing;
  • b. het aantal parkeerplaatsen en de situering daarvan;
  • c. (ver)nieuwbouwplannen in de directe omgeving van bouwwerken, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' met dien verstande, dat kan worden geëist, dat hoogtemaat, dieptemaat, breedtemaat, gevelindeling en kapvorm van de (ver)nieuwbouwplannen afgestemd zijn op het historische karakter van deze monumentale bebouwing;
  • d. de te leveren kwaliteitsbijdrage op grond van het bepaald in artikel 46 kwaliteitsregels.
5.3.2 Toepassingscriteria

De onder 5.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. een goede parkeerbalans;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • g. de bescherming van het cultuurhistorische karakter van de bestaande bebouwing en bouwwerken en van omliggende waarden.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Afwijken situering bedrijfswoning

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.2 onder b, voor de bouw van een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', onder de volgende voorwaarden:

  • a. er is maximaal één bedrijfswoning toegestaan;
  • b. er dient te worden aangetoond dat de gewenste situering uit het oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is;
  • c. er dient voor het overige te worden voldaan aan het bepaalde in artikel 5.2.
5.4.2 Afwijken situering plattelandsappartementen

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.2 onder b, voor de bouw van plattelandsappartementen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', onder de volgende voorwaarden:

  • a. er dient te worden aangetoond dat de gewenste situering uit het oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is;
  • b. het maximum aantal plattelandsappartementen als bedoeld in artikel 5.1 onder c mag niet worden overschreden;
  • c. er dient voor het overige te worden voldaan aan het bepaalde in artikel 5.2.
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken en/of laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken:

  • a. als opslag-, stort- en of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  • b. voor het beproeven van en/of racen met voertuigen, al dan niet in wedstrijdverband;
  • c. voor zelfstandige bewoning van andere gebouwen dan de bedrijfswoning;
  • d. voor detailhandelsdoeleinden, anders dan bedoeld in 5.1.1;
  • e. voor reclamedoeleinden, behoudens reclame ten behoeve van de eigen inrichting;
  • f. voor horeca-activiteiten, anders dan bedoeld onder 5.1.1;
  • g. als paardenbak en/of stapmolen op minder dan 50 meter van woningen van derden en lichtmasten op minder dan 50 meter van woningen van derden.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing

5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing.

5.8 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing.