Plan: | Dijkversterking en -verlegging Arcen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0983.BP202311DIJKARCEN-VA01 |
Plan:
het bestemmingsplan 'Dijkversterking en -verlegging Arcen' met identificatienummer BP202311DIJKARCEN van de gemeente Venlo, bestaande uit de verbeelding, de toelichting alsmede deze regels.
Aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Aaneengesloten woning:
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengesloten woningen, niet zijnde gestapelde woningen.
Aan- en/of uitbouw:
een aan een hoofdgebouw vastgebouwd gebouw, dat architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in directe verbinding staat met het hoofdgebouw.
Aangebouwd bijgebouw:
een bijgebouw, dat op enigerlei wijze aan het hoofdgebouw is aangebouwd door het verankeren van vloer, dak of mu(u)r(en) en/of door het gebruik maken van dezelfde constructiemu(u)r(en) en in bouwkundige zin ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Aan huis gebonden bedrijf:
het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn aard, uitstraling en beperkte omvang in de woning en daarbij behorende bijgebouwen met overwegend behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel behoudens de beperkte ondergeschikte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteit.
Aan huis gebonden beroep:
het door de bewoner van de woning beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, of hiermee gelijk te stellen gebied dat door zijn aard, uitstraling en omvang in de woning en daarbij behorende bijgebouwen met overwegend behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend. Hieronder worden niet begrepen de uitoefening van consumentverzorgende ambachtelijk bedrijfsactiviteiten noch detailhandel, behoudens de beperkte ondergeschikte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteit.
Agrarische bedrijfswoning
een woning, toegestaan en gelegen bij een als zodanig bestemd agrarisch bedrijf en/of gelegen binnen een agrarisch bouwvlak, opgericht ten behoeve van het bijbehorende agrarische bedrijf, bedoeld voor het huishouden van een persoon wiens huisvesting daar gelet op de aard van de agrarische bedrijfsvoering noodzakelijk is. De woning mag worden gebruikt als plattelandswoning.
Ander bouwwerk:
een bouwwerk geen gebouw zijnde.
Archeologische waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten in het verleden.
Archeologisch onderzoek:
onderzoek naar archeologische waarden uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm voor Nederlandse Archeologie (versie 3.1).
Archeologisch waardevol gebied:
gebied met (zeer) hoge archeologische waarden of verwachting.
Automatenhal / speelhal:
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, welk gebouw of gedeelte daarvan is bestemd en/of wordt gebruikt om het publiek gelegenheid te geven om spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen.
Bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Bebouwingspercentage:
een op de verbeelding en/of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
Bed and breakfast:
een horecagelegenheid ondergeschikt aan een woning die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf voor korte tijd en waarbij het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten (daaraan) ondergeschikt is.
Bedrijf:
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen niet daaronder begrepen.
Bedrijfswoning:
één woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bedoeld voor (het huishouden van) één of meerdere persoon / personen, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming.
Begane grond:
een bouwlaag geen verdieping zijnde.
Bestaand:
Bebouwing:
de als zodanig op de verbeeldingen aangegeven bebouwing, welke bestaat op het tijdstip van de vaststelling van het bestemmingsplan dan wel op dat tijdstip op basis van een afgegeven omgevingsvergunning mag worden gebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
Gebruik:
gebruik van gronden en bouwwerken, zoals dat bestaat ten tijde van de vaststelling van de beheersverordening.
Bestaande legale situatie:
op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan overeenkomstig de tot dat moment geldende beheersverordening, dan wel een daartoe strekkende (omgevings)vergunning in afwijking van die beheersverordening, bestaande situatie.
Bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
Bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
Bijgebouw:
een gebouw behorende bij en dienstbaar aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw.
Bijwoning:
bijwoning kan, uitsluitend ingeval van mantelzorg, plaatsvinden in een bijbehorend bouwwerk zoals een garage, een schuur of een verplaatsbare woonunit die bij een bestaande woning wordt geplaatst. Woningsplitsing en kamerbewoning zijn daaronder niet begrepen.
Binnenbeschermingszone:
de binnenbeschermingszone zoals bedoeld in de legger van Waterschap Limburg.
Bos:
een terrein zodanig begroeid met bomen, dat de kruinen een min of meer gesloten geheel vormen dan wel zullen gaan vormen, bestemd voor houtproductie en/of natuurbeheer. Daaronder gerekend: kapvlakte, brandgang, bospad, houtopslagplaats en populierenweide. Niet tot bos worden gerekend: beboste delen van parken, boomkwekerijen, woongebieden (met stratenpatroon) en in het bos gelegen kampeerterreinen.
Bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
Bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, zolder, setback en met een maximale hoogte van 3,00 m voor woningen.
Bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel.
Bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Buitenbeschermingszone:
de buitenbeschermingszone zoals bedoeld in de legger van Waterschap Limburg.
Coffeeshop:
een bedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of gebruik elders.
Cultuurhistorie:
de beschavingsgeschiedenis met de overblijfselen van de geschiedenis van de door de mens gemaakte en beïnvloede leefomgeving. Het betreft het onroerende deel van het cultureel erfgoed, waarin archeologie (bodemarchief), historische geografie (cultuurlandschap), historische stedenbouw, historisch groen, architectuur- en bouwhistorie (gebouwen en complexen) worden betrokken.
Cultuurhistorische waarde:
de aan een object of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat onder andere tot uitdrukking komt in het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon, de beplanting en/of de architectuur, waaronder historische gebouwen, waardevolle gebouwde elementen, waardevolle gezichten, historische groen- of landschapselementen en historische infrastructuur.
Dagrecreatie:
vormen van recreatie, die in principe plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet zijn gericht op het verstrekken van nachtverblijf.
Dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
Detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop of te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, verhuur, leasing, verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen respectievelijk huren respectievelijk leasen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
Discotheek / dancing:
een horecabedrijf dat als hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarvan het laten beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen.
Eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond. Een onderhuis, zolderverdieping of vliering worden hieronder niet begrepen.
(Eet-)café:
een horecabedrijf, waarin alcoholvrije en alcoholhoudende dranken worden verstrekt voor gebruik ter plaatse al of niet in combinatie met het bereiden en verstrekken van maaltijden; de nadruk ligt op het verstrekken van drank.
Evenement:
een één of meerdaagse voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak.
Fastfood-vestiging:
een horecabedrijf, waar frituurwaren en kleine eetwaren, al dan niet in combinatie met alcoholvrije of alcoholhoudende dranken, worden verstrekt in wegwerpverpakkingen al dan niet voor gebruik ter plaatse, zoals een cafetaria, friture of afhaalcentrum.
Gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Geschakelde woning:
een woning, waarvan het hoofdgebouw door middel van een bijgebouw verbonden is aan een ander hoofdgebouw en waarbij één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd.
Gestapelde woning:
een woning in een woongebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat (en waar op het bijbehorende bouwperceel geen andere woningen voorkomen).
Glastuinbouw:
een tuinbouwbedrijf, waarvan de productie geheel of overwegend plaatsvindt in kassen, permanente tunnels en plastic kassen daaronder begrepen;
Groenvoorziening:
aangelegde, publiekelijke groenelementen, zoals gazons, borders, heestervakken, hagen, siervijvers, bermen, bloemenweiden, lanen, plantsoenen, parken, boombeplantingen, geen bos zijnde.
Grondgebonden woning:
een gebouw met hoofdzakelijk een woonfunctie waar één woning aanwezig is.
Half-vrijstaande woning:
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengesloten woningen.
Hoofdgebouw:
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Horecabedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf en/of ter plaatse te nuttigen voedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodaties, een en ander gepaard gaande met dienstverlening, niet zijnde coffeeshops.
Horeca:
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of logies.
Horeca, categorie 2:
een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen te worden genuttigd. Daaronder worden begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood en broodjeszaak, lunchroom, ijssalon/ijswinkel, koffie en/of theeschenkerij, afhaalcentrum, eetwinkels, restaurant.
Horeca, categorie 3:
een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen te worden genuttigd alsmede (in sommige gevallen) de gelegenheid biedt tot dansen. Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar.
Houtwal:
een aarden wal begroeid met bomen en struiken, die een lijnvormig element in een landschap vormt.
Huishouden:
de bewoning van een woning door:
Inwoning:
het bewonen van een woonruimte, uitsluitend in het kader van mantelzorg, die deel uitmaakt van een woning die door een ander huishouden in gebruik is genomen, met dien verstande dat dit slechts is toegestaan in het hoofdgebouw, dan wel in met het hoofdgebouw verbonden bijgebouwen en dat woningsplitsing en/of kamerbewoning niet is toegestaan.
Kamerbewoning:
een woning die, al dan niet mede door de rechthebbende, duurzaam en (nagenoeg) zelfstandig kamergewijs door maximaal 2 personen wordt bewoond en welk niet valt aan te merken als het verstrekken van logies.
Kamerverhuur(bedrijf):
een pand of een deel van een pand dat door meer dan 2 personen, anders dan door de rechthebbende,bedrijfsmatig kamergewijs wordt bewoond en welk niet valt aan te merken als logiesverblijf.
Kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan of enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde. Eén en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Kantoor:
een gebouw of ruimte, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden ten behoeve van derden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar aard daarmee gelijk te stellen instellingen.
Kas:
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten.
Laan:
weg, aan beide zijden met bomen beplant.
Lijst van bedrijven:
de lijst van bedrijven bevat basisinformatie voor milieuzonering en is opgenomen in de bijlagen behorende bij deze regels.
Logiesverblijf:
het in gebruik hebben of houden van een bouwwerk waarin bedrijfsmatig recreatief verblijf of tijdelijk onderdak wordt verschaft aan huishoudens die elders hun hoofdverblijf hebben. Short stay, het korter dan 4 maanden onderdak verschaffen aan buitenlandse werknemers is hieronder begrepen.
Maatschappelijk:
het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder gezondheidszorg, zorg en welzijn, jeugd/ kinderopvang, onderwijs, religie, uitvaart/begraafplaats, bibliotheken, openbare dienstverlening, verenigingsleven, gemeenschapshuizen en/of defensie/militaire zaken.
Mantelzorg:
langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Een indicatie van het wijkteam, naar aanleiding van een 'keukentafelgesprek' (zorgontvanger kan alleen nog met mantelzorg zelfstandig wonen) moet de behoefte en/of noodzaak van mantelzorg aantonen.
Onderbouw:
een gedeelte van een gebouw dat maximaal 1,50 m boven straatpeil is gelegen en niet als bouwlaag wordt aangemerkt.
Ondergeschikte activiteit:
activiteit waarbij maximaal 30% van de opstallen als zodanig mag worden gebruikt.
Ondergronds bouwwerk:
een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 m beneden peil.
Overig bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Overkapping:
een bijbehorend bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak.
Pand:
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
Parkeervoorziening:
een al of niet overdekte, op straat aanwezige dan wel met een straat in open verbinding staande ruimte, die gelet op de ligging en de ontsluiting geschikt is om te worden gebruikt voor het parkeren van motorvoertuigen.
Peil:
Perceelgrens:
een grenslijn tussen percelen onderling.
Plattelandswoning:
een (voormalige) agrarische bedrijfswoning die -naast het gebruik als bedrijfswoning voor het agrarisch bedrijf waarbij de woning behoort- tevens mag worden gebruikt voor bewoning als burgerwoning door derden die geen functionele binding hebben met het bijbehorend agrarisch bedrijf, en die niet wordt beschermd tegen milieugevolgen van het bijbehorende bedrijf, met dien verstande dat de woning is gelegen binnen een agrarisch bouwvlak ten behoeve van een bestaand agrarisch bedrijf.
Prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met/voor een ander tegen vergoeding, daaronder begrepen straatprostitutie.
Recreatie:
vrijetijdsbesteding die in hoofdzaak in de natuur/recreatie-inrichting plaatsvindt, zoals wandelen, trimmen, fietsen, paardrijden, vissen, zwemmen, roeien, en kanoën.
Recreatief medegebruik:
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
Restaurant:
een horecabedrijf, waarin in dat bedrijf bereide volledige maaltijden alsmede alcoholvrije of alcoholhoudende dranken – hoofdzakelijk alleen in combinatie met die maaltijden – worden verstrekt voor gebruik ter plaatse; een bedrijfskeuken maakt deel uit van de vestiging.
Riviergebonden activiteiten:
Ruimtelijke karakteristiek:
het ter plaatse aanwezige karakter van een ruimte, gevormd door bouwwerken en onbebouwde ruimte inclusief het gebruik.
Ruimtelijke kwaliteit:
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, natuurwetenschappelijke, waarde, cultuurhistorische waarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte, voor zover nader beschreven in de toelichting op dit bestemmingsplan.
Seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
Stedenbouwkundig beeld:
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa’s bepaald beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n), voor zover nader beschreven in de toelichting op dit plan en/of voor zover nader aangegeven op de verbeelding.
Straatprostitutie:
het zich op de openbare weg of in een zich op de openbare weg bevindend voertuig beschikbaar stellen voor het verrichten van seksuele handelingen tegen vergoeding.
Stroomvoerend rivierbed:
de gronden, waaronder de rivier, die bij extreem hoge afvoer van de rivier onder water staan en die een stroomvoerende functie moeten kunnen vervullen en die worden begrensd door het zomerbed en de op de verbeelding aangegeven begrenzing die gebaseerd is op het gebied dat stroomvoerend is.
Supermarkt:
een winkel gericht op de dagelijkse artikelensector (levensmiddelen), niet zijnde kleinschalige speciaalzaken.
Terras:
een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.
Tuin:
gronden gelegen tussen de (voor)gevelrooilijn dan wel bijgebouwenlijn en het openbare gebied bestaande uit verkeersontsluiting(en), groenvoorzieningen en/of pleinvormige ruimten.
Verkeer:
wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie, railverkeer, luchtverkeer, voet- en rijwielpaden, parkeervoorzieningen, bermen en beplanting en/of straatmeubilair.
Verkoopvloeroppervlakte:
de totale oppervlakte van de voor het publiek zichtbare en toegankelijke winkelruimte, welke bestemd is voor verkoop en uitstalling van goederen, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank (dit is de netto vloeroppervlakte), tegenwoordig steeds vaker als 'winkelvloeroppervlakte' aangeduid.
Voorgevel:
een of meer gevel(s) van een gebouw die is/zijn gelegen aan de zijde van de openbare weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant(en) van een gebouw vorm(t)(en).
Voorgevelrooilijn:
de op de verbeelding aangegeven lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw naar toe is gekeerd, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens de regels toegelaten afwijkingen.
Voorzieningen van algemeen nut:
voorzieningen ten behoeve van een op het openbaar net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer alsmede kleinschalige (ondergrondse) voorzieningen voor afvalverzameling.
Vrijstaand bijgebouw:
een bijgebouw, dat in bouwkundige zin ondergeschikt is aan en qua constructie en in ruimtelijk visueel opzicht vrij staat van het hoofdgebouw of daarmee slechts verbonden is door een tuinmuur, haag of andere tuinafscherming.
Waterbergend winterbed:
de gronden die dienen voor de berging en/of afvoer van extreem hoge afvoeren van de rivier.
Watergang:
een werk, al of niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan.
Waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, waterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan infiltratievoorzieningen (zoals infiltratiekratten, wadi's, infiltratiegreppels, doorlatende bestrating en infiltratie- en transportriolen), dijken, kades, dammen, grondwallen, duikers, stuwen, gemalen, inlaten, etc.
Weg:
een voor het openbaar rij- en ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeergelegenheden.
Wet / wettelijke regelingen:
indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de vaststelling van de beheersverordening, tenzij anders bepaald.
Winterbed:
de oppervlakte tussen de buitenkruinlijn van de hoogwaterkerende dijken, en waar deze niet bestaat, tussen de hoge gronden, die het water bij de maatgevende afvoer keren. Dit betreft dus tevens het zomerbed van de rivier.
Wonen:
het gehuisvest zijn in een woning.
Woning / wooneenheid:
een zelfstandig (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
Zolder:
ruimte(n) in een gebouw die geheel of gedeeltelijk is (zijn) afgedekt met schuine of gebogen daken en die in functioneel opzicht deel uitmaakt/uitmaken van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.
Zomerbed:
de oppervlakte die bij gewoon hoog zomerwater door de rivier wordt ingenomen.
Zijgevel:
een gevel van een hoofdgebouw, niet zijnde de voor- of achtergevel.
Afstand tot de bouwperceelgrens:
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
Bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Hoogte van een windmolen/windturbine:
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windmolen/windturbine.
Horizontale diepte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de voorgevel en de achtergevel.
Inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
Oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de digitale kaart en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
De op de verbeelding voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van glastuinbouw, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 voor:
Het bouwen van schuilgelegenheden buiten het bouwvlak, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bouwen van teeltondersteunende voorzieningen alsmede tijdelijke kassen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op deze gronden worden geen gebouwen gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bouwen van teeltondersteunende voorzieningen alsmede tijdelijke kassen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik
van de gebouwen en de gronden voor:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 4.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de abiotische, natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder a en kan worden toegestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik
van de gebouwen en de gronden voor:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op deze gronden worden geen gebouwen gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik
van de gebouwen en de gronden voor:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Bos' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 6.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de abiotische, natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op deze gronden worden geen gebouwen gebouwd, met uitzondering van:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gebouwen en gronden voor:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.2.1 onder a en kan worden toegestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik
van de gebouwen en de gronden voor:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen stellen ten aanzien van:
De toepassing van nadere eisen als bedoeld in 9.3.1 onder a t/m c door burgemeester en wethouders is gericht op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders kunnen in verband met het respecteren van het groepsrisico in het kader van externe veiligheid nadere eisen stellen inzake:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.2.2 onder b en kan een grotere goot- en/of bouwhoogte worden toegestaan, mits:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.2.2 onder c en kan worden toegestaan dat een hoofdgebouw maximaal 3 meter achter de voorgevelrooilijn wordt geplaatst, mits de situering van het hoofdgebouw in stedenbouwkundig opzicht aanvaardbaar is.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in elk geval gerekend het gebruik van:
Het uitoefenen van een aan huis gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan in combinatie met het wonen, mits:
Ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast' is een bed and breakfast toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van hetgeen in dit bestemmingsplan is bepaald ten aanzien van kamerbewoning, ten behoeve van een kamerverhuurbedrijf en zo kamergewijze bewoning voor meer dan 2 personen per woning toestaan, mits in het kader van een goed woon- een leefklimaat:
Bij de beoordeling of wordt voldaan aan de onder a tot en met d beschreven voorwaarden wordt getoetst aan de 'Beleidsregel kamerverhuur, woningsplitsing en woningomzetting Venlo 2020' als vastgesteld door burgemeester en wethouders van Venlo op 18 februari 2020, met dien verstande dat wanneer deze beleidsregel wordt herzien, aanvragen worden getoetst aan de geldende beleidsregel ten tijde van het indienen van de aanvraag.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.1 onder b tot en met f ten behoeve van een andere functie dan toegestaan ter plaatse van de betreffende aanduiding, mits:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels ten behoeve van een bed and breakfast, mits:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
Op deze gronden worden geen gebouwen gebouwd, met uitzondering van:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gebouwen en gronden voor:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Burgemeester en wethouders kunnen in verband met het respecteren van het groepsrisico in het kader van externe veiligheid nadere eisen stellen inzake:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.2.1 onder a en kan worden toegestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik
van de gebouwen en de gronden voor:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gebouwen en gronden voor:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Natuur' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 12.5.1vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 12.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de abiotische, natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Burgemeester en wethouders kunnen in verband met het respecteren van het groepsrisico in het kader van externe veiligheid nadere eisen stellen inzake:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.2.1 onder a en kan worden toegestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik
van de gebouwen en de gronden voor:
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden worden geen gebouwen gebouwd, met uitzondering van:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gebouwen en gronden voor:
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op de gronden als bedoeld in lid 15.1 mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden voor:
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:
met dien verstande dat het maximum bebouwingspercentage als bedoeld in lid 16.2.2 sub f en g niet wordt overschreden;
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het hiervoor in 16.2.1 onder c en d aangegeven bebouwingspercentage wordt tengevolge van het oprichten van andere bouwwerken welke hoger zijn dan 1 meter, gemeten vanaf het
aansluitend terrein, niet overschreden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen stellen ten aanzien van:
De toepassing van nadere eisen als bedoeld in 24 onder a t/m c door burgemeester en wethouders is gericht zijn op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders kunnen in verband met het respecteren van het groepsrisico in het kader van externe veiligheid nadere eisen stellen inzake:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in elk geval gerekend het gebruik van:
vrijstaande bijgebouwen voor permanente of tijdelijke bewoning;
Het uitoefenen van een aan huis gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan in combinatie met het wonen, mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van hetgeen in dit bestemmingsplan is bepaald ten aanzien van kamerbewoning, ten behoeve van een kamerverhuurbedrijf en zo kamergewijze bewoning voor meer dan 2 personen per woning toestaan, mits in het kader van een goed woon- een leefklimaat:
Bij de beoordeling of wordt voldaan aan de onder a tot en met d beschreven voorwaarden wordt getoetst aan de 'Beleidsregel kamerverhuur, woningsplitsing en woningomzetting Venlo 2020' als vastgesteld door burgemeester en wethouders van Venlo op 18 februari 2020, met dien verstande dat wanneer deze beleidsregel wordt herzien, aanvragen worden getoetst aan de geldende beleidsregel ten tijde van het indienen van de aanvraag.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels ten behoeve van een bed and breakfast, mits:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een rioolleiding.
Al hetgeen in deze regels omtrent de ondergeschikte bestemmingen binnen het gebied met de bestemming 'Leiding - Riool' is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien het, gehoord de leidingbeheerder, verenigbaar is met het belang van de leiding(en).
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag binnen de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
Op of in deze gronden worden geen gebouwen gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m. Op de in lid 17.1 genoemde gronden worden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding gebouwd.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid17.2 en kan worden toegestaan dat in de andere bestemming gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 17.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 17.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de in deze gronden voorkomende:
Al hetgeen in deze regels omtrent de ondergeschikte bestemmingen binnen de gebieden met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1' is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien, gehoord de gemeentelijke archeoloog en/of de beleidsadviseur monumenten van de gemeente Venlo, het verenigbaar is met het belang van het cultuurhistorisch en archeologisch waardevol gebied.
Er mag slechts worden gebouwd indien:
Geen verstoring van archeologisch materiaal en/of cultuurhistorische waarden in de zin van 18.2.1 onder b vindt plaats indien:
Indien uit het onder lid 18.2.2 onder c bedoelde onderzoek blijkt dat de archeologische en/of cultuurhistorische waarden van de gronden worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 18.2.1 indien:
Het is verboden op of in gronden welke zijn bestemd als 'Waarde - Cultuurhistorie 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in lid 18.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 18.4.1 zijn slechts toelaatbaar mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1' (geheel of gedeeltelijk) van de verbeelding wordt verwijderd, als op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, geen archeologische waarden zijn vastgesteld. Alvorens een wijziging wordt uitgevoerd wordt advies ingewonnen bij de gemeentelijke archeoloog en/of de beleidsadviseur monumenten van de gemeente Venlo.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende:
Al hetgeen in deze regels omtrent de ondergeschikte bestemmingen binnen de gebieden met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 2' is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien, gehoord de gemeentelijke archeoloog en/of de beleidsadviseur monumenten van de gemeente Venlo, verenigbaar met het belang van het cultuurhistorisch en archeologisch waardevol gebied.
Er mag slechts worden gebouwd indien:
Geen verstoring van archeologisch materiaal in de zin van lid 19.2.1 onder c vindt plaats indien:
Indien uit het onder lid 19.2.2 onder c bedoelde onderzoek blijkt dat de archeologische waarden van de gronden worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
De regels als bedoeld in lid 19.2.3 kunnen alleen aan de omgevingsvergunning worden verbonden indien:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 19.2.1 indien:
Het is verboden op of in gronden welke zijn bestemd als 'Waarde - Cultuurhistorie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 19.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 19.4.1 zijn slechts toelaatbaar mits:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende:
Al hetgeen in deze regels omtrent de ondergeschikte bestemmingen binnen de gebieden met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 3' is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien, gehoord de gemeentelijke archeoloog en/of de beleidsadviseur monumenten van de gemeente Venlo, het verenigbaar is met het belang van het cultuurhistorisch en archeologisch waardevol gebied.
Er mag slechts worden gebouwd indien:
Geen verstoring van archeologisch materiaal in de zin van 20.2.1 onder c vindt plaats indien:
Indien uit het onder lid 20.2.2 onder c bedoelde onderzoek blijkt dat de archeologische waarden van de gronden zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
De regels als bedoeld in lid 20.2.3 kunnen alleen aan de omgevingsvergunning worden verbonden indien:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 20.2.1 indien:
Het is verboden op of in gronden met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 20.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 20.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 3' (geheel of gedeeltelijk) van de verbeelding wordt verwijderd, als op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, geen archeologische waarden zijn vastgesteld. Alvorens een wijziging wordt uitgevoerd wordt advies ingewonnen bij de gemeentelijk archeoloog en/of de beleidsadviseur monumenten van de gemeente Venlo.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende:
Al hetgeen in deze regels omtrent de ondergeschikte bestemmingen binnen de gebieden met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 4' is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien, gehoord de gemeentelijke archeoloog en/of de beleidsadviseur monumenten van de gemeente Venlo, het verenigbaar is met het belang van het cultuurhistorisch en archeologisch waardevol gebied.
Er mag slechts worden gebouwd indien:
Geen verstoring van archeologisch materiaal in de zin van 21.2.1 onder c vindt plaats indien:
Indien uit het onder lid 21.2.2 onder c bedoelde onderzoek blijkt dat de archeologische waarden van de gronden worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders een of meerdere van de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning verbinden:
De regels als bedoeld in lid 21.2.3 kunnen alleen aan de omgevingsvergunning worden verbonden indien:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 21.2.1 indien:
Het is verboden op of in gronden welke zijn bestemd als 'Waarde - Cultuurhistorie 4' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in lid 21.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 21.4.1 zijn slechts toelaatbaar mits:
De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend deel rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een stroomvoerende functie.
Op of in deze gronden mag niet worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 22.2 ten behoeve van:
mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden op of in de gronden bestemd tot 'Waterstaat - Stroomvoerend deel rivierbed' zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 22.4.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 22.4.1 zijn toelaatbaar, mits:
De voor 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een waterbergende functie.
Voor zover er nog een of meer andere dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen met 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' , geldt het bepaalde in artikel 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed'.
Op of in deze gronden mag niet worden gebouwd.
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van het waterbergend rivierbed, kan het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.2 en toestaan dat op de gronden binnen deze bestemming, mede conform de onderliggende bestemming, wordt gebouwd, mits vooraf gehoord Rijkswaterstaat. Hierbij wordt getoetst aan de volgende criteria:
Het is verboden op of in de gronden bestemd tot 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 23.4.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 23.4.1 zijn toelaatbaar, mits:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de aanleg en het beheer en onderhoud van de primaire waterkering.
Al hetgeen in deze regels omtrent de ondergeschikte bestemmingen binnen het gebied met de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien het, gehoord de beheerder van de primaire waterkering, verenigbaar is met het belang van de primaire waterkering.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag binnen de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, noodzakelijk voor het beheer en onderhoud van de primaire waterkering, waaronder keermuren, mogen worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van bouwwerken, in geval dit noodzakelijk is in verband met de aanleg of het functioneren van de waterkering.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 24.2 en kan worden toegestaan dat in de andere bestemming gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 24.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 24.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor bestaande afstanden en andere maten gelden de volgende regels
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone dijk-1' zijn de gronden mede bestemd voor de binnenbeschermingszone rondom de primaire waterkering.
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone dijk-2' zijn de gronden mede bestemd voor de buitenbeschermingszone rondom een primaire waterkering.
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - cultuurhistorische groene waarde' zijn de gronden mede bestemd voor de instandhouding van historisch, landschappelijk en ecologisch waardevolle groenstructuren, zoals lanen, houtwallen en andere begroeiingen van bomen en struiken.
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - cultuurhistorisch landschapselement voormalige molenvijver' zijn de gronden mede bestemd voor de instandhouding van de voormalige molenvijver die onderdeel uitmaakt van het watermolenlandschap van de Wijmarsche watermolen, behorend bij Kasteel en landgoed Arcen.
Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding 'Overige zone - cultuurhistorisch landschapselement voormalige molenvijver' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 27.4.2 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 27.4.2 zijn slechts toelaatbaar, mits:
Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden, het woon- en leefklimaat, de stedenbouwkundige kwaliteit, de beeldkwaliteit, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de brandveiligheid en rampenbestrijding van de aangrenzende gronden en bouwwerken, worden afgeweken van:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Dijkversterking en -verlegging Arcen'