Plan: | De Zomp ong Oostrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0984.PRB10001-va01 |
4.1 Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL)
Op 22 september 2006 hebben Provinciale Staten van Limburg het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL2006) vastgesteld als vervanger van het POL uit 2001. POL2006 is zowel streekplan, waterhuishoudingplan, milieubeleidplan als verkeer- en vervoerplan en bevat ook de meer fysieke (ruimtelijke) onderdelen van het economisch en welzijnsbeleid. Volgens de POL-kaart is het bedrijf gelegen in een gebied waarop perspectief 4: Vitaal landelijk gebied van toepassing is.
P4 Vitaal landelijk gebied
Het perspectief Vitaal landelijk gebied omvat overwegend landbouwgebieden met een van gebied tot gebied verschillende aard en dichtheid aan landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten. Het gaat om gebieden buiten de beekdalen, steile hellingen en de ecologische structuur van Limburg. Soms gaat het om oude bouwlanden, waarbij een gaaf cultuurhistorisch kavel-, wegen- en bebouwingspatroon samengaat met monumentale bebouwing en landschappelijke openheid. Andere kwaliteiten die hier kunnen voorkomen zijn stiltegebieden, grondwaterbeschermingsgebieden, hydrologische bufferzones rondom natte natuurgebieden of leefgebied voor ganzen en weidevogels. Binnen Noord en Midden Limburg valt het perspectief vrijwel overal samen met verwevingsgebied intensieve veehouderij. Met respect voor de aanwezige kwaliteiten wordt de inrichting en ontwikkeling van de gebieden in belangrijke mate bepaald door de landbouw. Daarnaast wordt in deze gebieden extra belang gehecht aan verbreding van de plattelandseconomie. Bijvoorbeeld door het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor de toeristische sector, voor verbrede landbouw en voor kleinschalige dienstverlenende bedrijven (o.m. in vrijkomende agrarische gebouwen), zonder dat dit tot problemen leidt voor de aanwezige landbouwstructuur.
De bestaande landbouwbedrijvigheid in al zijn vormen kan zich hier verder ontwikkelen, al zijn er wel beperkingen voor de niet-grondgebonden landbouw. Zo is doorontwikkeling tot (zeer) grote bedrijfslocaties voor de intensieve veehouderij of glastuinbouw voornamelijk in de regio Peelland mogelijk. Voor nieuwe bouwkavels voor intensieve veehouderij of glastuinbouw moet worden gezocht binnen de P5 gebieden: de Landbouwontwikkelingsgebieden intensieve veehouderij, concentratiegebieden glastuinbouw en projectvestiging glastuinbouw.
Via de systematiek van BOM+, Rood voor Groen en het contourenbeleid in combinatie met VORm kan de doorontwikkeling van functies gepaard gaan met respect voor cultuurhistorie en landschappelijke kwaliteit én versterking van de omgevingskwaliteiten. Ook andere nieuwe economische dragers dragen bij aan behoud en versterking van de natuur- en landschapskwaliteit en het sociale klimaat.
Onderstaande figuur betreft een uitsnede van de POL-kaart:
Onderhavig initiatief past binnen de doelstellingen zoals opgenomen in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg. Tegenprestaties in de P4-gebieden zijn ten alle tijden verplicht bij nieuwvestiging van (grondgebonden) bedrijven en bij uitbreidingen waarbij de bovenmaat (1,5 ha) van de bouwkavels wordt overschreden. De tegenprestaties zijn in deze onderbouwing opgenomen waardoor onderhavig initiatief doorgang kan vinden.
4.2 Handreiking Ruimtelijke ontwikkeling
In juli 2004 is door Gedeputeerde Staten van Limburg de Handreiking ruimtelijke ontwikkeling vastgesteld als opvolger van de tot dan toe gehanteerde Handleiding bestemmingsplannen. Deze handreiking is in oktober 2005 en op 19 december2006 herzien. Het uitgangspunt van het provinciaal beleidskader, zoals opgenomen in de handreiking, is het (zo mogelijk) bieden van ontwikkelingsruimte voor volwaardige agrarische bedrijven, rekening houdend met de omgevingskwaliteiten, mits de gebiedskwaliteit als geheel erop vooruit gaat.
Ontwikkelingen die bijdragen aan de provinciale doelen worden actief ondersteund. Het POL dient als kader om op deze doelen en kwaliteit te sturen. Gemeenten krijgen in deze werkwijze meer verantwoordelijkheid en ruimte voor eigen afwegingen. De Handreiking Ruimtelijke Ontwikkeling Limburg beoogt een hulpmiddel te zijn bij het toepassen van de nieuwe aanpak, gericht op kwaliteit.
Deel I van de Handreiking heeft een formele status en moet worden beschouwd als een door G.S. vastgestelde beleidsregel. Dit deel bevat procedurele en inhoudelijke aspecten voor de toetsing van bestemmingsplannen. Deel II is een informatief deel, waarin nadere toelichting wordt gegeven op vigerend beleid of vigerende wetgeving, en waarin ingegaan wordt op actuele ontwikkelingen. In deel II staan de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw beschreven. Voor intensieve landbouw in Noord- en Midden Limburg worden daarbij de navolgende richtinggevende ontwikkelingsmogelijkheden weergegeven
Het POL, het reconstructieplan Noord- en Midden Limburg en de POL-uitwerking BOM+ zijn richtinggevend voor de ontwikkelingsmogelijkheden voor de land- en tuinbouw. Deze beleidsplannen worden hierna verder beschreven.
In de Handreiking ruimtelijke ontwikkeling zijn de ruimtelijke ontwikkelings-mogelijkheden van de landbouw beschreven. Met betrekking tot het realiseren van een bouwkavel aan de Zomp ten behoeve van grondgebonden landbouw wordt geconcludeerd dat in P4 (Vitaal landelijk gebied) – gebieden middels BOM+ nieuwvestiging mogelijk is tot een maximale grootte (referentiemaat) van de bouwkavel van 1.5 hectare.
Bij de realisatie van onderhavig project wordt invulling gegeven aan BOM+ waardoor ruimte wordt geboden voor agrarische ontwikkeling én tegelijkertijd winst behaald wordt met betrekking tot de omgevingskwaliteit. Bovendien worden extra tegenprestatie geleverd ten behoeve van het verkrijgen van een bouwkavel met een grootte van 4 ha waardoor het project voldoet aan de in de Handreiking benoemde voorwaarde.
4.3 Reconstructieplan Noord – en Midden Limburg
In het kader van het Reconstructieplan heeft het betreffende perceel de aanduiding ‘Verwevingsgebied, met bovengrens kavel’. De term verweving staat voor ‘ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied gericht op verwerving van landbouw, wonen en natuur, waar hervesting of uitbreiding van de intensieve veehouderij mogelijk is mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzet’.
Vermenging van functies is in deze gebieden belangrijk waardoor nieuwvestiging gecompenseerd dient te worden door een tegenprestatie in het kader van BOM+ (Bouwen op Maat) wanneer de overschrijding van de een bovenmaat van 1,5 ha plaatsvindt.
4.4 Bouwkavel Op Maat Plus (BOM+)
Vanaf 1 september 2003 is de regeling “Bouwkavel Op Maat Plus” (BOM+) van kracht, waarbij in POL 2006 deze systematiek opnieuw is benoemd. Het BOM+ heeft als doel om bedrijfsontwikkeling mogelijk te maken voor de ondernemer en tegelijkertijd tot een verbetering van de omgevingskwaliteit te komen. BOM+ is een uitwerking van het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL). Het POL geeft de kaders aan voor het toekennen van nieuwe bouwkavels en het uitbreiden van bestaande bouwkavels via BOM+. Daar waar het POL afwegingsruimte biedt geldt BOM+. Er zal een afweging plaatsvinden tussen de ondernemersbelangen en de omgevingskwaliteit, zoals natuur, landschap, milieu, water, etc. De tegenprestatie is afhankelijk van de kwetsbaarheid van de omgeving en de mate van aantasting van die omgeving als gevolg van de bedrijfsontwikkeling. De ondernemer kan kiezen uit drie pakketten:
Hieraan moet elke aanvraag voldoen en bestaat uit de inpassing van de nieuwe bebouwing op basis van een inpassingsplan en uit voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek.
Ingeval een tegenprestatie gevraagd wordt kan een keuze gemaakt worden uit onderdelen van het Basispakketplus, die gericht zijn op de bouwkavel zelf. De tegenprestatie dient in redelijke verhouding te staan tot de aard en omvang van de agrarische ontwikkeling.
In dit pakket draagt de ondernemer zelf maatregelen aan, gericht op gronden buiten de bouwkavel. De keuze hiervoor is vrijwillig.
In de onderhavige situatie is sprake van een nieuwvestiging van een melkveebedrijf in agrarisch gebied. Bij de uitwerking van de BOM+ wordt in ieder geval voldaan aan het verplichte basispakket. Tevens wordt gebruik gemaakt van het basispakket plus en worden extra tegenprestaties (bijlage 1).
Basispakket
De geplande nieuwbouw wordt landschappelijk ingepast. Hierbij wordt gebruik gemaakt van bestaande structuren welke versterkt en uitgebreid worden (Berken langs de Spralandweg en singels aan oost- en zuidkant). Het erf aan de westkant ter hoogte van de stallen wordt in het landschap ingebed. Hierbij wordt gekozen voor goed op te kronen bomen. Deze geleden het dakvlak van de stallen. Naast de inpassing wordt het hemelwater afkomstig van daken en verharding opgevangen in geïnfiltreerd in infiltratievoorzieningen. In onderstaande figuren is de inpassing weergegeven voor zowel Fase 1 als Fase 2. De verdere beschrijving is opgenomen in het inpassingsplan.
Extra tegenprestaties
Consolidatie bedrijf Maasheseweg:
Ten behoeve van de realisatie van het melkveebedrijf worden tegenprestaties geleverd. Deel van de tegenprestatie is dat het bedrijf aan de Maasheseweg 7 te Geijsteren wordt geconsolideerd. Door nieuwvestiging wordt het huidige bedrijf dan ook in de huidige staat gehandhaafd. Het bedrijf is onderdeel van Landgoed Geijsteren en zal dan ook zijn karakteristieke functie blijven vervullen.
Voor de gemeente is het van belang dat de huidige locatie behouden blijft in de huidige staat. Derhalve is borging op zijn plaats. Deze borging vindt enerzijds plaats door middel van het bestemmingsplan wat uitbreiding van het bedrijf tegenhoudt en anderzijds door de ligging van het bedrijf in het ‘overig rivierbed’ van de Maas. Ruimtelijk gezien is de ontwikkeling van het bedrijf op de huidige locatie niet wenselijk. Zowel vanuit planologisch oogpunt als uit landschappelijk oogpunt. Het bedrijf is gelegen in het ‘overig Riviergebied’ zoals aangeduid op de kaartbladen behorende bij het Besluit Rijksrivieren 2008. Binnen deze gebieden is uitbreiding van bebouwing niet mogelijk mits compensatiemaatregelen worden getroffen. Gezien de omvang van het gewenste bedrijf is niet te voldoen aan deze compensatiemaatregelen. Ten slotte is deze locatie geen eigendom van Mts Weijers en is sprake van een pachtboerderij waardoor de uitbreiding ter plekke niet gerealiseerd zal worden.
Natuurontwikkeling
Een extra tegenprestatie welke geleverd wordt betreft de ontwikkeling van natuurlijke graslanden. Deze gronden zijn gelegen ten westen van de Campagnebeek. De percelen zijn momenteel landbouwkundig in gebruik. Door verschraling toe te passen op de percelen zullen in de loop van tijd natuurlijke graslanden ontstaan. Bijna 2 hectare grasland zal omgezet worden naar natuur. De percelen zullen onderdeel uit maken van een groter areaal aan natuur wat in de komende jaren gerealiseerd zal worden in het kader van de realisatie Ecologische Hoofdstructuur.