direct naar inhoud van 4.2 Provinciaal beleid
Plan: Genooyerweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BP201202GENOOYERWG-VA01

4.2 Provinciaal beleid

4.2.1 Structuurvisie Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2006

Op 22 september 2006 is door Provinciale Staten van Limburg het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL)2006 vastgesteld (op onderdelen geactualiseerd in 2008) en 2010. Het POL is een streekplan, het provinciaal waterhuishoudingsplan, het provinciaal milieubeleidsplan en bevat de hoofdlijnen van het provinciaal verkeers- en vervoersplan. Tevens vormt het POL 2006 een economisch beleidskader en een welzijnsplan op hoofdlijnen (voorzover het de fysieke elementen van economie, zorg, cultuur en sociale ontwikkeling betreft). Na de inwerkingtreding van de Wro heeft het POL 2006 de status van structuurvisie.

Het plan(gebied) ligt in het POL 2006 in perspectief P8, stedelijke ontwikkelingszone, zoals op onderstaande kaart is weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0983.BP201202GENOOYERWG-VA01_0010.jpg"

Het perspectief Stedelijke ontwikkelingszone omvat landbouwgebieden tussen het bestaand stedelijk gebied en de grens stedelijke dynamiek rondom iedere stadsregio. Deze zones bieden allereerst plaats aan mensgerichte natuur zoals stadsparken, multifunctioneel bos, openluchtrecreatie en sportcomplexen. Deze functies zijn belangrijk voor het welzijn van de bewoners en vangen een deel van de stedelijke recreatiedruk op. Deze gebieden kunnen ook ruimte bieden aan stadsuitbreiding in de vorm van nieuwe woonwijken, bedrijventerreinen, kantoorlocaties en winkelgebieden. Dergelijke uitbreidingen zijn pas aan de orde als onderbouwd kan worden dat herstructurering van het bestaande gebied, inbreiding of revitalisering geen oplossing kan bieden. Als er nieuwe rode ontwikkelingen in stedelijke ontwikkelingszones nodig zijn, dan dienen deze bij voorkeur aansluitend aan de bestaande stedelijke bebouwing gerealiseerd te worden. Met het oog op de bereikbaarheid komen daar voor werklocaties en winkelgebieden vooral plekken nabij stadsentrees, verkeers- en openbaar vervoerknooppunten en aansluitingen op transportassen in aanmerking. Ontwikkeling van nieuwe woongebieden, werklocaties of andere rode ontwikkelingen in de stedelijke ontwikkelingszones dient bij te dragen aan de revitalisering of herstructurering van bestaande stedelijk gebieden.

In casu zal direct worden aangesloten op de woonbebouwing welke is gelegen aan de Oude Venloseweg en de Genooyerweg; het plangebied kan direct ontsloten worden op de Genooyerweg. Het plangebied zal geheel in het groen zijn gelegen; slechts voorzover noodzakelijk in verband met de te realiseren woning zal het bestaande struweel gerooid worden. Voorzover dit niet het geval is, zal de kwaliteit van het groen op zijn minst behouden blijven en bij voorkeur nog versterkt worden door de aanplant van nieuw kwaliteitsgroen.

Op onderhavige uitsnede van de omgevingskaart is het plangebied te zien, gelegen aansluitend aan de lintbebouwing langs de Ouden Venloseweg en de Sint Urbarusweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0983.BP201202GENOOYERWG-VA01_0011.jpg"

Het plangebied wordt tevens, zoals uit onderstaande kaarten blijkt, gekenmerkt door kristallen waarden (Venloschol) en blauwe waarden (veerkrachtig watersysteem Maas).

afbeelding "i_NL.IMRO.0983.BP201202GENOOYERWG-VA01_0012.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0983.BP201202GENOOYERWG-VA01_0013.jpg"

In de Venloschol bevinden zich diepe grondwatervoorraden die van nature geologisch beschermd zijn. Hier geldt een verbod op nieuwe diepe onttrekkingen ten behoeve van beregening en voor overige toepassingen geldt een vergunningplicht, waarbij als uitgangspunt geldt dat nieuwe onttrekkingen niet worden vergund. De regels en de exacte begrenzing van de Venloschol zijn vastgelegd in de Verordening Waterhuishouding 2005.

In casu zullen er door toevoeging van een nieuwe woonbestemming geen nieuwe grondwateronttrekkingen plaatsvinden.

De uiterste ruimtelijke begrenzing van de Maas is overeenkomstig het besluit van Provinciale Staten tot vaststelling van de provinciale stroomgebiedsvisie Maas 2003. Binnen de begrenzing is het provinciaal beleid ten aanzien van de (ontwikkeling van) de Maas mede in relatie tot haar omgeving van toepassing. In de waterparagraaf (hoofdstuk 6) zal hierop nader worden ingegaan.

4.2.2 Limburgs kwaliteitsmenu

Het Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM) geeft de 'extra' condities en voorwaarden waaronder bepaalde ontwikkelingen in het landelijk gebied buiten de plattelandskernen dan wel in het stedelijk gebied in de perspectieven P2, P3 en P8 mogelijk zijn. Essentie is dat de beoogde ontwikkelingen gepaard moeten gaan met een verbetering van de kwaliteit van de omgeving. Verbetering van de natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische of ruimtelijke kwaliteit. Dit ter compensatie van het door de ontwikkeling optredende verlies aan omgevingskwaliteit. Het Limburgs Kwaliteitsmenu is daarmee de opvolger van de regelingen Bouwkavel op Maat plus (BOM+), Ruimte voor Ruimte Zuid Limburg, Verhandelbare Ontwikkelingsrechten methode (VORm/Contourenbeleid) en Rood voor Groen (landgoederen). De gemeenten zullen het Limburgs Kwaliteitsmenu moeten uitwerken, waarna voor nieuwe ontwikkelingen dit gemeentelijk beleid geldt. De oude provinciale regelingen zijn vervallen.

Woningbouw en andere 'rode' ontwikkelingen dienen in principe binnen de contouren te worden gebouwd zodat het buitengebied gevrijwaard wordt van verdere verstedelijking en verstening.

Het beleid is van toepassing op die gevallen waarin de bestemming van een perceel wordt gewijzigd in een woonbestemming, waardoor woningbouw mogelijk wordt gemaakt.Deze ontwikkeling is alleen mogelijk indien ze per saldo tot een ruimtelijke kwaliteitsverbetering leidt. Om invulling te geven aan deze voorwaarde zal ter plaatse sprake moeten zijn van kwaliteit, maar dient ook een kwaliteitsbijdrage te worden geleverd. Voor de hoogte van de kwaliteitsbijdrage is een drempelwaarde gegeven. De bestemmingswijziging is alleen mogelijk op een locatie binnen een bestaand lint of cluster of aansluitend aan de contour. De woningen dienen te passen in de regionale woningbouwafspraken en de afspraken met betrekking tot Ruimte voor Ruimte.

Nu onderhavig plangebied tevens is gelegen binnen de grens van stedelijke dynamiek, is het Kwaliteitsmenu Limburg niet van toepassing. Wel wordt gemeenten geadviseerd om bij ontwikkelingen in deze gebieden op vergelijkbare wijze als buiten de contour op extra ruimtelijke kwaliteit te sturen.

Beleidsregel mitigatie en compensatie natuurwaarden

De Beleidsregel mitigatie en compensatie natuurwaarden, door de provincie Limburg vastgesteld op 6 september 2005, dient ervoor te zorgen dat het areaal aan natuurgebieden en de kwaliteit van de natuur onveranderd blijft. Als door een ingreep bijvoorbeeld voor stedelijke ontwikkeling of infrastructuur natuur verloren gaat, moet deze met behulp van een compensatieplan elders worden hersteld.

Als gevolg van onderhavig bestemmingsplan zal een deel van het perceel met de bestemming Bos worden gebruikt voor woondoeleinden. Deze oppervlakte aan bos welke een andere bestemming krijgt, zal elders gecompenseerd dienen te worden. In overleg met de gemeente Venlo is een perceel grond gevonden aan Schandelo (kadastraal bekend als locatie Velden, sectie M, nummer 41), grenzend aan een bosbestemming, welk perceel nu de bestemming agrarisch met natuurwaarden heeft. Van dit perceel zal een oppervlakte van circa 1000 m², direct grenzend aan het bos, bestemd worden als bos. Op onderhavige luchtfoto is in het (ruime) groene kader aangegeven om welke gronden het gaat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0983.BP201202GENOOYERWG-VA01_0014.jpg"

Deze bestemmingswijziging zal in onderhavig plan ook planologisch worden geregeld.

Hiermee wordt voldaan aan de compensatieverplichting.