Plan: | Blitterswijck |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0984.BP13007-vo02 |
het bestemmingsplan 'Blitterswijck' met identificatienummer NL.IMRO.0984.BP13007-vo02 van de gemeente Venray.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van minimaal drie woningen waarvan de hoofdmassa aan elkaar gebouwd/verbonden is.
activiteit als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid Wabo.
een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
het (bedrijfsmatig) telen van gewassen en/of het houden van dieren.
installatie bestaande uit een antenne, een antenne-drager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden
de aan een bouwwerk toegekende waarde in verband met de vormgeving, het materiaalgebruik en/of detaillering.
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, welk gebouw of welk gedeelte is bestemd en/of wordt gebruikt om het publiek gelegenheid te geven om spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogst mag worden bebouwd.
recreatief nachtverblijf in de vorm van logies met ontbijt.
het hoofdzakelijk door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel. Behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan-huisverbonden beroepen niet daaronder begrepen.
een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
de totale oppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten.
een woning in of bij een gebouw, te bewonen door (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw in overeenstemming met de bestemming.
de natuurlijke oppervlakte van het terrein, zonder enige kunstmatige verhoging c.q. verlaging, alsmede dat gedeelte van een gebouw dat met die oppervlakte gelijk is. Is er sprake van hoogteverschillen in het terrein, dan geldt: de hoogte van het hoogst gelegen aangrenzend maaiveld.
een dienstverlenend beroep dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse, niet zijnde detailhandel. Behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten.
besluit van 25 maart 2010, houdende regels ter uitvoering van de Wabo.
ten tijde van de inwerkingtreding van het plan aanwezig.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 Wabo.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
een aangebouwd of vrijstaand gebouw of ander bouwwerk met een dak die door de vorm onderscheiden kan worden van de op hetzelfde perceel gelegen hoofdmassa van het hoofdgebouw (woning), die in architectonisch opzicht ondergeschikt zijn en functioneel dienstbaar aan dit hoofdgebouw. Een bijgebouw is een bouwwerk als bedoeld in de Wabo.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een overkapping van lichte constructie, bestemd om te dienen als overdekte stalling voor een motorrijtuig, welke geen tot de constructie behorende wanden heeft.
een horecabedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of gebruik elders.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat in de loop van de geschiedenis is ontstaan door het gebruik dat de mens van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in reliëf, verkaveling, slotenpatroon of architectuur.
extensieve vormen van dagrecreatie die in de open lucht plaatsvinden in gebieden waar de hoofdfunctie een andere is; hieronder worden in ieder geval verstaan: wandelen, fietsen, paardrijden of kanoën.
Tijdelijk medegebruik van grasland, akkerbouwgrond of onbebouwde agrarische grond voor kleinschalige dagrecreatie die in de open lucht plaatsvindt, waaronder kleinschalige recreatieve luchtvaart ten behoeve van luchtballonvaren en ultralights;
het bedrijfsmatig te koop, te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, ter leasing, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen aan diegenen die, die goederen kopen resp. huren, voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het verrichten van diensten in een vorm die voor wat betreft ruimtelijke uitstraling vergelijkbaar is met detailhandel en waarbij een rechtstreekse relatie bestaat met het publiek zoals reisbureaus, bankinstellingen, postkantoren, verzekerings- en/of administratiekantoren, makelaarskantoren, advocaten- en/of notariskantoren, uitzendbureaus, apotheken, praktijkvestigingen voor tandtechniek, kapsalons, schoonheidssalons, nagelstudio's, schoenmakerijen, kleermakerijen en video-/dvd-verhuurbedrijven, fotostudio's en hondentrimsalons.
een woning die ligt aan het begin of eind van een rij aaneengebouwde woningen.
een gedeelte van het perceel, dat direct gelegen is bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, waarbij geldt:
een activiteit in de openlucht, dan wel in al dan niet tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een publiek voor informerende, educatieve, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden en doeleinden van vermaak. Onder toegestane evenementen wordt verstaan: kermissen, herdenkingsplechtigheden, feesten, muziekvoorstellingen, wedstrijden op of aan de weg, braderieën of markten, optochten en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen evenementen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een inrichting, zoals genoemd in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone als bedoeld in die wet moet worden vastgesteld.
een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat
buitenmuur van een gebouw, waarbij geldt:
de als zodanig op de verbeelding aangegeven lijn, waarnaar de voorgevel van een woning moet zijn georiënteerd.
een gebouw, dat een vrijstaande woning of meerdere aaneengebouwde, uitsluitend naast elkaar en niet boven elkaar gelegen, woningen omvat, en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd.
een perceel dat met minimaal twee aaneengesloten zijden grenst aan een weg of twee kruisende wegen.
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, zoals opgenomen in de Staat van Horeca activiteiten.
horecabedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:
1a. Aan de detailhandel verwante horeca, zoals:
1b. Overige lichte horeca, zoals:
1c. Horecabedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking, zoals:
een drink- en eetgelegenheid die zich bevindt bij bedrijven, scholen, sportvoorzieningen of andere instanties en die ondergeschikt is aan en uitsluitend ten dienste staat van de hoofdfunctie.
recreatie van beperkte omvang waarbij overnachting plaatsvindt, waaronder wordt begrepen:
kleinschalig (tot 25 kampeerplaatsen) kampeerterrein (tussen 15 maart tot en met 31 oktober), waarbij uitsluitend zijn toegestaan kampeermiddelen en eenvoudige ondersteunende voorzieningen zoals watertappunten, sanitairgelegenheid, informatieborden en zitbanken. Stacaravans zijn niet toegestaan.
object van artistieke kunstuiting.
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft.
het verlenen van diensten door organisaties op het gebied van openbaar bestuur respectievelijk het verlenen van diensten door religieuze en andere levensbeschouwelijke organisaties, gezondheids- en veterinaire diensten, sociaal-culturele en culturele instellingen alsmede sociale organisaties en onderwijs.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge een maatvoeringssymbool in het betreffende vlak bepaalde afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken en/of aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn toegelaten.
een agrarisch verwant bedrijf dat derden de mogelijkheid biedt om op het manegeterrein of in de omgeving ervan te rijden en/of te trainen (dressuur) met manegepaarden, die gestald worden op het manegeterrein.
zorg die mensen vrijwillig en onbetaald verlenen aan mensen met fysieke, verstandelijke of
psychische beperkingen in hun familie, huishouden of sociale netwerk; het gaat om zorg die meer is dan in een persoonlijke relatie gebruikelijk is.
een indicatie dat sprake is van een zorgbehoefte en een daarvan afgeleide noodzaak tot
huisvesting ten behoeve van mantelzorg, die dient te worden vastgesteld door het gemeentelijke Wmo loket of de rechtsopvolger daarvan.
overkoepelend begrip voor relevante milieuaspecten zoals bodem, geluid, geurhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid, etc. aan welke bijbehorende wettelijke kaders getoetst dient te worden, zodat omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd en een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse is geborgd.
alle bouwwerken conform artikel 1, onder d van de Monumentenwet.
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
Een voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de telecommunicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder n ieder geval worden begrepen ondergrondse afvalvoorzieningen, transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten, plus voorzieningen voor warmte- en koudeopslag of voorzieningen van soortgelijke aard met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.
een gedeelte van een gebouw dat maximaal 1,50 meter boven peil is gelegen en niet als bouwlaag wordt aangemerkt.
onderdelen van een hoofdgebouw die in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw en bijgebouwen, zoals erkers, ingangpartijen, luifels, schoorstenen en antennes.
het qua aard en omvang beperkt verstrekken van dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse als ondergeschikte activiteit in direct verband met andere ter plaatse toegestane hoofdactiviteiten (niet zijnde horeca).
beneden het peil.
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuig, waaronder begrepen een woonwagen, een woonschip, een caravan, een stacaravan, een kampeerauto, alsook een tent, schuilhut en keet, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
een bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation.
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde met een dak, dat niet of slechts aan één zijde is voorzien van een (bestaande) wand.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
bewoning door een persoon, gezin of andere groep van personen van een gebouw, dan wel een gedeelte daarvan als hoofdverblijf.
activiteiten en mogelijkheden voor ontspanning c.q. vrijetijdsbesteding.
een gebouw, geen woonkeet en geen (sta)caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door een of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben, gedurende een gedeelte van het jaar voor recreatief verblijf te worden gebruikt.
Een voor het publiek toegankelijk gebouw od gedeelte van een gebouw, waarin handelingen, vertoningen en/of voorstellingen van erotische en/of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt mede begrepen een sekswinkel, zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat is bestemd en/of wordt gebruikt vor het bedrijfsmatig te koop en/of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verhuren en of leveren van seksartikelen. Een prostitutie-, seks- en pornobedrijf zijn hieronder mede begrepen. Seksinrichting is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. doeleinden c.q. bestemmingen zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.
Bedrijfsactiviteitenlijst ontleend aan de VNG uitgave "Bedrijven en Milieuzonering" zoals opgenomen in Bijlage 1 van deze planregels.
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaalde beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte.
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van 2 woningen die met de hoofdmassa/het hoofdgebouw aan elkaar zijn gebouwd. Niet gestapeld.
de plankaart van het plan.
het totaal van mogelijkheden en voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats waarbij recreatief nachtverblijf centraal staat.
de bouwlaag respectievelijk bouwlagen die boven de begane grondbouwlaag gelegen is/zijn.
Een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel van een hoofdgebouw.
de gevel waarlangs de voorgevelrooilijn loopt.
Een voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de telecommunicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder n ieder geval worden begrepen ondergrondse afvalvoorzieningen, transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten, plus voorzieningen voor warmte- en koudeopslag of voorzieningen van soortgelijke aard met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
woning waarvan het hoofdgebouw via een bijgebouw verbonden is met het volgende hoofdgebouw en waarvan het hoofdgebouw op de perceelsgrens is gebouwd.
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht welke op 1 oktober 2010 in werking is getreden.
boven- en ondergrondse voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeervoorzieningen.
Wet maatschappelijke ondersteuning welke op 1 januari 2007 in werking is getreden.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
het bouwkundig en functioneel splitsen van een bestaande woning in twee of meer wooneenheden ten behoeve van de vestiging van meer dan één huishouden.
behoefte aan zorg; in het kader van beleid gebruikt voor de veronderstelde wens en noodzaak van zorg.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de kaart bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand.
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1,00 m.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder paden, verkeersvoorzieningen, parkeervoorzieningen en in- en uitritten en tuinen, met dien verstande dat ten behoeve van de ter plaatse aanwezige functie op eigen terrein moet worden voorzien in:
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, die ten dienste staan aan de bestemming, waarbij de volgende eisen gelden, tenzij anders op de verbeelding weergegeven:
Bij het bouwen dienen de volgende algemene regels in acht te worden genomen:
Voor de bouwwerken als bedoeld in artikel Algemeen, gelegen binnen of direct aansluitend aan een bouwvlak voor een agrarisch bedrijf gelden de volgende eisen:
Goothoogte | Max. 6,5 m. |
Bouwhoogte | Max. 11 m. |
Dakhelling | Min. 12 º |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m. |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer' | Min. 10 m. |
Afstand tot de binnen de bestemming 'Wonen' gelegen woning | Min. 25 m. |
Afstand tot andere nabijgelegen (bedrijfs)woning buiten het bouwvlak | Min. 25 m. |
Inhoud, inclusief bijbehorende bouwwerken t.b.v. het wonen | Max. 1075 m3 |
Dakhelling | Min. 12 º en max. 45 º |
Goothoogte | Max. 4,5 m. |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m. |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer' | Min.10 m. |
Goothoogte | Max. 3 m. |
Dakvorm en –helling | afgestemd op dakvorm en -helling bedrijfswoning |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m. |
Afstand van de dichtstbijzijnde gevel van het bijbehorend bouwwerk tot de achter- en/of zijgevels van de woning | Max. 15 m |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer' | Min. 10 m. |
Bouwhoogte kunstmestsilo's | Max. 12 m. De silo wordt aansluitend aan het bedrijfsgebouw gebouwd. |
Bouwhoogte mestsilo's | Max. 11 m. De silo wordt achter de voorgevel van het bedrijfsgebouw gebouwd. |
Bouwhoogte sleufsilo's | Max. 3 m. De silo wordt achter de achtergevel van de woning gebouwd. |
Bouwhoogte mestbassins | Max. 4 m. Het bassin wordt achter de voorgevel van het bedrijfsgebouw gebouwd. |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | Max. 2 m. |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn | Max. 1 m. |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | Max. 12 m. |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m. |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m. |
Oppervlakte ten behoeve van bedrijfswoning, uitgezonderd een onoverdekt zwembad | Max. 30 m2 |
Onoverdekt zwembad | Max. 50 m² |
met dien verstande dat:
een en ander op basis van een landschappelijke inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp) gericht op verbetering van de omgevingskwaliteit.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels ten behoeve van de in artikel 3.4.2 genoemde ontwikkelingen onder de daarbij genoemde voorwaarden en met dien verstande dat:
Aantal m³ dat wordt gebouwd | Minimaal te slopen % (sloopvolume) |
Tot en met 250 m² | 100% |
Het meerdere boven de 250 m² | 150% |
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden, gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde voor:
een en ander uitgezonderd het bepaalde in artikel 3.1.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning kan, onder voorwaarde dat de uitvoering van het agrarisch bedrijf de hoofdactiviteit blijft, worden afgeweken van artikel 3.5 en kunnen de in artikel 3.6.2 genoemde nevenactiviteiten onder de daarbij genoemde voorwaarden worden toegestaan, met dien verstande dat:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de in dit artikel genoemde ontwikkelingen onder de daarbij genoemde voorwaarden en met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen vormverandering van het bouwvlak toestaan en de aanduiding 'bouwvlak' en de daarbij behorende functieaanduidingen op de verbeelding aanpassen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een functieaanduiding 'plattelandswoning' op de verbeelding opnemen ten behoeve van het gebruik door derden van de bestaande bedrijfswoning, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van een agrarisch bouwvlak het plan wijzigen en de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' met de nadere functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kleinschalige bedrijven' met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van een agrarisch bouwvlak het plan wijzigen en de bestemming 'Agrarisch', wijzigen in de bestemming 'Recreatie', ten behoeve van de vestiging van een recreatieve functie, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van een agrarisch bouwvlak het plan wijzigen en de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Maatschappelijk', ten behoeve van de vestiging van een zorgboerderij of een kinderdagverblijf, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van een agrarisch bouwvlak het plan wijzigen en de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Wonen' met dien verstande dat:
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder paden, verkeersvoorzieningen, parkeervoorzieningen en in- en uitritten en tuinen, met dien verstande dat ten behoeve van de ter plaatse aanwezige functie op eigen terrein moet worden voorzien in:
Op de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels ten behoeve van de in artikel 4.3.2 genoemde ontwikkelingen onder de daarbij genoemde voorwaarden en met dien verstande dat:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden voor:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de in dit artikel genoemde ontwikkelingen onder de daarbij genoemde voorwaarden en met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - boogkassen' op de verbeelding opnemen ten behoeve van het oprichten van permanente tunnels en permanente boogkassen met de daarbij behorende voorzieningen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - containerteelt' op de verbeelding opnemen ten behoeve van het aanleggen van containervelden met de daarbij behorende voorzieningen, met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder waterhuishoudkundige- en parkeervoorzieningen, paden en verhardingen, in- en uitritten en tuinen en erven, met dien verstande dat:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.3.
Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
mits deze blijven binnen de in het plan neergelegde begrenzingen en indien zulks noodzakelijk is in verband met:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in artikel 5.5.1 onder h een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van bewoning van (een gedeelte van) een aan- uit- of (vrijstaand) bijgebouw bij een bedrijfswoning in het kader van mantelzorg, met dien verstande dat:
Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen 'Wonen', 'Maatschappelijk' of 'Horeca' onder de voorwaarden dat:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.3.
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van voorzieningen van openbaar nut.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Groen' geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemming 'Verkeer', onder de voorwaarden dat:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder waterhuishoudkundige en parkeervoorzieningen, paden en verhardingen, in- en uitritten en tuinen en erven, met dien verstande dat:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.3.
Op de voor 'Horeca' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen ten behoeve van de bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van (overige) bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende
regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
mits deze blijven binnen de in het plan neergelegde begrenzingen en indien zulks noodzakelijk is in verband met:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 7.2.2 onder d voor het verhogen van de maximale goothoogte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.2.2 onder e voor een afwijkende dakvorm dan wel voor een kap met een afwijkende dakhelling, onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.2.5 onder b voor het verhogen van de maximale bouwhoogte, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemming 'Wonen' of 'Maatschappelijk' onder de voorwaarden dat:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder waterhuishoudkundige en parkeervoorzieningen, paden en verhardingen, in- en uitritten en tuinen en erven, met dien verstande dat:
Op en in de voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden mogen uitsluitend worden
gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Ten aanzien van het bepaalde in artikel 8.2 zijn Burgemeester en wethouders bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij een aanvraag om een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 8.2.2 onder c. voor het verhogen van de maximale goothoogte, met dien verstande dat:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij een aanvraag om een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 8.2.4 onder b. voor het verhogen van de maximale bouwhoogte, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Maatschappelijk' geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemming 'Wonen', onder de voorwaarden dat:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn, overeenkomstig de aanduidingen op de verbeelding, bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder groen, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, tuinen, met dien verstande dat:
Op de voor 'Recreatie' aangewezen gronden mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
niet mag worden overschreden, met dien verstande dat het maximale bebouwingsoppervlak niet van toepassing is op de bedrijfswoning(en), daarbij behorende bijbehorende bouwwerken en op bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bedrijfswoning en stacaravans;
Voor de bouwwerken gelegen op gronden met de bestemming 'Recreatie' gelden de volgende eisen, tenzij anders op de verbeelding weergegeven:
Bouwhoogte | Max. 10 m. |
Goothoogte | Max. 5,5 m |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer' | Min. 10 m |
Inhoud, inclusief bijbehorende bouwwerken t.b.v. het wonen | Max. 1075 m3 | |
Goothoogte | Max. 4,5 m | |
Dakhelling | Min. 12 º en max. 45 º | |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m | |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer' | Min. 10 m |
Goothoogte | Max. 3 m |
Dakvorm en -helling | afgestemd op de dakvorm en -helling van de bedrijfswoning of bij inpandige bedrijfswoningen op die van het hoofdgebouw |
Afstand van de dichtstbijzijnde gevel van het bijbehorend bouwwerk tot de achter- en/of zijgevels van de woning | Max. 15 m |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer' | Min. 10 m |
Vloeroppervlakte | Max. 100 m2 |
Goothoogte | Max. 3 m |
Dakhelling | Min. 12 º en max. 45 º |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer' | Min. 10 m |
bouwhoogte | |
Erf- en terreinafscheidingen | Max. 2 m |
Overige bouwwerken geen gebouw zijnde | Max. 3 m, met uitzondering van lichtmasten: max. 8 m |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer' | Min. 10 m |
Oppervlakte ten behoeve van bedrijfswoning, exclusief onoverdekt zwembad | Max. 30 m2 |
een en ander op basis van een landschappelijke inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp) gericht op verbetering van de omgevingskwaliteit.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels ten behoeve van de in artikel 11.4.2 genoemde ontwikkelingen onder de daarbij genoemde voorwaarden en met dien verstande dat:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Aantal m³ dat wordt gebouwd (bebouwingsvolume) | Minimaal te slopen % (sloopvolume) |
Tot en met 250 m³ | 100% |
Het meerdere boven de 250 m³ | 150% |
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden, gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van artikel 9.5 en kunnen de in artikel 9.6.2 genoemde activiteiten worden toegestaan onder de daarbij genoemde voorwaarden en met dien verstande dat:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning kan, onder voorwaarden dat de uitvoering van het recreatief bedrijf de hoofdactiviteit blijft, worden afgeweken van het bepaalde in:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.3.
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde die qua aard, omvang en invloed bij de bestemming passen:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Voor de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘evenemententerrein’ gelden de volgende
regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder waterhuishoudkundige en parkeervoorzieningen, paden en verhardingen, in- en uitritten en tuinen en erven, met dien verstande dat:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.3.
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in:
Onder de voorwaarden dat:
Ten aanzien van het bepaalde in artikel 11.2 zijn Burgemeester en wethouders bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Een beroep aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 11.5.1 onder i ten behoeve van een bedrijf aan huis, met dien verstande dat de voorwaarden zoals genoemd in artikel 11.5.2 onder a tot en met g in acht worden genomen.
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in artikel 11.5.1 onder f een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van bewoning van (een gedeelte van) een aan- uit- of (vrijstaand) bijgebouw bij een bedrijfswoning in het kader van mantelzorg, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een aanvraag omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 11.5.1 onder j van de planregels en kleinschalige verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van een bed & breakfast toestaan onder de voorwaarden dat:
Het is verboden op of in de voor 'Wonen' met de aanduiding 'bos' aangewezen gronden in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 11.7.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 11.7.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 11.1.1 onder b genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast (11.1.1 b betreft aanduiding bos, welke waarden worden bedoeld?), dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Maatschappelijk' onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen door het verschuiven of vergroten van het bouwvlak binnen de bestemming onder de voorwaarden dat:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een rioolpersleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool', met een belemmeringszone ter breedte van 2,50 meter aan weerzijden van de hartlijn van de leiding.
Op de tot 'Leiding - Riool' bestemde gronden mogen uitsluitend worden opgericht bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van de instandhouding van de rioolwatertransportleiding met een hoogte van maximaal 3 m.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 12.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:
De in lid 12.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de archeologische waarden in het gebied, waarbij artikel 25.3 in acht dient te worden genomen.
Voor het bouwen op of in de als 'Waarde - Archeologie 2' aangeduide gronden gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren die de archeologische waarden kunnen verstoren, indien bij het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de verstoring van gronden meer dan 250 m² bedraagt en deze verstoring dieper gaat dan 50 cm:
Het in artikel 13.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken
zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel 13.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden of door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de archeologische waarden in het gebied, waarbij artikel 25.3 in acht dient te worden genomen.
Voor het bouwen op of in de als 'Waarde - Archeologie 3' aangeduide gronden gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren die de archeologische waarden kunnen verstoren, indien bij het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de verstoring van gronden meer dan 100 m² bedraagt en deze verstoring dieper gaat dan 50 cm:
Het in artikel 14.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel 14.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden of door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de archeologische waarden in hetgebied, waarbij artikel 25.3 in acht dient te worden genomen.
Voor het bouwen op of in de als 'Waarde - Archeologie 4' aangeduide gronden gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren die de archeologische waarden kunnen verstoren, indien bij het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de verstoring van gronden meer dan 500 m² bedraagt en deze verstoring dieper gaat dan 50 cm:
Het in artikel 15.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel 15.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden of door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de archeologische waarden in het gebied, waarbij artikel 25.3 in acht dient te worden genomen.
Voor het bouwen op of in de als 'Waarde - Archeologie 5' aangeduide gronden gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren die de archeologische waarden kunnen verstoren, indien bij het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de verstoring van gronden meer dan 2500 m² bedraagt en deze verstoring dieper gaat dan 50 cm:
Het in artikel 16.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
16.3.3 Afwegingskader
Een in artikel 16.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden of door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor:
Onder riviergebonden activiteiten wordt verstaan:
Op de gronden zoals bedoeld in artikel 17.1 mag niet worden gebouwd.
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het waterbergend en stroomvoerend vermogen van het gebied kan het bevoegd gezag, mits gehoord Rijkswaterstaat met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.1 ten behoeve van zowel riviergebonden, niet-riviergebonden activiteiten, activiteiten ten behoeve van rivierbeheer of rivierverruiming en voor rivierkundige bouwwerken van ondergeschikt belang alsmede een eenmalige uitbreiding van ten hoogste 10 % van de bestaande bebouwing, mede conform de onderliggende bestemming, met dien verstande dat slechts een omgevingsvergunning wordt verleend indien:
voor riviergebonden bouwwerken:
Voor niet-riviergebonden activiteiten:
Voor rivierkundige bouwwerken van ondergeschikt belang, activiteiten ten behoeve van rivierbeheer of rivierverruiming en voor een eenmalige uitbreiding van ten hoogste 10 % van de bestaande bebouwing in het geval:
Tot een strijdig gebruik van gronden en opstallen wordt in elk geval verstaan het gebruik voor zowel riviergebonden als niet-riviergebonden activiteiten.
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het waterbergend en stroomvoerend vermogen van het gebied kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 17.4 ten behoeve van zowel riviergebonden als niet-riviergebonden activiteiten, met dien verstande dat slechts een omgevingsvergunning wordt verleend indien:
voor riviergebonden activiteiten:
voor niet-riviergebonden activiteiten:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, bestemd voor de bescherming, het aanleggen, het instandhouden, en het onderhoud van de waterkering, gericht op de kering van het rivierwater.
Op de tot 'Waterstaat - Waterkering' bestemde gronden mogen uitsluitend worden opgericht bouwwerken ten behoeve van de waterkering met een hoogte van maximaal 9 m.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 18.2 voor het oprichten van gebouwen ten behoeve van de bestemming, waarmee de onderhavige dubbelbestemming samenvalt, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden op de voor 'Waterstaat - Waterkering' bedoelde gronden zonder of in afwijking in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 18.5.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 18.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvoor hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de waterstaatkundige en waterkerende functies niet in gevaar wordt of kan worden gebracht. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij de beheerders van de waterkering en rivier.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, de volgende regels:
Onverlet het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, is het (ook) verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het laten gebruiken danwel het doen laten gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de in deze regels voorgeschreven minimale en/of maximale maten (hoogte, oppervlakte, inhoud etc.) en percentages tot maximaal 10% en maximaal 1 meter van die maten en percentages indien de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, met dien verstande dat dit niet geldt wanneer reeds op grond van deze regels een andere omgevingsvergunning/ontheffing is of kan worden verleend.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de aangeduide bouwgrenzen indien een meetverschil of onnauwkeurigheid op de kaart ten opzichte van de feitelijke situatie daartoe aanleiding geeft, mits de afwijking maximaal 3,00 meter bedraagt.
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de bouw- en/of gebruiksregels voor het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut en voor religieuze doeleinden, zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, pinautomaten, afval- en glascontainers, kapellen, wegkruisen en dergelijke, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het in geringe mate, tot maximaal 2,00 meter, verschuiven van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden op de kaart ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken.
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.9a van de Wro van toepassing.
Bij het stellen van nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:
Overtreding van het bepaalde in artikel 21 is een economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2o van de Wet op de economische delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet.
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming, gaat het belang van de dubbelbestemming voor.
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt dat dubbelbestemmingen gericht op het instandhouden of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing voorgaan boven dubbelbestemmingen met bebouwing. In concreto wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming:
Voor zover van toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het college van Burgemeester en Wethouders een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van die persoon of personen om van dat overgangsrecht af te wijken.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Blitterswijck'.
Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente ……….. van ..............
Mij bekend,
de raadsgriffier.