Plan: | Sparrendreef (ong.), Oostrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0984.BP21013-va01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Sparrendreef (ong.), Oostrum met identificatienummer NL.IMRO.0984.BP21013-va01 van de gemeente Venray
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
een grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk en waarvan de omvang van de activiteiten en uitstraling daarvan zodanig is, dat de activiteiten in een woning en de bijbehorende bouwwerken in overwegende mate met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend.
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, maatschappelijk, (para)medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en bijbehorende bouwwerken, in overwegende mate met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend.
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot de aanwezigheid van natuurlijke grondwaterstromen en een voor het gebied typerende bodemopbouw.
de aan een gebied toegekende waarden die worden bepaald door de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel c.q. bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw waarbij het behoort, dat niet toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt en functioneel dienstbaar is aan dat hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwvlak, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
grond, afgedekt met plastic en/of beton, eventueel in combinatie met andere materialen, ten behoeve van de teelt van gewassen. De gewassen worden op deze afdeklaag los van de ondergrond geteeld in potten.
de waarden aan een gebied of opstal toegekende waarde met betrekking tot de kenmerken van het gebruik dat de mens in de loop der geschiedenis van grond en gebouwen heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het wegen- en slotenpatroon, de verkavelingstructuur of de architectuur; onder cultuurhistorische waarden worden mede verstaan de archeologische waarden.
extensieve vormen van dagrecreatie die in de open lucht plaatsvinden in gebieden waar de hoofdfunctie een andere is; hieronder worden in ieder geval verstaan: wandelen, fietsen, paardrijden, hobbyweides of kanoën.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
kleinschalige nutsvoorzieningen zoals transformatorhuisjes en schakelkastjes, ondergrondse lokale leidingen, tele- en datacommunicatieleidingen, riolering, telefooncellen en wachthuisjes en straatvoorzieningen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken en worden aangewezen in artikel 2.4. van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Stb. 1993, 50).
voorzieningen voor het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en etenswaren voor
gebruik ter plaatse alsmede het bedrijfsmatig verstrekken van logies.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
tenten, tentwagens, kampeerauto's, caravans of stacaravans dan wel ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuigen of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
bezoekersintensieve stedelijke voorzieningen op het vlak van indoor sport en spel, waarvoor vanwege de omvang en/of de verkeersaantrekkende werking en/of geluidsoverlast elders geen geschikte plek is. Voorbeelden zijn fitnesscentra, sportscholen, indoor speeltuinen/hallen, kartbanen, lasergame en wellness complexen zoals sauna’s. Horeca kan hier ondergeschikt deel van uitmaken.
zorg die mensen vrijwillig en onbetaald verlenen aan mensen met fysieke, verstandelijke of psychische beperkingen in hun familie, huishouden of sociale netwerk; het gaat om zorg die meer is dan in een persoonlijke relatie gebruikelijk is.
een indicatie dat sprake is van een zorgbehoefte en een daarvan afgeleide noodzaak tot huisvesting ten behoeve van mantelzorg, die dient te worden vastgesteld door het gemeentelijke Wmo loket.
overkoepelend begrip voor milieuaspecten zoals geluid, bodem, geurhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid, flora en fauna et cetera aan welke bijbehorende wettelijke kaders getoetst dient te worden, zodat omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd en een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse is geborgd.
een lijn die een bouwperceel van een ander bouwperceel, ander terrein of van de openbare weg scheidt.
voor gebouwen, waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een voor het publiek toegankelijk gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin handelingen, vertoningen en/of voorstellingen van erotische en/of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt mede begrepen een seks-winkel, zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop en/of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verhuren en/of leveren van seksartikelen. Een prostitutiebedrijf is hieronder mede begrepen. Seks- en/of pornobedrijf is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. doeleinden c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.
het zich op de openbare weg resp. in openbare ruimten of in een zich op de openbare weg resp. in openbare ruimten bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen (met een ander) tegen vergoeding. Straatprostitutie is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. doeleinden c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.
de denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van het hoofdgebouw wordt getrokken tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen.
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemd(e) weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
Wet maatschappelijke ondersteuning; regelt een samenhangend aanbod van zorg- en welzijnsvoorzieningen die gemeenten verstrekken aan mensen die zorg nodig hebben, bijvoorbeeld huishoudelijke verzorging, woningaanpassingen of vervoer naar dagactiviteiten; gericht op het bevorderen van maatschappelijke participatie en civil society.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
behoefte aan zorg; in het kader van beleid gebruikt voor de veronderstelde wens en noodzaak van zorg.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand tussen de (zijdelingse) grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de zijdelingse perceelsscheidingen van het bouwperceel in de naar de zijde van de weg gekeerde perceelsgrens.
vanaf het peil tot de bovenkant van de goot c.q de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidsmuren). De in deze regels gegeven regels omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op goot- en kroonlijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en soortgelijke bouwdelen.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder waterhuishoudkundige en parkeervoorzieningen, paden en verhardingen, in- en uitritten en tuinen en erven, met dien verstande dat:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan aan deze bestemming, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende eisen:
Hoofdgebouw | ||
Toelaatbaarheid | 1 woning per bouwperceel | |
Situering | - - - |
voorgevelrooilijn minimaal 10,00 m uit de bestemming 'Verkeer'; minimaal 5,00 m uit de grens met de bestemming 'Groen'; minimaal 5,00 m uit de zijdelingse perceelsgrens. |
Inhoud | maximaal 1.000 m³ | |
Goothoogte | maximaal 4,5 m | |
Bouwhoogte | maximaal 10 m en afgedekt met een kap | |
Kaphelling | minimaal 30 en maximaal 60 graden |
Bijgebouwen | ||
Situering | - - - |
minimaal 3,00 m achter de voorgevelrooilijn; in of minimaal 3,00 m uit de grens met de bestemming 'Groen'; in of minimaal 3,00 m uit de zijdelingse perceelgrens. |
Oppervlak gezamenlijk | maximaal 70 m² | |
Goothoogte | maximaal 3 m | |
Bouwhoogte | maximaal 4,5 m |
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende eisen:
Bouwwerken geen gebouwen zijnde | |
hoogte erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn | maximaal: 1,00 m. |
hoogte overige erfafscheidingen | maximaal: 2,00 m. |
hoogte voorzieningen voor de openbare verlichting | maximaal: 8,00 m. |
hoogte overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | maximaal: 3,00 m. |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Onder gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en opstallen voor:
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt niet gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor het in combinatie met het wonen uitoefenen van een aan huis gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een nieuw gebouw, de uitbreiding van een bestaand gebouw of de verbouw van een bestaand gebouw, wordt uitsluitend verleend indien voor de aanwezige functie op eigen terrein wordt voorzien in infiltratie van hemelwater.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.1 voor zover op andere wijze in de nodige infiltratievoorziening wordt voorzien.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een nieuw gebouw, de uitbreiding van een bestaand gebouw of de verbouw van een bestaand gebouw, wordt uitsluitend verleend indien op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd. Voldoende parkeergelegenheid betekent dat wordt voldaan aan de normen die zijn neergelegd in ''Bijlage 3 Parkeernormen Venray” die als bijlage bij de “Beleidsnota parkeernormen, Gemeente Venray” hoort. Indien deze nota niet toereikend is wordt getoetst aan de CROW publicatie 317 'kencijfers parkeren en verkeersgeneratie'. Indien de beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsverlening verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.3.1 indien het voldoen aan die regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken of laten gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Het bevoegd gezag kan uitsluitend een omgevingsvergunning verlenen indien
geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen, om overeenkomstig artikel 3.6 sub a van de Wet ruimtelijke ordening de op de verbeelding ingetekende bestemmingsgrenzen met maximaal 5 meter te verschuiven, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Indien het bevoegd gezag een omgevingsvergunning als bedoeld in deze regels wil verlenen is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Indien Burgemeester en Wethouders gebruik maken van de wijzigingsbevoegdheid dienen de regels in artikel 3.6 lid 5 Wro in acht te worden genomen.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Sparrendreef (ong.), Oostrum'