Plan: | TAM-omgevingsplan hoofdstuk 22b Rijksweg 1 t/m 5 te Lemiers |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0981.TAMrijksweg1tm5-VG01 |
Préambule
Dit plan beoogt ontwikkelingen mogelijk te maken op de locatie Rijksweg 1 t/m 5 te Lemiers.
Juridisch is het plan een nieuw hoofdstuk in het omgevingsplan van de gemeente Vaals.
De in deze wijziging van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als afdelingen van hoofdstuk [22b] van het omgevingsplan van de gemeente Vaals.
In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '[22b.]' gelezen worden.
In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '[22b]' gelezen worden.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de volgende begripsbepalingen.
artikel 1.1 van het Omgevingsbesluit, artikel 1.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, artikel 1.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving en artikel 1.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving zijn van overeenkomstige toepassing op het omgevingsplan, tenzij hierna daarvan is afgeweken.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 1.1 worden voor de toepassing van de regels in dit hoofdstuk de begrippen als bedoeld in artikel 1.2 tot en met 1.54 gehanteerd.
het omgevingsplan van de gemeente Vaals.
het TAM-omgevingsplan TAM-Omgevingsplan Hoofdstuk 22b Rijksweg 1 t/m 5 Lemiers met identificatienummer NL.IMRO.0981.TAMRijksweg1tm5-ON01 in de gemeente Vaals.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Bestaat uit één of meerdere van de onderstaande componenten:
de waarde, die een gebied ontleent aan het voorkomen van bijzondere aardkundige en hydrologische verschijnselen en/ of processen.
een onderdeel van het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is gehuisvest.
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het oppervlak van het bouwperceel, bestemmingsoppervlak dan wel van het bouwvlak, dat ten hoogste met gebouwen mag worden bebouwd.
een bed & breakfast is een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt aan afwisselend publiek. De ruimtes in een bed & breakfast beperken zich tot slaapkamer(s), badkamer(s) en maximaal een (gezamenlijke) gemeenschappelijk ruimte. Een keuken/kookvoorziening is in bed & breakfast kamers alsook in de gemeenschappelijke ruimte niet toegestaan. Het ontbijt wordt door de exploitant aangeboden in de slaapkamers danwel gemeenschappelijke ruimte.
Onder een bed & breakfast-voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, gericht op consumentverzorging, waarvan de omvang van de activiteit zodanig is dat de woonfunctie ter plaatse in overwegende mate behouden blijft en waarvan de ruimtelijke uitstraling zodanig is dat deze in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse (zie bijlage 1 bij de regels voor een overzicht met bedrijfsmatige activiteiten aan huis). Onder bedrijfsmatige activiteiten aan huis wordt niet verstaan: detailhandel, prostitutie, seksinrichtingen, escortbedrijven en grow-, head- en smartshops.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
een woning, in of bij een gebouw op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
het beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, (para)medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of hiermee gelijk te stellen gebied, waarbij de omvang van de activiteit zodanig is dat de woonfunctie ter plaatse in overwegende mate behouden blijft en waarvan de ruimtelijke uitstraling zodanig is dat deze in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse (zie bijlage 1 van de regels voor een overzicht met beroepsmatige activiteiten aan huis). Onder beroepsmatige activiteiten aan huis wordt niet verstaan: detailhandel, prostitutie, seksinrichtingen, escortbedrijven en grow-, head- en smartshops.
bebouwing:
bebouwing zoals die bestond ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan, danwel op dat tijdstip op basis van een afgegeven omgevingsvergunning mag worden gebouwd, tenzij in de planregels anders is bepaald.
gebruik:
gebruik van gronden en bouwwerken, zoals dat bestond ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan.
uitbreiding van een hoofdgebouw danwel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw of ander bouwwerk met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak;.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen. Als de carport niet gesitueerd wordt tussen belendende gebouwen mag deze maximaal voorzien worden van 2 gevels. Een carport is bedoeld voor het stallen van voertuigen en wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, archeologische waarden zijn hieronder begrepen.
het bedrijfsmatig te koop of te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, ter leasing, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen respectievelijk huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
de aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling.
het terrein dat is uitgegeven in erfpacht, is verhuurd of in gebruik gegeven aan danwel in eigendom is van een natuurlijk persoon of rechtspersoon.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
intergemeentelijk Kwaliteitsmenu.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen, ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur (met inbegrip van de mens).
onder logies voor arbeiders wordt verstaan: het bedrijfsmatig verblijf en / of nacht verblijf altijd voor meerdere nachten) aanbieden, waarbij (een deel van) een gebouw als onzelfstandige wooneenheid/wooneenheden word(t)(en) gebruikt en waarbij de betreffende persoon het hoofdverblijf elders heeft, waarbij geen sprake is van continuïteit in de samenstelling ervan en onderlinge verbondenheid, ongeacht of (seizoens)arbeiders hetzelfde werk verrichten, dezelfde nationaliteit delen en gezamenlijk de huishouding doen.
Het hoofdverblijf is: "de plaats die fungeert als het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene en welke een voor permanente bewoning geschikte verblijfplaats is, dat tenminste bestaat uit een keuken, woon-, was- en slaapgelegenheid".
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/ of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
overkoepelend begrip voor milieuaspecten zoals geluid, bodem, geurhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid etcetera aan welke bijbehorende wettelijke kaders getoetst dient te worden, onder andere zodat omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd.
de aan een gebied toegekende waarde, die wordt bepaald door het voorkomen van planten en dieren die zichzelf onder invloed van klimaat, geomorfologie, hydrologische, bodemkundige gesteldheid en al dan niet beïnvloed door menselijke aanwezigheid, instandhouden.
een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk en functioneel opzicht ondergeschikt is aan de hoofdfunctie op een bouwvlak.
werkzaamheden die ter plaatse regelmatig terugkeren, teneinde tot een goed beheer van de gronden te komen. Hieronder vallen niet de incidentele ingrepen in bijvoorbeeld de cultuurtechnische situatie of werkzaamheden die een onherstelbare aantasting betekenen van de aan een gebied toegekende waarde.
het samenhangende systeem van water, milieu-, natuur- en landschapskwaliteit.
in aard en omvang of functioneel, ruimtelijk en/ of architectonisch opzicht ten dienste van een hoofdfunctie/ gebouw. In geval er onduidelijkheid is over ondergeschiktheid zijn van een activiteit kan een externe deskundige hierover advies geven.
een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal twee zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen. Als de overkapping niet gesitueerd wordt tussen belendende gebouwen mag deze maximaal voorzien worden van 1 gevel. Een overkapping wordt aangemerkt als bijbehorend bouwwerk.
indien één of meerdere personen een woning al dan niet tijdelijk gebruiken als (hoofd)verblijf in de zin van artikel 1:10 BW - zoals dat geldt ten tijde van de vaststelling van dit plan - dan wel anderszins gebruiken voor niet-recreatieve doeleinden.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding, daaronder begrepen straatprostitutie.
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimten bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
de verbeelding (digitaal en/of analoog) waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen.
ruimte voor het verblijven van mensen, danwel een ruimte waarin de voor een gebruiksfunctie kenmerkende activiteiten plaatsvinden.
de denkbeeldige lijn, die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen c.q. bouwgrenzen.
met betrekking tot de aanwezigheid van (natuurlijke) bronnen, kwel of natuurlijke stroming.
een ruimte waar personen zich privé kunnen terugtrekken voor het verrichten van seksuele handelingen.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
een woonruimte die een eigen toegang heeft en die door één huishouden kan worden bewoond zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen, zoals badruimte, toilet en keuken, buiten de woonruimte.
De meet- en rekenbepalingen, In aanvulling op a bedoeld in artikel 22.24 van dit omgevingsplan, gelden de volgende meet- en rekenbepalingen en zijn van overeenkomstige toepassing op het meten van de waarden die in dit hoofdstuk in m, m² of m³ zijn uitgedrukt, voor zover hiervan niet is afgeweken in het tweede lid tot en met het zevende lid.
de kortste afstand tussen de zijdelings grenzen en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.
de oppervlakten van alle op een bouwperceel/bouwvlak of een ander terrein gelegen bouwwerken tezamen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen
gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals
schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een
daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of
het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
horizontaal buitenwerks tussen de hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren,
neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein
ter plaatse van het bouwwerk.
In het voor Bedrijf aangewezen gebied zijn de volgende gebruiksactiviteiten toegestaan:
alsmede:
met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 van dit omgevingsplan gelden ook de volgende beoordelingsregels:
Regels met betrekking tot bouwen algemeen:
Regels met betrekking tot bedrijfsgebouwen:
Regels met betrekking tot bedrijfswoningen:
Regels met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
Een en ander op basis van een landschappelijke inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp) gericht op verbetering van de omgevingskwaliteit als bedoeld in het GKM en op het behouden en versterken van de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap.
Het is verboden gronden of bouwwerken op het als Bedrijf aangewezen gebied te gebruiken of te laten gebruiken anders dan overeenkomstig de aan de locatie toegedeelde functie dan wel toegestane gebruiksactiviteiten, in het bijzonder voor:
De logiesfunctie als bedoeld in artikel 5.1, onder d is toegestaan, als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het gebruik en het (doen/laten) gebruik(en) van de voor Bedrijf aangewezen gronden is alleen toegestaan als de landschappelijke inpassing conform het inrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 1 van de bijlagen bij de regels binnen een termijn van twee jaar na het onherroepelijk worden van onderhavig plan is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
Het gebruik en het (doen/laten) gebruik(en) van de voor Bedrijf aangewezen gronden is alleen toegestaan als ruimte beschikbaar is voor het kunnen parkeren van tenminste 105 voertuigen.
Met een omgevingsvergunning kan een gebruiksactiviteit worden toegelaten die in strijd is met artikel 5.1 voor:
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend als:
Het voor Leiding - Gas aangewezen gebied is, naast de andere daar voorkomende functie(s), mede bedoeld voor:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 van dit omgevingsplan gelden ook de volgende beoordelingsregels:
De gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van:
Met een omgevingsvergunning kan een bouwactiviteit worden toegelaten die in strijd is met artikel 6.2.1 met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels.
De omgevingsvergunning voor de bouw van een bouwwerk, geen gebouw met een bouwhoogte van maximaal 2,5 meter, wordt slechts verleend als:
.4.3 Beoordelingsregels
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend als::
met het oog op een zorgvuldige afweging door burgemeester en wethouders advies is ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het in 6.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend als:
Het voor Waarde - Archeologie 4 aangewezen gebied is, naast de andere daar voorkomende functie(s) mede bedoeld voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen, in het bijzonder voor zones met een hoge archeologische verwachtingen.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 van dit omgevingsplan gelden ook de volgende beoordelingsregels:
Indien uit het in artikel 7.2.1 genoemde onderzoek blijkt dat de archeologische waarde van de gronden door het verlenen van een omgevingsvergunning zal of kan worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning maatwerkvoorschriften verbinden, zijnde:
Met een omgevingsvergunning kan een bouwactiviteit worden toegelaten die in strijd is met artikel 7.2.1 met betrekking tot het laten uitvoeren van een inventariserend bureauonderzoek en het overhandigen van een rapport over de waarde van het terrein, indien een onafhankelijke deskundige het betreffende (bouw)plan heeft beoordeeld en heeft geconcludeerd dat geen archeologische waarden in het geding zijn.
Het is verboden op of in de gronden in het aangewezen gebied Waarde - Archeologie 4 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 7.4.1is niet van toepassing voor de werken en werkzaamheden:
De in artikel 7.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien:
Het voor Waarde - Beschermd dorpsgezicht aangewezen gebied is,, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), mede bedoeld voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden en het stedenbouwkundig beeld van de binnen het beschermd dorpsgezicht voorkomende, dan wel daaraan eigen cultuurhistorische waarden voor zover die bepaald worden door:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 van dit omgevingsplan gelden ook de volgende beoordelingsregels:
Er mag uitsluitend worden gebouwd overeenkomstig c.q. aansluitend aan de ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan bestaande stedenbouwkundig beeld, voor zover betrekking hebbend op:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 8.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien:
Het voor Waarde - Ecologische hoofdstructuur aangewezen gebied is, behalve voor de daar voorkomende functie(s), mede bedoeld voor de ontwikkeling van de natuurwetenschappelijke en de landschappelijke waarden, zoals geomorfologische, bodemkundige, landschapsvisuele en ecologische waarden.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 van dit omgevingsplan gelden ook de volgende beoordelingsregels:
De gronden mogen niet worden bebouwd.
Met een omgevingsvergunning kan een bouwactiviteit worden toegelaten die in strijd is met artikel 9.2.1 met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels, mits door deze bouwwerken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen significante aantasting van de natuurlijke waarden ontstaat of kan ontstaan.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 9.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend als:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Binnen de fundering van de woning en/of het bijbehorend bouwwerk bij de woning is het ondergronds bouwen van menstoegankelijke ruimten ter vergroting van het woongenot toegestaan tot maximaal 3 meter diep, onder de voorwaarden dat:
Als niet op grond van een andere bepaling van de regels in dit plan een omgevingsvergunning kan worden verleend, kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de desbetreffende bepalingen van dit plan voor:
Een en ander met dien verstande dat wanneer het gronden betreft die zijn gelegen binnen het aangewezen gebied met de functie Leiding - Gas het bepaalde in de desbetreffende artikelen in acht wordt genomen.
Een in artikel 11.2 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan de grond gegeven functie(s).
Onder een strijdig gebruik wordt tenminste verstaan:
Onder een gebruik strijdig met de toegelaten functie(s), wordt niet verstaan:
In het voor milieuzone - bodembeschermingsgebied aangewezen gebied, geldt dat die gronden -naast de andere aangewezen functie(s)- tevens dienen voor de bescherming van de bescherming van de kwaliteit van de bodem en het grondwater en de waarden daarvan. De regels ter bescherming van de bodem, zoals vermeld in Hoofdstuk 4, paragraaf 5 van de Omgevingsverordening Limburg zijn in dit gebied, onderdeel van het Beschermingsgebied Nationaal Landschap Zuid-Limburg, van toepassing.
Op of in de gronden mag niet worden gebouwd, indien daardoor de kwaliteit van de bodem en de waarden daarvan onevenredig wordt verminderd.