Plan: | Buitengebied 2011, 2e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0988.BPBuitengeb2011H02-VA01 |
Het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011, 2e herziening' met identificatienummer NL.IMRO.0988.BPBuitengeb2011H02-VA01 van de gemeente Weert.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Het hebben van een bedrijfsmatige tak van varkens, kippen, vleeskuikens, vleeskalveren, stieren voor roodvleesproductie, geiten, eenden, konijnen, kalkoenen, of parelhoenders, met uitzondering van kleinschalige veehouderij, met dien verstande dat voor zowel intensieve veehouderij als kleinschalige veehouderij de minimale afstand vanaf de grens van een uitloop 25 meter dient te bedragen tot een gevoelig object buiten de bebouwde kom en 50 meter tot een gevoelig object binnen de bebouwde kom.
het houden van:
- varkens met ten hoogste 15 stuks;
- kippen met ten hoogste 350 stuks;
- vleeskalveren en stieren voor roodvleesproductie met in totaal ten hoogste 10 stuks en
- vleeskuikens, geiten, eenden, konijnen, kalkoenen of parelhoenders met in totaal ten hoogste 25 stuks;
op een locatie buiten de Goudgroene natuurzone en buiten een extensiveringsgebied intensieve veehouderij.
De verbeelding behorend bij dit plan met identificatienummer NL.IMRO.0988.BPBuitengeb2011H02-ON01.
Het wonen in een woning.
Voor dit plan geldt dat het bepaalde in het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011' met identificatienummer NL.IMRO.0988.BPBuitengebied-VA01, zoals is vastgesteld door de gemeenteraad van Weert op 26 juni 2013, en bij besluit van 27 mei 2015 is herzien middels het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011, 1e herziening' met identificatienummer IMRO.0988.BPBuitengeb2011H1-VA01 onverkort van toepassing is, met dien verstande dat de hiernavolgende artikelen als volgt worden gewijzigd:
Aan artikel 4.1.1 wordt lid xx toegevoegd.
4.1.1 Algemeen
De voor 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
xx. een geitenhouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - geitenhouderij'.
Artikel 4.6.5 wordt als volgt gewijzigd:
4.6.5 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van het toestaan van
nevenactiviteiten
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 4.5.1 ten behoeve van:
a. het gebruik als bed and breakfast, plattelandsappartementen en/of plattelandskamers en/of trekkershutten gelegen binnen de bestaande bebouwing(smogelijkheden) met een totale oppervlakte van niet meer dan 300 m², inclusief een kleinschalige horecavoorziening. In totaal zijn per agrarisch bedrijf niet meer dan 10 slaapplaatsen in de vorm van plattelandsappartementen en/of plattelandskamers en/of trekkershutten toegestaan en maximaal 4 slaapplaatsen in de vorm van bed and breakfast;
met dien verstande dat:
1. er een woning aangeduid is middels de aanduiding ‘bedrijfswoning’.
2. er binnen de bestemmingen ‘Agrarisch – Agrarisch bedrijf’, ‘Bedrijf’ en ‘Wonen’
tesamen maximaal 180 slaapplaatsen ten behoeve van dit gebruik zijn
toegestaan.
b. een groepsaccomodatie voor een groep van maximaal 30 personen;
c. kleinschalige dagrecreatie en daghoreca ten dienste van de extensieve recreatie in het buitengebied c.q. ondersteunend aan wandel- en fietsroutes;
d. expositie-, educatie- en culturele doeleinden alsmede doeleinden voor natuur- en
landschapsbeheer;
e. een zorgboerderij, zoals dagopvang van gehandicapten en kinderopvang, gerelateerd aan de agrarische bedrijfsvoering;
f. in totaal zijn per agrarisch bedrijf nevenactiviteiten, zoals bedoeld onder c, d en e
toegestaan binnen bestaande bebouwing tot een maximale vloeroppervlakte van 350
m², dit is inclusief de verkoopvloeroppervlakte van detailhandel, indien aanwezig.
Artikel 7.6.2 wordt als volgt gewijzigd:
7.6.2 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van het toestaan van
verblijfsrecreatieve voorzieningen
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 7.5.1 sub j. ten behoeve van:
a. het gebruik als bed and breakfast, plattelandsappartementen en/of plattelandskamers en/of trekkershutten gelegen binnen de bestaande bebouwing(smogelijkheden) met een totale oppervlakte van niet meer dan 300 m², inclusief een kleinschalige
daghorecavoorziening, mits er sprake is van een bedrijf van milieucategorie 1 of 2. In
totaal zijn per bedrijf niet meer dan 10 slaapplaatsen in de vorm van
plattelandsappartementen en/of plattelandskamers en/of trekkershutten toegestaan
en maximaal 4 slaapplaatsen in de vorm van bed and breakfast;
met dien verstande dat:
1. er een woning aangeduid is middels de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
2. er binnen de bestemmingen ‘Bedrijf’, ‘Agrarisch – Agrarisch Bedrijf’ en ‘Wonen’
tesamen maximaal 180 slaapplaatsen ten behoeve van dit gebruik zijn toegestaan.
Artikel 27.6.1 wordt als volgt gewijzigd:
27.6.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van het toestaan van
verblijfsrecreatieve voorzieningen
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 27.5.1 sub b. ten behoeve van het gebruik als bed and breakfast,
plattelandsappartementen en/of plattelandskamers en/of trekkershutten gelegen binnen de bestaande bebouwing(smogelijkheden) met een totale oppervlakte van niet meer dan 300 m². In totaal zijn per woning niet meer dan 10 slaapplaatsen in de vorm van plattelandsappartementen en/of plattelandskamers en/of trekkershutten toegestaan en maximaal 4 slaapplaatsen in de vorm van bed and breakfast, met dien verstande dat er binnen dit bestemmingsplan maximaal 180 slaapplaatsen ten behoeve van dit gebruik zijn toegestaan.
Tevens is het bepaalde in het bestemmingsplan 'Wijffelterbroekdijk 39' onverkort van toepassing, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 23 februari 2016 met identificatienummer IMRO.0988.BPBuitengeb2011H2-VA01.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan
aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een
omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze
afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of
veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt
gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
b. Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde onder a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%.
c. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
Artikel 4.1.1 onder a teneinde geheel vernieuwen/veranderen van bijgebouwen
bij bestaande burgerwoningen toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden
wordt voldaan:
a. voorzover vrijstaande voormalige bedrijfsgebouwen die niet ten dienste staan van de burgerwoningen worden gesloopt en die de rechtstreeks op grond van dit plan totale toegestane oppervlakte aan bijgebouwen van 150 m² overschrijden, mag 25 % van de oppervlakte van deze gebouwen worden teruggebouwd ten dienste van de woning tot een maximum van 100 m²;
b. de bij de burgerwoning nieuw te bouwen bijgebouwen dienen voorts te voldoen aan het bepaalde in artikel 27.2.3 van het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011'.
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van
inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden
voortgezet.
b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a. te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
c. Indien het gebruik, bedoeld onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011, 2e herziening'.