direct naar inhoud van Hoofdstuk 3 Gemeentelijk beleid
Plan: De Zomp ong Oostrum
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0984.PRB10001-va01

Hoofdstuk 3 Gemeentelijk beleid

3.1 Bestemmingsplan Buitengebied 1981

De locatie is in het vigerende Bestemmingsplan buitengebied opgenomen als “Agrarisch gebied met landschappelijke openheid AG-LO. Deze gronden zijn uitsluitend bestemd voor bouwwerken gebouwd ten behoeve van een agrarisch bedrijf alsmede voor het behoud van de aldaar voorkomende waarde van landschappelijke openheid. De nieuwvestiging van de melkveehouderij past niet binnen deze bestemming. De bebouwing levert geen bijdrage aan het behoud van de landschappelijke openheid. Tevens wordt de maximale lengte van agrarische bedrijfsgebouwen, zijnde 50 meter, overschreden. Daarmee is het plan strijdig met het vigerende bestemmingsplan.

De gemeente Venray is momenteel bezig is met het ontwikkelen van een nieuw bestemmingsplan buitengebied. Derhalve is per 10 april 2009 een voorbereidingsbesluit genomen voor het gehele buitengebied. Het voorbereidingsbesluit wat gedurende een jaar van kracht is beoogd ongewenste ontwikkelingen tegen te houden.

In verband met dit voorbereidingsbesluit zal bij de beoordeling van dit initiatief ook bekeken worden of het initiatief past binnen het ontwerp bestemmingsplan buitengebied 2009.

afbeelding "i_NL.IMRO.0984.PRB10001-va01_0003.png"

3.2 Ontwerp Bestemmingsplan buitengebied 2009

De locatie is in het ontwerp Bestemmingsplan opgenomen als “Agrarisch”. Binnen deze bestemming zijn de gronden o.a. bestemd voor agrarische bedrijfsvoering. Op dit moment is nog geen aanduiding ‘agrarisch bedrijf (ab) aanwezig, welke nodig is voor de uitvoering van een agrarisch bedrijf, niet zijnde een intensieve veehouderij of een glastuinbouwbedrijf. Omdat geen bouwvlak aanwezig is, is het initiatief momenteel strijdig met het ontwerp Bestemmingsplan buitengebied 2009.

Binnen de bestemming “agrarisch” is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en nieuwvestiging van agrarische bedrijven, met uitzondering van intensieve veehouderijen en glastuinbouwbedrijven, toestaan, onder de voorwaarden dat:

  • a. de oppervlakte van de nieuwe bouwkavel maximaal 1,5 ha bedraagt, met dien verstande dat afwijking van deze maat mogelijk is indien voldaan is aan het bepaalde in artikel 38.4 (basispakket en – plus) van de planregels;
  • b. de cultuurhistorische, visueel-landschappelijke abiotische en/of archeologische waarden behouden dienen te blijven en zo mogelijk worden versterkt;
  • c. de maximale afstand van de aan de wegzijde gelegen grens van het bestemmingsvlak tot de bestemming ‘Verkeer – Wegverkeer’ 200 m bedraagt;
  • d. het een reëel agrarisch bedrijf betreft;
  • e. aangetoond wordt dat niet in strijd wordt gehandeld met de doeleinden zoals die geformuleerd zijn voor de opgenomen gebiedsaanduidingen “Milieuzone – waterwingebied” en “Milieuzone – grondwaterbeschermingsgebied”;
  • f. aangetoond wordt dat indien vestiging plaatsvindt op gronden met de aanduiding “voormalige stortplaats”, (sa-vs), (saw-vs), (sn-vs) en (sw-vs), de mogelijkheid tot sanering van de vestiging niet onmogelijk wordt;

afbeelding "i_NL.IMRO.0984.PRB10001-va01_0004.png"

De realisatie van een nieuw melkveebedrijf op onderhavige locatie past niet binnen het ontwerp bestemmingsplan. Echter door toepassing van de wijzigingsbevoegdheid kan het project mogelijk gemaakt worden. Hieronder volgt een toelichting op de bovenstaande voorwaarden:

  • a. De oppervlakte van de nieuwe bouwkavel bedraagt meer dan 1,5 ha. Door toepassing van artikel 38.4 wordt de ontwikkeling toch mogelijk (zie hieronder BOM+ en Hoofdstuk 7).
  • b. Bij de toepassing van BOM+ zijn de cultuurhistorische, visueel-landschappelijke abiotische waarden beschreven. (zie hieronder + Hoofdstuk 7). De archeologische waarden zijn onderzocht en vormen geen belemmering voor de gewenste ontwikkeling.
  • c. De maximale afstand van de aan de wegzijde gelegen grens van het bestemmingsvlak tot de bestemming ‘Verkeer – Wegverkeer’ bedraagt minder dan 200 meter ten opzichte van zowel ‘de Zomp’ als de ‘Spralandweg’
  • d. Conform de NGE-rekenmodule heeft het toekomstig bedrijf met 300 melkkoeien een omvang van 361 NGE (zie onderstaande berekening). Conform de toelichting op het ontwerp bestemmingsplan buitengebied worden bedrijven met een omvang van minimaal 70 BGE beschouwd als volwaardig bedrijf met voldoende toekomstperspectief (reëel agrarisch bedrijf). Aan dit minimum voldoet onderhavig initiatief ruimschoots.

afbeelding "i_NL.IMRO.0984.PRB10001-va01_0005.png"

  • e. De milieuzoneringen ‘waterwingebied’ en ‘grondwaterbeschermingsgebied’ zijn niet van toepassing op onderhavige locatie.
  • f. De functieaanduiding ‘voormalige stortplaats’ (sa-vs), (saw-vs), (sn-vs) en (sw-vs) is niet van toepassing op onderhavige locatie.

Gezien de toelichting op de voorwaarde kunnen Burgemeester en wethouders het plan wijzigen en nieuwvestiging van de melkveehouderij toestaan.

Het plan is strijdig met het vigerende Bestemmingsplan buitengebied 1981. Het plan kan in het in ontwerpbestemmingsplan buitengebied middels de wijzigingsbevoegdheid gerealiseerd worden nadat het nieuwe Bestemmingsplan buitengebied wordt vastgesteld. Derhalve kan onderhavig initiatief enkel middels een projectbesluitprocedure gerealiseerd worden.